ENERGIEMANAGERS DELEN ERVARINGEN ROND BEHEERSMAATREGELEN
Energik vzw lanceert Platform Energiezorg
In 2012 stelde de Europese Commissie de Energy Efficiency Directive (EED) vast, die vooral gevolgen heeft voor zogeheten 'grote ondernemingen'. Via een lerend netwerk biedt de Vlaamse vzw Energik haar leden een uniek inzicht in hoe dit, boven op energiereductie en de inzet van hernieuwbare energie, op een efficiënte manier kan worden aangepakt. In 2015 is het startschot gegeven voor het samenstellen van een eigen platform rond Energiezorgsystemen. Na de nodige contacten met federaties en bedrijven was in mei 2016 de tijd rijp voor de officiële kick-off van dit platform. Energiemanagers uit diverse industrieën deelden er hun eerste ervaringen.
VERBETERING ENERGIE-EFFICIENTIE
De verbetering van de energie-efficiëntie is maar een van de drie gekende 20/20/20- doelstellingen die de EU stelde in haar energie- en klimaatplan, naast ook de verminderde uitstoot van broeikasgassen en de inzet van hernieuwbare energie.
Energiezorgsysteem
Uit een recente evaluatie blijkt dat die laatste doelstellingen wel zullen worden gehaald, maar dat de energie-efficiëntie duidelijk onder de 20% verbetering zal blijven steken. Dit vormt momenteel dan ook de grootste uitdaging voor de periode tot 2020 en verder. Precies daarom vond Energik vzw het opzetten van een Energiezorgsysteem een must. Dit heeft in de eerste plaats tot doel kennis, ideeën en ervaring te delen op workshops en seminaries, zoals deze kick-off. Latere doelstellingen zijn prijsuitreikingen voor eindverhandelingen binnen de niche van het energiemanagement en zelfs de verkiezing van een 'Energymanager of the year'. Maar nu was er dus eerst dit lanceringsevent.
ENERGIEAUDIT GROTE ONDERNEMINGEN

Ter herinnering
“In artikel 8 van de Europese Richtlijn energie-efficiëntie (2012/27/EU) is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat ondernemingen die géén kmo's (in Nederland mkb genaamd) zijn, een energieaudit ondergaan, die op een onafhankelijke en kostenefficiënte manier wordt uitgevoerd door gekwalificeerde en/of geaccrediteerde deskundigen, of onder supervisie van onafhankelijke instanties op grond van de nationale wetgeving. Deze audit moest uiterlijk op 5 december 2015 gebeuren en moet ten minste om de vier jaar na de voorgaande audit worden herhaald", stak hij van wal.
Doelgroep en uitvoering
“Het gaat hier voor alle duidelijkheid om alle exploitanten van een ingedeelde inrichting waarvan de vestiging, waar die ingedeelde inrichting gelegen is, voldoet aan de criteria van een niet-kmo. Dit noemen we een 'grote onderneming'. Voor nog grotere bedrijven wordt de implementatie van de EU-EER-richtlijn geregeld via Vlarem II en de Energiebeleidsovereenkomst (EBO 2015-2020). Die firma's leveren al grote inspanningen via het BEP-Energieplan (BEP: Besluit Energieplanning) en zijn vrijgesteld van deze audits", legde hij uit. De uitvoering van de energieaudit mocht gebeuren door een bedrijfsinterne of -externe energiedeskundige en de resultaten ervan moesten worden ingegeven in een webapplicatie, die onder de supervisie van VEA staat. “Het uiteindelijke doel is immers dat de overheid hierdoor inzicht krijgt in de gemeten, traceerbare energieverbruiken, in het energieverbruiksprofiel van gebouwen, processen en transport, en vooral ook in de maatregelen ter verbetering van de energie-efficiëntie, zoals voorgesteld door de bedrijven zelf", klonk het.
Statistische analyse
“Volgens mijn beschikbare cijfers, die dateren van 22 maart 2017, waren er van de 324 nodige audits toen 280 ingediend, 41 in bewerking en 3 berekend. In die 280 ingediende resultaten waren in totaal 1.986 maatregelen geformuleerd. In 30% van de gevallen werd daarbij een besparingspotentieel van meer dan 10% vermeld. Het gaat dan vooral om verwarming of verlichting; samen goed voor 40% van de gedefinieerde maatregelen. Verder zien we dat de gemiddelde investeringskost voor deze besparingen 70.014 euro bedraagt, maar dat de mediaan op 4.510 euro ligt. 50% van de investeringen ligt onder de 5.000 euro, waarbij het opnieuw vooral om verwarming, verlichting en 'andere' gaat. Er is dus vooral een focus op gebouwen en niet op processen, maar ik herinner er wel aan dat het hier niet om EBO-bedrijven gaat", analyseerde Recko in zijn stand van zaken.
ERVARINGEN VAN AUDITBUREAU
Bij deze tussentijdse evaluatie werd er naar de ervaringen van een auditbureau gepolst.
Complexe regelgeving

