"Werken op percentage is een vastgeroest systeem"
Architecten Rabaut pleit voor werken in regie
Architect Laurenz Rabaut van het gelijknamige architectenbureau in Diksmuide vindt werken in regie een eerlijker verloning voor architecten. "Het systeem werkt mits een transparante communicatie met de opdrachtgever. Onbezonnen financiële concurrentie leidt te vaak tot een ondermijning van het beroep."
grote diversiteit
Een breed pand van rode baksteen met inrijpoort, daarachter bevindt zich het ontwerpnest van Architecten Rabaut. "Vroeger was dit een stadsboerderij", zegt Laurenz Rabaut die samen met zijn vader Carlos vandaag een hecht team vormt. Carlos Rabaut: "Ik heb hier op 50 meter afstand mijn middelbare school doorlopen. Mijn studiekeuze was niet evident: ik twijfelde aan het einde van mijn middelbaar tussen archeologie en architectuur. Ik koos voor het laatste omdat ik nogal goed kon tekenen vanuit de hand en studeerde na vijf jaar af aan Hoger Architectuur Instituut Sint-Lucas in Gent. Mijn twee stagejaren voltooide ik bij architect Feliers in Ieper. Kort daarna begon ik als zelfstandig architect, zoals verplicht was door de Orde."
"Mijn eerste opdracht was een garage, niet echt het vermelden waard. In Zarren had ik in 1986 met het moderniseren van de gemeenteschool mijn eerste serieuze opdracht. Verder had ik nog een restauratieproject van een molen in Kortemark. Toen ik mijn vrouw Karline leerde kennen, hebben we in 1988 het pand aangekocht waar ons kantoor nog steeds is gevestigd. De woning is vandaag 100 jaar en is een mooi voorbeeld van typische regionale wederopbouwarchitectuur na WOI."
Carlos stortte zich niet enkel op restauratieprojecten, maar heeft daarnaast ook nieuwbouw en talrijke verbouwingen op zijn palmares staan. "Mijn grootste nieuwbouwproject was een complex van 40 appartementen in Diksmuide. Ik heb eigenlijk in heel het land gebouwd, zelfs in Brussel. Daar heb ik met mijn zoon Laurenz het Herman Teirlinckhuis in Beersel uitgebreid en gerestaureerd (zie verder)." Intussen toont hij trots de gerestaureerde molen van Zarren die tegenwoordig volledig maalvaardig is. "Het is de hoogste bakstenen molen die we kennen. Het dak kan draaien; het is wat ze noemen een bovenkruier met een hoogte van ca. 25 meter."
"Zeker met moeilijke, tijdrovende projecten is er het risico dat de architect onderbetaald wordt"
werken in regie
Veel bureaus nemen geen kleine projecten aan omwille van de rentabiliteit. Laurenz Rabaut: "Wat wij doen – en ik denk dat we daar vernieuwend in zijn – is werken in regie. Er zijn weinig architecten die op die manier werken, maar ik probeer dat nu al een paar jaar door te drukken en dat lukt. Werken op percentage vind ik een vastgeroest systeem en stamt nog uit de architectuurpraktijk van de vorige eeuw. Wij werken in regie, dus per uur. Wij doen dat voor kleine projecten, maar evengoed voor een erfgoedproject zoals de herbestemming van een 15e-eeuwse hoeve in Houtem waar we momenteel aan werken."
"Het is onze wens om zo projecten te realiseren in een breed schaalbereik en met grote diversiteit. Als je goed communiceert als architect, kan je een rode draad uitzetten d.w.z. het aantal uren dat er door de architect zal worden gewerkt. Voor de bouwheer en ons is het belangrijk om dat goed te doen. Het resultaat is dat je achteraf niet met rode wangen tegenover elkaar komt te zitten. Goed uitgevoerd, komt dit vaak zelfs goedkoper uit. Dat is zeker niet slecht voor de architect: die kan op deze manier efficiëntie leveren, een gemoedsrust creëren door een goede verloning, en bijgevolg zijn vak gemotiveerd uitoefenen."
"In regie werken is eigenlijk een medaille met twee voorkanten. Ik probeer opdrachtgevers hiervan te overtuigen"
"Zeker met moeilijke, tijdrovende projecten is er het risico dat de architect onderbetaald wordt. In een wedstrijdformat is dit een dagelijkse realiteit. Deze tak van de bouwsector is niet klaar voor grote hervormingen t.a.v. de architect. Dit systeem willen wij echter niet ondersteunen. We zorgen ervoor dat we meerwaarde creëren en daarom is de rode draad zo belangrijk. Bovendien geven we tijdens het proces reeds in detail mee wat we hebben gepresteerd. In de eindfase is dat een enorme lijst van data. Voor wie is dat interessant? Voor de bouwheer, maar ook voor onze nacalculatie, in functie van het maken van betere ramingen. Ons systeem van vergoeding is enkel mogelijk wanneer je gegrond communiceert met de klant. Voor sommige grote dossiers hebben wij dagelijks telefonisch overleg met de bouwheer, zelfs in ontwerpfase."
