Slimme architectuur vanuit een atypische aanpak
CLVR architecten onderscheidt zich in samenwerking en ontwerpproces
Als Q-bus architecten gingen ze tot 2022 door het leven. Toen besloot het 14-koppige ontwerpteam zijn visie en doelgroepen beter te profileren. Uit die strategie-oefening kwam een sterk onderscheidende aanpak naar voren. “We hebben een atypische ontwerpaanpak, dagen onze opdrachtgevers uit om los van vierkante meters te denken, waren pioniers in BIM, en nemen een trekkersrol op in de uitvoeringsfase.” Die clevere aanpak draagt het bureau nu ook uit in zijn naam. Maak kennis met CLVR architecten.
Valoriseren van patrimonium
Slim en doordacht ontwerpen. Dat is de claim die CLVR architecten zich toe-eigent. “Een doos rond een productieproces ontwerpen is niet moeilijk, noch uitdagend”, opent Marijn Degerickx, architect-bestuurder bij het bureau uit Lummen. “Maar is het bedrijf het best gebaat bij die doos? Wij proberen ondernemers ervan te overtuigen ons te betrekken in het analyseren van de productieflow en het uitwerken van het basisplan voor het bedrijfsterrein. Onze verschillende kijk op het bedrijfsproces kan tot een interessanter ruimtegebruik leiden. Zo hebben we in Bornem dankzij zo’n voorafgaande analyse een heel atypische oplossing uitgewerkt. Onze aanpak resulteerde in een gedeeltelijke stapeling van het productieproces. Het compactere gebouw dat hieruit voortvloeide bood als voordeel dat het in één fase op de site gebouwd kon worden, wat een troef was in de bedrijfscontinuïteit. Slim ontwerpen is niet mogelijk wanneer een bedrijf ons niet de ruimte geeft om mee te denken in hun productieproces en -flow.”
Met dat voorbeeld van hun clevere aanpak is de toon gezet voor een gesprek over onderscheidend vermogen en passie om de best mogelijke oplossing uit te werken. De ontwerpers kijken daarbij ruimer dan de doordachte organisatie van de productieflow. “Natuurlijk moet het gebouw ook flexibel zijn. Als het bedrijf de site ooit ontgroeit, moet het gebouw nog bruikbaar zijn voor een andere partij”, vult collega-bestuurder Dirk Driesmans aan.
“We merken dat bedrijven daar weinig mee bezig zijn. Ze enten een pand vooral op de eigen, actuele noden, zonder aan de toekomst én het valoriseren van hun patrimonium te denken. Ons kantoorgebouw is een mooi voorbeeld van toekomstgericht ontwerpen. Het is volledig opgetrokken in een droge structuur, heeft verhoogde vloeren en geen verlaagde plafonds.”
CLVR past die slimme ontwerpmethodieken overigens niet alleen toe voor ondernemers. Ook voor ontwikkelaars en overheden zoeken ze graag naar flexibele, circulaire oplossingen.
Veertien knappe koppen
CLVR architecten is in veel opzichten een atypisch architectenbureau. Het onderscheidt zich niet alleen in de ontwerpuitgangspunten maar ook in de projectaanpak. Marijn Degerickx daarover: “Ons kantoor telt 14 medewerkers, waarvan 13 architecten of interieurarchitecten en een bouwkundig tekenaar. Die laatste speelt ook een belangrijke rol in onze eigen softwareontwikkeling. De andere collega’s zijn allemaal projectarchitecten die een dossier van A tot Z opvolgen. Ze hebben een sturende rol en doen soms ook zelf het tekenwerk. We vinden die totaalaanpak belangrijk. Een projectarchitect zal tijdens een werfvergadering heel goed kunnen inschatten welke impact een beslissing op het ontwerp heeft of waarom een detail op een bepaalde manier ontworpen is. Om continuïteit te verzekeren, zorgen we wel voor een back-up. Doorgaans is dat één van de vier architect-bestuurders die het dossier mee opvolgen. De architect-bestuurders hebben dus eerder een ondersteunende rol dan een leidende. De projectarchitect draagt zijn of haar dossier volledig zelf. We hebben gemerkt dat zij hierdoor veel sneller groeien en dat komt CLVR alleen maar ten goede.”
