ONTNEEM LEGIONELLA ALLE DOORGROEIMOGELIJKHEDEN
Beheersplan rond legionella in koeltorens verplicht
Het Vlaamse Legionellabesluit van 2007 verplicht al wie koeltorens uitbaat, tot het opmaken van een legionellabeheersplan, het uitvoeren van een periodieke staalname en het bijhouden van een register. In de nasleep van de uitbraak van de legionellabacterie in Evergem in de lente van 2019 bleek dat nog te veel bedrijven daar niet aan voldoen. Elk daarvan - alsook installateurs en koeltechnici die met koeltorens werken - moet zijn verantwoordelijkheid nemen om legionella alle mogelijke kansen op 'doorgroeimogelijkheden' te ontnemen. Bovendien voert het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid gerichte controles uit.

LEGIONELLA ONDER DE LOEP
Legionella is een zoetwaterbacterie die longontsteking veroorzaakt. Besmetting verloopt enkel via het inademen van verneveld water (aerosol) waarin de bacterie aanwezig is. Drie factoren bevorderen legionellagroei:
- Stagnerend water bij onderhoud, defect, vakantiestop, discontinu gebruik van installatie maakt legionellagroei mogelijk
- Watertemperatuur 30-40 °C leidt tot de snelste groei, 20-50 °C leidt tot normale groei, >55 °C leidt tot afsterven (hoe heter, hoe sneller)
- Biofilm, eencellige organismen en andere vervuiling waarin legionella zich kan nestelen en zich zo beschermt tegen de desinfecterende werking van biociden of verhoogde watertemperaturen. Ook vinden de bacteriën hier hun voeding
DE VETERANENZIEKTE
Vooraleer we inzoomen op legionella in koeltorens, keren we kort even terug naar de tijd toen het beestje zijn naam kreeg. We schrijven 1968, Pontiac (Michigan). Werknemers van de afdeling gezondheidszorg krijgen er een acute koorts met milde griepsymptomen die later het label 'Pontiackoorts' zou krijgen. In 1977 woedt er enkele staten verderop in Philadelphia (Pennsylvania) een epidemie van ernstige longontstekingen onder veteranen die bij een reünie van het American Legion in hetzelfde hotel verblijven. Eindbalans: 221 zieken, 34 doden. Naar deze aandoening zou men voortaan verwijzen met de naam veteranenziekte (legionnaire's disease). Ze werd veroorzaakt door een in 1976 ontdekte boosdoener: Legionella pneumophila. Ook in onze contreien heeft die bacterie geen blanco strafblad. In het voorjaar van 1999 vond in Noord-Holland een uitbraak plaats die terug te voeren was op een bubbelbad op een bloembollenbeurs. Toen overleden 32 mensen. Mogelijk was het aantal overledenen groter, want het duurde enige tijd voordat de ziekte werd herkend. Deze eerste grote legionella-uitbraak in onze regio leidde toen niet tot strengere regels in België. Later datzelfde jaar vielen er bij een uitbraak in het Antwerpse Kapellen vijf dodelijke slachtoffers te betreuren. De personen in kwestie hadden er even tevoren alle een bubbelbadenbeurs bezocht.
MELDINGSPLICHT
Door de uitbraak in Kapellen werd in 2007 in Vlaanderen het legionellabesluit van kracht, met strengere eisen voor waterinstallaties op openbare plaatsen zoals ziekenhuizen en zwembaden. Voor de ziekte geldt in Vlaanderen bovendien een meldingsplicht. Dit weerhield de bacterie er echter niet van om nogmaals toe te slaan. Afgelopen mei teisterde ze Evergem en omgeving, met twee overlijdens als gevolg. De sporen leidden naar een koeltoren van een lokale papier- en kartonfabrikant. In de nasleep van het voorval werden 17 andere koeltorens in de buurt tegen het licht gehouden, met als resultaat: zeven keer prijs …
MELDING KOELTORENS VERPLICHT!
