Het gebouw als middel om het doel te bereiken
COBRAS is een fris uit de kluiten gewassen ontwerpbureau. Het legt de focus op de mens in de woon- en werkomgeving. En dat met maar één doel voor ogen: mensen en medewerkers zich goed en gelukkig laten voelen in een voor hen gecreëerde omgeving. In een oude textielfabriek met een bewogen geschiedenis ontmoeten we oprichter Jelle Vandecasteele en zijn rechterhand Gilles Vanhecke.
Groeiverhaal
"Ons verhaal is ontstaan vanuit de privésfeer en kreeg vervolgens een professionele invulling. Gilles en ik hebben een basketverleden. Ik veranderde twintig jaar geleden van ploeg en kwam terecht in de ploeg van Gilles. We werden goede kameraden. Onze vriendschap bestaat inmiddels 20 jaar. Twee jaar geleden heb ik hem gevraagd om bij ons te komen."
Gilles Vanhecke: "Voor ik bij COBRAS kwam was ik productiechef in de metaalbouw en verantwoordelijk voor de productie van spanten, gebinten en profielen. Dat heb ik acht jaar gedaan." Ook bij Jelle Vandecasteele zit het metaal in het bloed. "Mijn vader was smid op de ouderwetse manier, maar dat heeft met ons verhaal weinig te maken. De reden dat Gilles bij ons zit, is omdat hij het gewoon is om mensen aan te sturen om planningen te begrijpen. Hij speelt kort op de bal om problemen op te lossen en is mijn rechterhand in ons groeiverhaal. Gilles neemt vooral het operationele voor zijn rekening. Wij stemmen heel veel met elkaar af. Ik werk aan het bedrijf en Gilles werkt in het bedrijf. Ik ben van alle projecten op de hoogte en Gilles is op de hoogte van de verkoop en hoe het bedrijf verder groeit. Ik werk operationeel niet meer in het bedrijf. Ik volg geen werven. Ik teken niet meer. Ik start enkel nog de ontwerpers op door samen te brainstormen over het concept van het project. Tot de koerswijziging drie en een half jaar geleden deed ik alles zelf. Dan heb ik de stap gezet voor de aankoop van dit industrieel gebouw en kwamen er geleidelijk aan medewerkers bij."
"Het is niet aan de ontwerper om naar de werven te gaan en omgekeerd laat ik een projectleider ook niet ontwerpen"
Vandaag staan zeven medewerkers op de payroll en wordt de ploeg aangevuld met nog eens vijf freelancers. Binnen de geoliede organisatie stuurt Gilles het technische en uitvoerende luik, terwijl Jelle de ontwerpers aanstuurt. "Binnen de ploeg is het niet aan de ontwerper om naar de werven te gaan en omgekeerd laat ik een projectleider ook niet ontwerpen", stelt Jelle nuchter. "Maar samen vormen wij iedere keer één team per project. Iedereen werkt bij ons vanuit zijn eigen expertise."
Strakke methodiek
Gilles: "Je hebt de ontwerpers, dan de technische uitwerking, vervolgens de definitieve uitvoering. Qua uitwerking start ik vanaf het technische deel. Ik volg intern op, geef de planning door en dat wordt technisch uitgewerkt door onze medewerkers. Dan wordt de uitvoering door mij en mijn collega nauwgezet opgevolgd." Het is een strak aangehouden methodiek die zijn vruchten afwerpt.
Jelle: "Wij werken altijd van binnen naar buiten en dat is ergens logisch als je met interieur bent begaan. Maar de inhoud en het programma van de klant vinden wij belangrijker dan het brengen van een puur esthetisch verhaal. Heel veel collega's proberen eerst iets esthetisch te ontwerpen en gaan vervolgens alles aanpassen om die esthetiek naar voren te brengen. Wij ontwerpen mooie dingen die gebaseerd zijn op het wat en het waarom van onze klant. Dat is voor mij veel belangrijker dan honderd jaar na mijn dood erkenning te krijgen voor het ontwerp van een bepaald project. Wij kunnen voor een ondernemer die voor een groeitraject staat op een relevante, maatschappelijke manier ervoor zorgen dat mensen zich goed voelen op hun werkplek. Het gebouw is het middel om het doel te bereiken: wij denken mee in het groter plaatje van de wens van het bedrijf. Als een bedrijf wil groeien van veertig naar tachtig medewerkers, dan zoeken wij naar de mogelijke pistes. Kan het gebouw dat aan? Is het mogelijk in de context van een bepaalde site? Wij wonen niet aan de overkant van de straat om naar onze gebouwen te kijken. Wij wonen en werken in onze gebouwen. Vandaar dat wij niet vertrekken vanuit een bepaald esthetisch gebaar."
Helder en gestructureerd
Jelle Vandecasteele vindt dat de plaats van de architect aan herijking toe is: "Er is een bepaalde hiërarchie die anders moet. Je hebt de architect en al de rest zit eronder. De architect moet natuurlijk mee aan tafel zitten met de ingenieur stabiliteit, de persoon die instaat voor het interieur, de aannemer en eventueel nog andere partijen. De architect is de man met het stokje van de dirigent die beslist over het hoe en wat. Als basketter weet ik wat de kracht van een team is. In ons bureau zijn we daarom gewoon om in gezamenlijk verband te werken. Met onze aannemers op de werven is dat net zo. De methodiek van COBRAS is helder en vooral gestructureerd."