Betrokken opdrachtgever
De onderscheidende aanpak van CLVR laat zich typeren in het vroegtijdig meedenken, het doorgedreven ontwerpen met BIM-ondersteuning, het maximaal toepassen van off site productie en het goed aansturen van het volledige project. “We houden graag een helikopterview over het dossier. Zo vermijden we dat we iets over het hoofd zien. Tegelijkertijd kunnen we alle betrokken partijen goed op elkaar afstemmen. We merken dat die rol in de meeste dossiers nodig is om het project tot een goed einde te brengen”, vertellen de twee gesprekspartners.
Ook al ontzorgt CLVR de opdrachtgever aanzienlijk met deze aanpak, betekent dit niet dat hij zich afzijdig mag houden. “Vooral in de beginfase vragen we van een ondernemer of overheid grote betrokkenheid. Onder meer in het goed definiëren van de werkwijze, behoeften en functies. We verwachten daarbij liefst geen oppervlaktes als output. Dat werkt beperkend. We vinden het zinvoller om in functies te denken, bijvoorbeeld een klaslokaal of vergaderzaal met ruimte voor zoveel stoelen of personen. Dat geeft vrijheid om te zoeken naar mogelijkheden voor dubbel gebruik waardoor je minder vierkante meters nodig hebt en dus goedkoper bouwt. Daar ligt vaak het verschil tussen een financieel wel of niet realiseerbaar project. Het is vaak een grote uitdaging om los te komen van bekende contexten. Een archief bijvoorbeeld, is dat echt nog nodig in deze veranderende tijden?” schetst Dirk Driesmans.
Voor een ontwikkelaar is de insteek lichtjes anders. “Een projectontwikkelaar weet wat bouwen is. Hier zijn we vooral geholpen met een goede definitie van het doelpubliek en het aangeven van de commerciële verwachtingen. Toch hebben we hier ook graag dat de opdrachtgever open staat voor nieuwe inzichten die op termijn een voordeel kunnen opleveren. Jonge mensen hebben bijvoorbeeld een andere verwachting bij een appartement dan een ouder publiek.”
Fan van bouwteam
Met die ontwerpaanpak als vertrekpunt is het logisch dat ze bij CLVR architecten een boontje hebben voor bouwteamsamenwerkingen. “Het is een grote troef om de knowhow van studiebureaus en andere experten al in de voorontwerpfase te kunnen benutten. Zo kun je samen naar een logica zoeken en aspecten verbeteren. In de voorontwerpfase is er net nog veel beslissingsvrijheid en kun je ook heel bewuste keuzes maken en doordacht problemen oplossen. Naarmate het ontwerp vordert, verkleinen die kansen.”
“Een belangrijke succesfactor is dat de opdrachtgever 100% achter een bouwteamsamenwerking staat”
Een belangrijke succesfactor is dat de opdrachtgever 100% achter een bouwteamsamenwerking staat. “Als dat niet het geval is, krijg je al snel een hybride verhaal waarin de opdrachtgever toch nog bij drie partijen een ramingsprijs gaat vragen om de prijs van het bouwteam te benchmarken. Dan loop je nog steeds het risico op een prijzenslag. Als het budget heilig is, dan moet efficiënt bouwen leiden tot besparingen, niet de prijsvragen bij andere partijen. Een bouwteam biedt alle kansen om dat budget te beheersen via efficiëntieverhoging. Denk aan het optimaliseren van oppervlaktes, off site productie, het inkorten van de werftermijn …”, vertellen Dirk en Marijn.
De twee ontwerpers maken wel een duidelijk onderscheid tussen bouwteamsamenwerkingen en design & build-projecten in de openbare sector. “Hier wordt de opdrachtgever vaak afgestraft op basis van het bestek. Als team is er juridisch geen interactie mogelijk met de aanbesteder om het bestek te begrijpen en zo het ontwerp te verbeteren. Dat is jammer, want dat is in het nadeel van de klant”, meent Dirk Driesmans.