Koeltorens zijn wereldwijd in vele gevallen betrokken bij uitbraken van Legionellose, de veteranenziekte. Om dan zo snel mogelijk de bron van een legionellabesmetting te kunnen opsporen, is het belangrijk om koeltorens in kaart te brengen. Uitbaters van inrichtingen met koeltorens zijn verplicht om die vóór ingebruikname te melden. Via de onderstaande site maken exploitanten melding van een inrichting met een koeltoren in het kader van het besluit van de Vlaamse regering van 9 februari 2007 betreffende de preventie van de veteranenziekte op publiek toegankelijke plaatsen.
www.eloket.zorg-en-gezondheid.be > Koeltoren
WERKINGSPRINCIPE NATTE KOELTOREN
Een zogeheten 'natte' koeltoren werkt algemeen als volgt. Een pomp stuwt het aangevoerde warme koelwater naar de bovenkant van de koeltoren waar spuitkoppen het vernevelen over vullichamen (koelpakketten) om zo een maximaal contactoppervlak voor warmteoverdracht te krijgen met de lucht. Een of meerdere ventilatoren blazen of zuigen door de vullichamen, wat een opwaartse luchtstroom opwekt. Daarbij wordt een fractie van de waterdruppels meegenomen. Druppelafscheiders boven de sproeiers houden die echter grotendeels tegen. Het gekoelde water valt onderaan in een opvangbak, waarna het afgekoelde koelwater opnieuw richting het productieproces vertrekt. De warmteafvoer verloopt deels via contact tussen het opgewarmde koelwater en de koudere lucht ('convectie'). Het grootste deel verloopt echter door verdamping van het koelwater.
RISICO VOLGENS TYPE KOELTOREN
Het risico dat legionella, afkomstig van een koeltoren, besmettingen veroorzaakt, hangt samen met de eventuele gunstige omstandigheden gerelateerd aan de groei én verspreiding van die bacterie - zie kader 'Legionella onder de loep'.
Natte koeltoren

Het risico op legionellabesmetting is - in principe - het grootst bij open recirculerende koeltorens met vullichamen (oftewel 'natte' koeltorens) omdat de koeling daar zuiver berust op het verdampen van het koelwater dat zo kan vrijkomen in de omgeving in de vorm van (mogelijk gecontamineerde) aerosol.
Maar de ene natte koeltoren is de andere niet. Ongetwijfeld denken de meesten bij het horen van 'koeltoren' meteen aan de kolossale kolommen op sites van kerncentrales zoals die van Doel. Dergelijke grotere industriële koeltorens vind je, naast krachtcentrales, onder meer ook bij petroleumraffinaderijen, aardgasinstallaties … Die processen gaan gepaard met een aanzienlijke warmtegeneratie, zodat het koelwater heel wat joules aan warmte moet overdragen. In een koeltoren van bijvoorbeeld een petroleumraffinaderij die dagelijks 40 kiloton ruwe olie verwerkt, kan er zo'n 80.000 m³ koelwater per uur circuleren. Precies door de enorme debieten die nodig zijn voor de koeling, is de kans dat legionellapopulaties daar bedreigende proporties aannemen, ondenkbaar.

De kans op legionellagroei is over het algemeen kleiner in open recirculerende koeltorens met een interne warmtewisselaar (met vloeistofkoeler of verdampingscondensor), aangezien het leidingennetwerk van dergelijke systemen in vele gevallen een stuk korter is.Het risico op legionella is groter bij kleinere modellen van dit koeltorentype, met name bij systemen waar - voor de bacterie - gunstigere koelwatertemperaturen bestaan en waar het koelwater de kans krijgt om te stagneren. Courant zijn bijvoorbeeld de koeltorens die een rol spelen in HVAC.
Het risico op legionella is groter bij kleinere modellen van dit koeltorentype, met name bij systemen waar - voor de bacterie - gunstigere koelwatertemperaturen bestaan en waar het koelwater de kans krijgt om te stagneren. Courant zijn bijvoorbeeld de koeltorens die een rol spelen in HVAC.
De kans op legionellagroei is over het algemeen kleiner in open recirculerende koeltorens met een interne warmtewisselaar (met vloeistofkoeler of verdampingscondensor), aangezien het leidingennetwerk van dergelijke systemen in vele gevallen een stuk korter is.
Het risico op legionella is groter bij kleinere modellen van dit koeltorentype, met name bij systemen waar - voor de bacterie - gunstigere koelwatertemperaturen bestaan en waar het koelwater de kans krijgt om te stagneren. Courant zijn bijvoorbeeld de koeltorens die een rol spelen in HVAC.
Eenmalig doorstroomde koeltorens kennen een kleinere kans op legionellagroei door de beperkte verblijftijd van het koelwater (continue aanvoer van 'vers' koelwater).