Motivatie ver te zoeken
Hier is dus werk aan de winkel voor de overheden, maar hoe zit het bij de bedrijven zelf?
“De ingediende audit is niet louter een rapport, maar houdt ook een verplichting in. De vermelde maatregelen zijn effectief uit te voeren", onderstreepte hij in zijn getuigenis. “Hoe bedrijven hiertegenover staan, hangt af van het feit of zij de maatregelen als een verplichting dan wel als een opportuniteit zien. Voor veel bedrijven is de EED-rapportage helaas een verplicht nummer", sprak hij duidelijke taal. “De terugverdientijd is een belangrijke factor bij de eventuele investeringen. Wanneer die lager dan een jaar is of de beschouwde installatie einde levensduur is, vormt de investering geen probleem. Tussen de drie en vijf jaar moet de impact echter significant zijn en bij een terugverdientijd boven de vijf jaar is er veel 'energietoewijding' vereist van het bedrijf in kwestie. Om de klimaatdoelstellingen te halen, zou een reductie van 3,65% per jaar nodig zijn wat de uitstoot van broeikasgassen betreft. Het potentieel hiertoe uit de energieaudits bedraagt 20,6%, maar het gerealiseerde potentieel is voorlopig slechts 2,4%. Wij merken dus weinig gevoel voor urgentie. Hopelijk kan dit Energiezorgplatform daar verandering in brengen", opperde hij.
ERVARING UIT DE VOEDINGSSECTOR

“Alles begint bij het verzamelen en verwerken van de beschikbare informatie, van facturen en P&ID's tot de relevante procesdata. Tegenwoordig is er veel meer informatie beschikbaar dan vroeger, maar daar wordt nog onvoldoende gebruik van gemaakt. Redenen hiervoor? De gegevens staan dikwijls op diverse locaties, onder verschillende bestandsvormen of in andere tijdseenheden opgeslagen. De informatie moet eerst gecentraliseerd en geüniformeerd worden voor het opzetten van een overzichtelijk energie-dashboard, waarna je kan overgaan tot de tweede stap: de analyse en interpretatie van al deze gegevens. Focus eerst op de optimalisatie van het energieverbruik en zorg dan voor de juiste energieproductie. Stel rekenmodellen op, bepaal het verband tussen het proces en het energieverbruik, en valideer door te toetsen aan de realiteit. Waar men vroeger vertrok bij de theorie om een model op te zetten en er dan de data bij te nemen, zullen we in de toekomst de omgekeerde weg volgen", voorspelde hij. “Stap drie: ga over tot actie volgens de prioriteit en in functie van de beschikbare middelen, en volg in stap vier het gerealiseerde project op door de realiteit te vergelijken met de doelstelling. Stap vijf: breng inzicht, organiseer trainingen en sensibiliseer je medewerkers. En ga dan weer naar stap één...", aldus De Koster.