Ingenieur-architect Laurenz Rabaut
"Ik wilde eigenlijk voor tandarts studeren. Ik zag in mijn omgeving dat daar een zekere levenskwaliteit mee gepaard ging én ik vind het leuk om mensen te helpen. Ik kon vrij goed tekenen en was vrij goed in wetenschappen en wiskunde. Sint-Lucas boeide me niet, ik wilde de technische kant van het verhaal kennen om leken deskundig advies te kunnen geven. Om maar wat te noemen: Wat te doen met huiszwam? Het is je plicht om daar een adequate wetenschappelijke uitleg aan te geven. Ik ben om die reden burgerlijk ingenieur-architect geworden, met een afstudeerrichting bouwtechniek."
"Ik heb mijn stage gevolgd bij Architectenbureau Vanbecelaere-Hauspie in Veurne. Een goed bureau, geleid door twee architecten uit twee verschillende generaties. Ik vond dat ze met mooie projecten naar buiten kwamen en ben na mijn stage bij dat bureau blijven plakken. Ik kreeg er veel verantwoordelijkheid en proefde ondertussen ook van het werken aan eigen projecten. Ik heb altijd zin gehad om te ondernemen en de drang gehad naar meer verantwoordelijkheid overwon geleidelijk. Ik heb toen de stap gezet naar het familiebedrijf. Vader en zoon in de zaak is niet altijd evident, maar onze complementariteit is goed van pas gekomen en dat ervaren we nog dagelijks."
Goede intenties
Vader Carlos: "Architecten zijn niet altijd rekenwonders geweest. Vroeger ging een opdracht gepaard met een bepaald percentage, bepaald volgens de omvang van het werk voor de architect. Wie niet goed kan rekenen, mispakt zich."
Laurenz Rabaut: "Bovendien, als je met te veel architecten bent, dan zakt de prijs. Het is niet verwonderlijk dat dit eerst de kwaliteit en vervolgens het beroep in een neerwaartse spiraal stuurt. Wij willen geen verkavelingen volbouwen in ons volgebouwd land, we willen kwalitatieve ruimtes maken die future-proof zijn."
Volgens Laurenz zie je ook op macroschaal dat een dergelijk gebrek aan zelfrespect – "zo durf ik het noemen" – geen betekenisvolle toekomst heeft. "Dat is erg voor de architectuur. Zeker omdat de problematiek al zo lang aansleept. Het is een vastgeroeste werkwijze die ervoor gezorgd heeft dat de erelonen van de architect ook vandaag nog laag zijn, vergeleken met de buurlanden. Maar er groeit draagvlak: de goede intenties zie je soms al eens in de wedstrijdarchitectuur, waar er – zij het zeer langzaam en beperkt – een stijging waar te nemen is in de verloning van architectenprestaties. Dank u, bouwmeester."
deontologische norm
Laurenz: "Sinds de Europese veroordeling van de Orde van Architecten, is er niet veel verbeterd. Het architectenberoep is in vergelijking met de jaren tachtig – de generatie van mijn vader – enorm geëvolueerd. Als de verantwoordelijkheden en tijdsbesteding toenemen, moet de verloning volgen. De studie en interessante rekenmodule van Johan Rutgeerts is wat mij betreft dé basis voor het creëren van meer draagvlak, maar dit blijkt een meerjarenplan …"
"De administratie was vroeger al omvangrijk, maar is de laatste 10 à 15 jaar geëxplodeerd: EPB en ventilatie, keuringen, opvolgen van aansprakelijkheidsverzekering van aannemers, digitaal loket voor omgevingsvergunningen, etc. Het omgevingsloket is wat ons betreft een enorme stap voorwaarts geweest, maar niet zonder consequentie. Personeel moet beter opgeleid zijn, het format van de vergunningsaanvraag is gewijzigd en de bouwheer wordt veel meer betrokken", aldus Laurenz.
"Alles samengenomen, betekent dit dat de ontwerper die zich vroeger soms beperkte tot het ontwerpen van een mooi plan vandaag bij wijze van spreken bijna een boekhouder is geworden. In Nederland doen ze dat anders. Ik ben er nog niet uit wat de beste piste is op lange termijn."
enkele PROJECTEN
Atelierwoning (Alveringem)
De bestaande kleine woning werd gesloopt en maakt plaats voor een bel-etageconfiguratie met duplex en uniek zicht op het omliggende ongerepte landschap. De aanzienlijke diepte van het perceel wordt maximaal uitgebuit en uitgevoerd als een getrapte tuin met op het maaiveld een boomgaard. De leefruimtes situeren zich zo middenin het groen. Een gebrek aan binnenwanden maakt van de woning een flexibel "apparaat", dat ook op een wijzigende gezinssituatie antwoord biedt. De centrale vide voorziet de woning ondanks de ongunstige oriëntatie van veel licht.