Hybride koeltorens
Hybride systemen waarbij de koeling van de warmtewisselaar zowel met lucht als met water verloopt. Hybride droge koelers fungeren grotendeels als een droge koeler. Bij een hogere koelbelasting maken ze het mogelijk om water te verdampen in de toevoerlucht of water te laten stromen over koelpakketten en het daarin te laten verdampen. Dat levert een grotere koelcapaciteit op. Bepaalde types kunnen tezelfdertijd droog en nat koelen. De eenvoudigste uitvoering is een koeltoren met een interne warmtewisselaar met een uitgebreid oppervlak voor warmteafvoer.
Hybride koelers bestaan in verschillende varianten:
De hybride adiabatische, vernevelende koeler met eenmalige doorstroming. Die koelt de toevoerlucht door middel van adiabatische bevochtiging door het vernevelen van voorbehandeld leidingwater. Hierbij komt geen recirculatie kijken, het niet-verdampte water gaat direct naar het riool. In Nederland valt deze variant onder de definitie 'natte' koeltoren volgens het Activiteitenbesluit en moeten er een risicoanalyse en een beheersplan worden opgesteld. Dat heeft betrekking op het suppletiewater, uitwendige vervuiling van de warmtewisselaar, het risico op verspreiding van aerosols in de omgeving en de veilige uitvoering van onderhoudswerken door onderhoudspersoneel. Bij de analyse gaat er aandacht naar de filmende werking. Er mag geen druppelvorming optreden in de afvoerlucht bij het maximale toerental van de ventilator. Is dat toch het geval, dan moet men de oorzaak achterhalen (bijvoorbeeld een te hoog ingestelde pompactiviteit). Ook moet het bedrijf de onderhoudsinstructie van de fabrikant nauwgezet opvolgen. Dat houdt in: een regelmatige controle van de werking van de watervoorbehandeling en spuiregeling, controle van vervuiling, aanslag en biofilmvorming in het waterreservoir en de warmtewisselaar, en een frequente reiniging van die laatste twee componenten. Bij de reiniging moet het personeel adembescherming dragen.
Een tweede variant betreft een hybride koeler met recirculatie. Dat is een droge koeler met de optie om voorbehandeld leidingwater over het koelpakket te laten stromen en te recirculeren. Het leidingwater wordt daarbij niet gesproeid, maar stroomt als een waterfilm over lamellen van het koelpakket. Aangezien die tweede variant verondersteld wordt geen significante hoeveelheden aerosols de lucht in te sturen (voor elk fabricaat aan te tonen via rapportage door een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksbureau), hoeven daarvoor in principe geen risicoanalyse en beheersplan te worden opgesteld en uitgevoerd. Echter, aangezien biofilmvorming en legionella niet uit te sluiten zijn en er bij onderhoudswerkzaamheden legionella kan vrijkomen, adviseert men om een (verkorte) risicoanalyse met beheersplan op te stellen, met name om de risico's voor het onderhoudspersoneel te reduceren.
Een derde variant is de hybride adiabatische, filmende koeler met eenmalige doorstroming. Daarbij gebeurt het koelen van het leidingwater niet via verneveling, maar via een waterfilm over een koelpakket op cellulosebasis. Het water komt daarbij niet in contact met het koelpakket en wordt niet gecirculeerd. Voorbehandeling van het leidingwater is bij dit type niet nodig. Aangezien ook dit type relatief weinig aerosols uitstoot (eveneens aan te tonen via rapportage door een onafhankelijk wetenschappelijk onderzoeksbureau), valt deze koeler evenmin onder de regelgeving die de opstelling en uitvoering van een risicoanalyse en een beheersplan oplegt. Als het onderhoudspersoneel tijdens het reinigen de richtlijnen van de fabrikant opvolgt (geen hogedrukreinigers, andere vernevelende apparatuur of perslucht), zal er geen aerosolvorming optreden en is er ook geen risico op legionellabesmetting.
Droge koeltorens
Luchtgekoelde koeltorens met een interne warmtewisselaar (oftewel 'droge' koeltorens) zijn in principe legionellavrij omdat de koeling zuiver verloopt door middel van convectie.