"Communiceren is voor ons de beste oplossing", vult Gilles aan. "Ik vraag de aannemer hoe hij het ziet, want de technieken veranderen continu en wij staan ook open om bij te leren en onze aanpak aan te passen. Communicatie is voor ons heel belangrijk, zeker met de mensen op de werf. Wij staan tussen de klant en de aannemer, dat houdt ook in dat we van binnenuit verplicht zijn om met onze mensen goed te communiceren."
"We willen bedrijven doen beseffen dat een gebouw er wel degelijk toe doet om talent aan te trekken"
COBRAS beschikt over een pak technische kennis. Jelle: "Op school verliep het ontwerpen vooral conceptueel: hoe zotter, hoe liever. Na mijn technische opleiding aan het VTI van Izegem, studeerde ik aan De Bijloke in Gent om daarna nog een extra jaar aan het VTI in Roeselare te volgen. Om maar te zeggen dat hetgeen wij op vandaag creëren realistisch uitvoerbaar is. Dat is voor ons heel belangrijk. Wanneer iets technisch is uitgetekend, belegt Gilles altijd eerst een werfvergadering met alle aannemers om het concept toe te lichten en de technische haalbaarheid ervan in kaart te brengen. Pas dan wordt er een offerte opgemaakt. Op die manier kan de elektricien met de meubelmaker communiceren, de vloerder met de metser ... Iedereen kan op voorhand zijn vragen stellen en afspraken maken. Aannemers komen bijvoorbeeld onderling overeen waar de lift wordt gepositioneerd, want een lift per aannemer is zinloos en te duur. Het is een duurzame wijze van werken waar weliswaar wat tijd in kruipt, maar het levert tijdens de uitvoering meer rust op. Tegelijkertijd ziet de klant ook welk vlees hij in de kuip heeft en op die manier sla je niemand over."
Future-Proof Workspace
Jelle Vandecasteele: "Onze opdrachtgevers waren vroeger uitsluitend particulieren en het ging dan vaak om puur interieur. Af en toe realiseerden we samen met onze architect wel een nieuwbouwproject waarbij architectuur en interieur op elkaar werden afgestemd. Momenteel werken we vooral voor bedrijven voor wie we een future-proof workspace ontwerpen. Onze opdrachtgevers kiezen daarbij consequent voor een rationele aanpak en wij baseren ons op de nodige informatie. Hoe zit jullie bedrijf in elkaar? Wat is jullie toekomstgericht doel? Waar willen jullie binnen drie of vijf jaar staan? De particuliere markt zijn we aan het afbouwen. Mensen denken soms dat ze ons een plezier doen met een badkamerproject, maar de energie die daarin kruipt, komt niet overeen met het vermogen van ons kantoor. Daarvoor zijn we ondertussen te groot geworden. Ik denk dat we nu een shift maken en de grotere projecten naar ons toekomen."
"Ons workspaceverhaal wordt nu ook proactief in de markt gezet. Onze laatste aanwerving is een salesprofiel om die boodschap te lanceren en bedrijven te doen beseffen dat een gebouw ertoe doet om talent aan te trekken. Onze ideale klant is de West-Vlaamse kmo met 20 tot 50 medewerkers, bedrijven met groeiplannen. We moeten niet naar een bedrijf gaan met 200 medewerkers, daar zijn we intern niet klaar voor en misschien hoeft het ook niet om daar ooit klaar voor te zijn. Klanten werven we via onze website, maar ook door mond-tot-mondreclame en via social media. Het is aan onze nieuwe verkoopmedewerker om de (West-Vlaamse) ondernemer wakker te schudden voor het grote verhaal waar het gebouw onderdeel van is."
Andere instroom
Jelle: "COBRAS bestaat nog maar drie en een half jaar. Daarvoor werkte ik alleen als zelfstandig interieurarchitect van het type 'huis, tuin en keuken'. De uitdaging zat er niet meer in. Dan ben ik vier jaar geleden via via op deze site gebotst. De site heeft ervoor gezorgd dat ik zelf op een andere manier met strategie en organisatie heb leren omgaan. Daardoor kreeg ik ook een ander type instroom van projecten."
Gilles: "Wij zijn vooral een hechte bende: iedereen kan bij elkaar terecht. Dus een echt team waaraan gewerkt wordt en waardoor er weinig verloop is. Iedereen is op een of andere manier sociaal gelinkt: via school, kinderen …" Jelle: "Deze oude site draagt geschiedenis. Het gebouw dateert uit 1905 en huisvestte een textielbedrijf. Tot aan de eerste wereldoorlog zijn er hier onder het huismerk van de rederij White Star Line bed- en tafellinnen en gordijnen vervaardigd, o.m. voor de Titanic. In de Eerste Wereldoorlog was dit het Duitse luchtvaartgebouw van de luchthaven die hier vlak achter lag. Het gebouw heeft een echte connectie met erfgoed, een thema waar we ons eveneens graag over buigen. Zo voerden we een studie rond het goederenstation van Ronse, dat eigenlijk het oude station van Brugge was. In Kortrijk mogen we meewerken aan de gebouwen van het project 'Papago'. Verder bekijken we ook tal van oude leegstaande fabrieksgebouwen die evenwel niet altijd erfgoed zijn, maar het gaat wel telkens over ruimte."