BouwstenenPremium

VOORKOM UITBLOEIINGEN DOOR METSELWERK AF TE SCHERMEN

OORZAKEN EN MAATREGELEN

uitbloeiingenAlvorens metselwerk stabiel is door het uitharden van de mortel, moet het beschermd worden tegen mechanische beschadigingen en weersinvloeden. Indien de te nemen maatregelen niet of onvoldoende toegepast worden, loopt men immers het risico op 'uitbloeiing' of 'uitloging' van de gevelstenen.

uitbloeiingen

UITBLOEIINGEN

Uitbloeiingen zijn zoutachtige afzettingen die kunnen voorkomen in de vorm van witte nevel, vlokken of harde korsten. De meest voorkomende uitbloeiingen zijn onschadelijk en spoelen na verloop van een aantal maanden af door de regen, maar zelfs dan zijn ze weinig esthetisch en verhinderen ze de verdere afwerking van het metselwerk.

De zouten (meestal natrium, kalium of magnesiumsulfaten) die tot uitbloeiingen leiden, zijn doorgaans afkomstig van de ondergrond, de mortel, of een reactie tussen mortel en baksteen.

Ondergrond

 

Heel wat grondsoorten bevatten sulfaten en nitraten. Door opstijgend grondwater veroorzaakte uitbloeiingen kunnen wel zeer schadelijk zijn, omdat ze de stenen doen afbrokkelen ('muurkanker'). Dit is te voorkomen door een perfect aangebrachte waterkerende laag onderaan op de muren, of door muren die in aanraking komen met de grond (kelder-, funderings- en grondkerende muren), van een beschermingslaag te voorzien die geen water doorlaat.

Mortel

Het gebruik van cement dat natriumsulfaat bevat, kan zeer zware uitbloeiingen teweegbrengen die soms jarenlang blijven aanslepen en niet met water te verwijderen zijn. Meer nog, afspoelen kan het effect hier verergeren. De evidente oplossing is om geen cement te gebruiken dat sulfaten bevat.

uitbloeiingen

Reactie van mortel op baksteen

Cement bevat echter altijd stoffen die in de mortel omgezet worden en die kunnen reageren met de bakstenen, hoewel die laatste zelf slechts een 

zeer weinig oplosbare zouten bevatten. Cement bevat immers altijd natrium- en kaliumoxiden die tijdens het aanmaken van de mortel de overeenkomstige hydroxiden opleveren. Tijdens de hydratatie of de verharding van verse mortel is die aanvankelijk praktisch niet capillair, in tegenstelling tot de baksteen. Daardoor kan het regenwater de vrije zouten en hydroxiden naar de bakstenen overbrengen, waar de hydroxiden reageren met het eventuele calciumsulfaat (CaSO4) van de baksteen en alkalisulfaten vormen (met name Na2SO4 en K2SO4). Proeven hebben overigens uitgewezen dat het gehalte aan calciumsulfaat in het cement veel hoger is dan in de baksteen. In tegenstelling tot CaSO4 zijn de bovenvermelde alkalisulfaten wel uiterst wateroplosbaar. Bij het uitdrogen van het metselwerk ontstaat er een migratie van deze alkalisulfaten naar het verdampingsoppervlak van de baksteen toe, waar die dan uitkristalliseren.

Andere oorzaken

Tot slot wordt de kans op uitbloeiingen ook groter bij het gebruik van onzuiver aanmaakwater of zand, het gebruik van bepaalde toeslagstoffen in de mortel en de nabijheid van zoutbevattende oplossingen, nitraten en nitrieten.

uitbloeiingen

BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN

Hoewel ze niet altijd schadelijk zijn, dient het risico op uitbloeiingen toch zoveel mogelijk beperkt te worden. Dat kan in principe heel eenvoudig: wanneer bij het optrekken van het metselwerk alle regels van het kunst gevolgd worden en het verse metselwerk voldoende tegen de weersinvloeden beschermd wordt, is het risico uiterst klein. Daarvoor dient men rekening te houden met het volgende:

Regenweer

Het wordt ten sterkste afgeraden te metselen of beton te gieten bij regenweer, vanwege het gevaar op uitspoeling van de mortel of het beton. In ieder geval moet het metselwerk bij regen onmiddellijk tegen de waterinslag beschermd worden en ook na de uitvoering van de werken is het nodig om de stenen, de mortel en het verse metselwerk tegen mogelijke neerslag af te schermen.

Het bovenvlak en de bovenste 800 mm van het metselwerk moeten aan het einde van de werkdag systematisch afgedekt worden, rekening houdend met de invloed van de wind. Deze afdekking mag niet enkel met hout of een ander materiaal rechtstreeks op het metselwerk aangebracht worden, om te voorkomen dat dit materiaal onder invloed van de regen sporen zou achterlaten. Vrijstaande muren moeten degelijk geschoord worden. Om het afgewerkte metselwerk te beschermen, moet men zo snel mogelijk de voorziene dekstenen, dakgoten en afvoerpijpen plaatsen. Het voltooide metselwerk moet ook beschermd worden tegen de gevolgen van bouwactiviteiten die het oppervlak zouden kunnen besmeuren of, in het geval van metselwerk dat later bepleisterd wordt, de hechting van het pleisterwerk zouden kunnen verstoren.