WETGEVING
De meest actuele wetgeving is het Vlaams Legionellabesluit van 4 mei 2007. Daarin staan maatregelen per koeltorentype (natuurlijke trek of geforceerde trek, oppervlaktewater of niet) - zie tabel. Voor elke koeltoren waarvoor een bouwvergunning is toegekend na 4 mei 2008, moeten een beheersplan en een risicoanalyse worden opgesteld en uitgevoerd. Ook is een conformiteitsattest nodig waaruit blijkt dat de installatie ontworpen en gebouwd is in overeenstemming met de Best Beschikbare Technieken (BBT). Die technieken zijn gericht op het scheppen van omstandigheden die legionellagroei voorkomen of beperken, bijvoorbeeld door kortstondig verhitten van het koelwater of door het garanderen van een goede doorstroming - wat meteen ook biofilmgroei helpt te beperken. In publiek toegankelijke inrichtingen moeten nieuwe watervoorzieningen gebouwd en geëxploiteerd worden volgens de BBT. Voor sanitaire installaties werd dan ook een Vlaams BBT-handboek ontwikkeld, en er bestaat ook een lijst met FAQ. Specifiek voor koeltorens bestaat er nog geen handboek. Het Agentschap Zorg en Gezondheid gebruikt het handboek echter als referentiedocument bij het uitoefenen van zijn toezichtfunctie op de naleving van het Legionellabesluit.
BEHEERSPLAN
Het beheersplan is een vierdelig praktisch document geschreven op maat van de eigen installatie. De informatie moet daarin vlot terug te vinden zijn. De risico's moeten duidelijk omschreven zijn en de beheersmaatregelen overzichtelijk, met aanduiding van de uitvoerder en de eindverantwoordelijke.
IDENTIFICATIE- EN CONTACTGEGEVENS
Het eerste, beschrijvende deel van het beheersplan omvat de identificatie- en contactgegevens van alle betrokkenen, installatieplannen, het type en aantal koeltorens.
RISICOANALYSE
Een tweede deel betreft de risicoanalyse. Het volstaat niet om enkel de koeltoren zelf te beschouwen. Die maakt namelijk deel uit van een kringloop, en ook daar liggen er voor legionella, althans in theorie, heel wat kansen. Het volledige systeem waarvan de koeltoren deel uitmaakt, moet beschreven staan, van aanleverpunt tot koeltoren. Een goede risicoanalyse vertrekt van de nodige vraagstellingen op alle plaatsen in de kringloop (zie schema): toevoerwater, proceswater, luchtaanvoer, luchtafvoer, met alle opdelingen (zie schema).
Toevoerwater
Aan de toevoerkant speelt de aard van het aangevoerde water een rol. Op basis van welk soort water koelt de koeltoren? Oppervlaktewater, leidingwater, putwater, regenwater, afvalwater … Elk daarvan brengt een bepaalde graad van 'biologische belasting' met zich mee. Ook de zuurtegraad (pH) speelt een rol. Heeft het inkomende water bijvoorbeeld een hoge pH (basisch) en desinfecteert het bedrijf standaard met chloor, dan is dat misschien goed voor het hele bedrijf, maar niet voor dat inkomende water. Chloor werkt namelijk maar efficiënt bij een lage pH (zuur), waardoor het in basisch water zijn desinfecterende werking verliest en dus geen of minder vat heeft op micro-organismen zoals legionella. Afhankelijk van de processen schommelt de temperatuur van het koelwater tussen bepaalde waarden. Als de temperatuur van het binnenkomende water 30 °C is en die van het terugkerende water 40 °C, dan weet je dat legionellabacteriën zich overal tussen het inkomende en het uitgaande water thuis zullen voelen, aangezien ze het best gedijen tussen de 35 en 40 °C. Bij een eventuele tussenopslag van aanvoerwater op weg naar de koeltoren mag het water niet langdurig stagneren.
Proceswater
Ter hoogte van het binnenkomen van de fabriek helpt een watervoorbehandeling (filteren, ontharden, ontijzeren, biociden …) van het toevoerwater het risico op legionella in de koeltoren te verkleinen. De risico's (temperatuur, verblijftijd, onderhoud, corrosie …) van die voorbehandeling moeten echter geanalyseerd worden. Ook moeten de aftakkingen naar de watervoorbehandelingsinstallatie en de koeltoren (dode leidingen, lengte en diameter van aansluitleidingen - hoe langer en nauwer, hoe groter het risico) voldoende aandacht krijgen. Onderweg van en naar de koeltoren moet bekeken worden waar water in leidingen kan stagneren, bijvoorbeeld ten gevolge van ontwerpfouten. Dergelijke plaatsen zijn vatbaar voor vervuiling, biofilmvorming, corrosie … Dat laatste doet overigens ook nog een andere vraag rijzen: uit welk materiaal bestaan de leidingen? Ter hoogte van de interne warmtewisselaar en de koelpakketten vindt er verdamping plaats. Aangezien legionella voor de mens pas een reëel gevaar betekent wanneer ze luchtgedragen is, verdienen de verdeling en verdamping van het proceswater aandacht. Pakketten moeten vrij zijn van scheuren, verweerde stukken etc. Ook in de vergaarbak spelen de eerder genoemde risicofactoren: stagnatie, watertemperatuur, vervuiling, biofilmvorming.