"Wat deze case voor ons interessant maakt, is het idee om naast het residentiële ook lokale activiteit te genereren in plattelandsdorpen die geleidelijk verworden tot slaapdorpen. Iedereen kent het wel: er is zelfs geen bakker of winkel meer, én er zijn verouderde stedenbouwkundige voorschriften, waardoor het creëren van architectuur nagenoeg onmogelijk is en de vicieuze cirkel zich manifesteert. De bouwheer is metaalbewerker, een moderne smid. Met veel ijver hebben wij het gemeentebestuur kunnen overtuigen om deze atelierwoning te vergunnen, daar waar de voorschriften zeggen: je moet in rode baksteen bouwen met een klassieke stormpan en dat op een hellend dak, etc. Dit kleinschalige project kan volgens mij een voorbeeld zijn van hoe particuliere projecten nieuw leven kunnen brengen in dorpen die letterlijk leegbloeden. Én op een betaalbare manier. Dit is brandend actueel in ons versnipperd landje."
Kantoorgebouw (Diksmuide)
Laurenz Rabaut: "Het gaat om een boekhoudkundig kantoor. Wij hebben hier het vertrouwen gekregen, een echte carte blanche. Ik noem dat een droomopdracht. De ontwerpfase verliep vlot, er waren geen wijzigingen en bijgevolg is er geen tijd verloren gegaan. Er werd meteen ook een bouwcoördinator bij het project betrokken, wat voor deze schaal van projecten zeker een meerwaarde was."
Black Box Elevation
Laurenz: "De landschapskantoren overschouwen het perceel vanop de verdieping, vanuit een transparante zwarte doos. Er is geen klassiek 'kantoor van de directeur', elke ruimte kan polyvalent ingezet worden. De begane grond is eigenlijk volledig openbaar, inclusief vergaderzalen die dubbel gebruikt kunnen worden. De eetruimte kan snel omgetoverd worden tot een grote vergaderzaal, bijvoorbeeld. Ze wilden veel licht, maar het perceel is vrij smal. We werken zoals bij veel van onze projecten met grote luifels op het zuiden, want ik heb een hekel aan actieve zonnewering zoals screens. Wij trachten de zon steeds passief te weren en creëren in dezelfde beweging interessante overdekte buitenruimtes. We gebruiken grote reflectormuren die de zuiderzon gefilterd de ruimte binnenbrengen, op elk uur van de dag. Het diffuus licht verstrooit zich over twee verdiepingen: zo kijken de gebruikers niet op schaduw, maar steeds op licht."
Herman Teirlinckhuis (Beersel)
In Beersel stonden vader en zoon Rabaut in voor de restauratie van het Herman Teirlinckhuis en het ontwerp van een publieksruimte. "Het gaat", aldus Laurenz, "vooral over de tuin waarvoor ons ontwerp nederig buigt. De aangebouwde ruimte geeft ruimte aan allerhande activiteiten. Dergelijke projecten zijn zeer arbeidsintensief. Mijn vader heeft zich vooral gefocust op het bestaande woonhuis, ik meer op de uitbreiding."
Ook in het Herman Teirlinckhuis werd gewerkt met zenitaal licht op een reflectormuur. In deze relatief grote ruimte met die brede reflectormuur is het perfect mogelijk om te exposeren. Het diffuse licht valt heel zacht en verspreid zich op de kunstwerken. De nachtverlichting imiteert hetzelfde effect.
herbestemming pastorie (Leke)
Op de 18e-eeuwse kaart van Ferrari is het domein terug te vinden. Een lieu de mémoire waar tijdens WOI hoge officieren verbleven in een groene oase met luxeverblijf, op zo'n 2 kilometer van het front aan De IJzer. Laurenz heeft heel wat bouwhistorisch onderzoek verricht en benadrukt de oude bouwkern. Hij wijst naar de 450 jaar oude Taxushaag en de al even oude Veldesdoorn.
Ingenieur-architect Laurenz Rabaut: "Het aanpakken van historisch bouwkundig erfgoed met een waslijst aan verbouwingen en verschijningsvormen vraagt een weldoordachte visie over de toekomst van het geheel. De algemeen bedenkelijke staat en gebrekkige architecturale kwaliteit van enkele toevoegsels maakte dit een bijzonder moeilijk vraagstuk. Het was onze bedoeling het pastoriegebouw terug te voeren tot de typische waardigheid van authentieke (historische) pastorieën in het land, met een zekere panache en tegelijk waardering voor de statige eenvoud van deze bouwwerken uit ons bouwkundig erfgoed. De ruimtes worden tactiel en/of visueel gelinkt aan de mooie tuin en de nog deels aanwezige omwalling."