Koud weeruitbloeiingen

Ook metselen bij temperaturen lager dan 5 °C wordt afgeraden. Indien er toch gemetseld wordt bij koud weer, dan zal men rekening moeten houden met extra te nemen maatregelen. De chemische reactie tussen water en cement vraagt immers een zekere aanvangswarmte en de bindingstijd en verhardingssnelheid zijn afhankelijk van de temperatuur. Bij een lagere temperatuur treden deze fenomenen trager op, waardoor het metselwerk gedurende langere tijd bescherming vraagt. Verder verdient het aanbeveling de mortel aan te maken met water dat een voldoende hoge temperatuur heeft. Na het aanbrengen van de mortel moet men die zo snel mogelijk bedekken met de metselsteen. In ieder geval mag er nooit mortel aangemaakt worden met bevroren zand, mag er nooit met bevroren materialen gemetseld worden en mag er nooit voortgemetseld worden op bevroren metselwerk. Delen van metselwerk die door vorst of andere invloeden beschadigd zijn, moeten afgebroken worden.

Vers metselwerk moet tegen vorst- en vochtindringing beschermd worden over de volledige hoogte en met een minimum van 800 mm. Bij temperaturen lager dan 5 °C moet het metselwerk beschermd worden met een isolerend materiaal. Indien de temperatuur tussen 0 en -5 °C bedraagt, wordt aangeraden te werken met cement met hogere druksterkteklassen en verwarmd water. Bij nog lagere temperaturen loopt men het risico dat het water in de verse mortel tot ijs omgezet wordt en wegens de hiermee gepaard gaande volumevergroting de structuur van de mortel verstoort. Tevens loopt men dan het risico dat de reactie tussen de cement en het water niet of onvoldoende plaatsvindt, waardoor het metselwerk nadien afgebroken moet worden.

Droog en warm weer

Bij aanhoudend droog en warm weer wordt aanbevolen om het verse metselwerk op het einde van de werkdag extra te bevochtigen. Besproei de stenen regelmatig, maar licht om uitdroging van de mortel te vermijden voor hij volledig uitgehard is. Op die manier wordt vermeden dat er geen goede hechting bekomen wordt.

Bronnen: handboek 'Baksteen­metselwerk' (Belgische Baksteen­federatie) en werkgroep herziening STS 22 'Metselwerk'

Uitlogingen

Uitlogingen worden vaak verward met uitbloeiingen. Hier gaat het om een witachtige neerslag, vaak ter hoogte van de verticale voegen, die veroorzaakt wordt door cement dat door de regen uit de mortelvoegen gespoeld wordt en over de gevel afdruipt. Ook hier ligt een chemische reactie aan de basis van het verschijnsel: door de hydratatiereactie van cement komt er vrije kalk of Ca(OH)2 vrij, dat door water getransporteerd wordt en met het koolzuur (CO2) in de lucht tot calciumcarbonaat (CaCO3) reageert, dat de eigenlijke witte neerslag vormt.
Deze afzetting is echter moeilijk te verwijderen, want de kalkneerslag is moeilijk oplosbaar in water, wat betekent dat hij niet zo snel weggewassen kan worden. Een mogelijke oplossing is de volgende procedure:

  • Borstel de neerslag zo veel mogelijk weg met een borstel of met schuurpapier.
  • Bescherm alle kwetsbare bouwmaterialen van de gevel.
  • Bevochtig het te reinigen oppervlak grondig en overvloedig met zuiver water, tot verzadiging. Het hierna gebruikte bijtende middel zal zo niet tot in het materiaal kunnen dringen.
  • Behandel de kalkkorst of -sluier met een zoutzuuroplossing (bijvoorbeeld chloorwaterstofzuur of fosforzuur voor lichtgekleurde en witte bakstenen), waarbij de voegen, indien mogelijk, gespaard blijven. Gebruik een oplossing van 1 tot 3% voor oppervlakken waarvan de cementsteen niet aangetast mag worden, of van 10% wanneer dit wel toegelaten is. Let daarbij op: de fijne granulaten komen bloot te liggen, waardoor de textuur en de kleur gewijzigd zullen worden.
  • Spoel de gevel na inwerking van de oplossing herhaaldelijk af.

Deze tijdrovende behandeling is echter zelden 100% effectief. Een te frequent gebruik van het zuur is schadelijk voor de mortel. Het is bijgevolg voordeliger om de behandeling toe te passen voor het opvoegen van de gevel. Aangezien dit een zeer specifieke opgave is, is het aangeraden hiervoor een gespecialiseerde firma in te schakelen.

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
In dit magazine