Circulariteit: niets nieuws onder de zon
CLVR past de circulaire principes al lang toe in de ruime zin. “Flexibele en aanpasbare ontwerpen zijn de essentie van circulair bouwen. Een gebouw moet op zichzelf duurzaam zijn in gebruik en herbestemming. We hanteren daarvoor een leidraad met principes zoals het toepassen van een droge structuur, eenvoudig te onderhouden materialen, materialen in hun zuivere vorm toepassen, …
Vandaag wordt er vanuit de circulaire beweging ook al snel gekeken naar biobased en herbruikbare materialen. Dat moet doordacht gebeuren. Die materialen moeten er over 10 jaar ook nog goed uitzien en hun functie perfect vervullen. Daar besteden we veel aandacht aan. Dat neemt niet weg dat we biobased en herbruikbare materialen wel durven inzetten in onze projecten. In een recent wedstrijdontwerp voor Thomas More in Geel hadden we stro als isolatie voorzien. Daarnaast hebben we als eerste in Vlaanderen gerecupereerde PUR-isolatie toegepast in een nieuw schoolgebouw in Wellen.”
BIM-pionier
CLVR startte in 2007 met 3D-ontwerpen en sinds 2016 koppelt het bureau zinvolle data aan het 3D-ontwerp. “In 2017 hebben we besloten om al onze projecten in BIM uit te voeren. Voordien hebben we wel grondig research gedaan naar de output. Afhankelijk van hoe je een wand modelleert, krijg je een andere output. We hebben daar nu duidelijke afspraken en methodieken over om er zeker van te zijn dat wat we tekenen ook de juiste hoeveelheden oplevert voor de opmaak van de meetstaat en de uitvoeringsfase.”
“We hebben een tool ontwikkeld die toelaat om meetstaten, lastenboeken of technische fiches met één druk op de knop uit het model te halen”
Om de mogelijkheden van digitalisering optimaal te benutten, ontwikkelt CLVR ook eigen software. “We hebben een tool ontwikkeld die toelaat om meetstaten, lastenboeken of technische fiches met één druk op de knop uit het model te halen of aan te passen bij een wijziging in het model. Daarnaast laat de tool toe vorderingsstaten te controleren in het model. Het bevat ook een prijzendatabank met automatische indexatie om snel ramingen te maken. De tool is heel dankbaar om een opdrachtgever 1-op-1 het effect van een ontwerpbeslissing te laten zien. Ook voor de aannemer hebben we ontwikkelingen gedaan om hem nog de houvast van een klassieke meetstaat te geven. We zijn ook niet te beroerd om aanpassingen op vraag van de aannemer te doen, bijvoorbeeld de positie van de aslijn aan één zijde van de dragende wand leggen om deze te gebruiken als aslijn voor het metskoord.”
Wedstrijden? Alleen doordacht
CLVR gaat heel bewust om met het spanningsveld in de wedstrijdcultuur. “Voor ons is het een mogelijkheid om te groeien en een dankbare manier om nieuwe partners te leren kennen. We zijn een stille kracht die je moet leren kennen in een samenwerking. De praktijk bewijst vandaag al dat dit tot duurzame relaties leidt. Maar onze kansen moeten wel realistisch zijn. We kunnen niet aan 10 wedstrijden per jaar deelnemen en alles verliezen. Daarom zijn we heel selectief in de dossiers. We wegen ze af op basis van parameters zoals schaalgrootte, het gewicht van het ereloon … Daarnaast bespreken we graag met het team hoe we de wedstrijdfase financieren. Het financieel risico kan niet volledig bij één partij liggen. Tegelijkertijd willen we als ontwerper ons ereloon niet volledig op de kap van de aannemer leggen. We geloven in een gespreid risico volgens het aandeel van iedere betrokken partij”, vertelt Dirk Driesmans.