Er is een geregelde lediging van het koelwater in die bak nodig, evenals een desinfectie, reiniging ...
Luchttoevoer
Wat de luchtstroom betreft die de warmte afvoert naar de atmosfeer: waar ligt het aanzuigpunt? Bestaat het risico dat de ventilator(en) (potentieel gecontamineerde) aerosol aanzuigt (aanzuigen)? De eventuele inwaai van bladeren, zand of ander zwevend vuil kan de vorming van een voedingsbodem veroorzaken die de groei van legionella in de hand werkt. Vandaar de belangrijke invloed van de onmiddellijke omgeving, bijvoorbeeld een bos … Luchtfilters moeten dan ook voldoende frequent worden onderhouden. Mogelijk is er een onregelmatigheid in de luchttoevoer door bijvoorbeeld het werken met luchtinlaatlouvres, deflectoren, windschotten, of door een onvoldoende groot inlaatoppervlak ...
Luchtafvoer
Op het einde van het proces stuurt het koeltorensysteem onvermijdelijk een klein percentage van het gevormde aerosol de atmosfeer in. Druppelvangers boven in de koeltoren kunnen dat grotendeels voorkomen, maar niet helemaal uitsluiten. Een koeltoren van een petrochemisch bedrijf in Pas-de-Calais stuurde zo ooit legionellabacteriën 6 km de lucht in, wat niet veel later zou leiden tot een uitbraak, met 21 doden tot gevolg. Daarom moet ook wat de luchtafvoer betreft de omgeving in rekening worden gebracht, en dan met name risicovolle bevolkingscategorieën zoals ziekenhuizen, rusthuizen … Druppelvangers zelf moeten natuurlijk ook vrij blijven van schade en biofilm en ander vuil.
HULP BIJ OPSTELLEN BEHEERSPLAN

Bedrijven die werken met een of meerdere koeltorens waarvoor een bouwvergunning is toegekend na 4 mei 2008, moeten een beheersplan opstellen en een risicoanalyse uitvoeren. In principe is geen specifieke kwalificatie nodig om dit beheersplan op te stellen.
Wel is een conformiteitsattest nodig waaruit blijkt dat de installatie is ontworpen en gebouwd in overeenstemming met de Best Beschikbare Technieken (BBT).
De brochure 'Legionellabeheersplan voor Koeltorens' op de site van Agentschap Zorg en Gezondheid helpt bij het opstellen van een beheersplan en een risicoanalyse.
MAATREGELEN
Het derde deel van het beheersplan omvat de maatregelen die een bedrijf moet treffen om het risico op legionellabesmetting zo veel mogelijk te beperken. In de eerste plaats betreft het structurele maatregelen die het risico op legionellagroei reduceren. In de tabel zijn controlemaatregelen opgenomen (staalnames). Een ander luik van het beheersplan rond legionella omvat de beschrijving en uitvoering van preventieve maatregelen om het risico op de vorming en verspreiding van legionella te verminderen: biociden, controle kiemgetal, geleidbaarheidsmeting (EC - elektrische geleiding), antischuimmiddel, pH-regelaar, antikalkmiddel, anticorrosiemiddel, onderhoud, reiniging en preventieve desinfectie van de koeltoren etc. Ten slotte is er ook een beschrijving nodig van de correctieve maatregelen, procedures bij een eventuele overschrijding van de vooropgestelde drempelwaarden, in overeenstemming met het Legionellabesluit van 9 februari 2007.

REGISTER
Het sluitstuk van het beheersplan vormt een register dat de uitvoering van de maatregelen bewijst en naast de beheersadministratie ook de acties en uitkomsten van de controles en staalanalyses omvat. Het register moet minstens vijf jaar bijgehouden worden.