Tips en tricks om je gras te maaien
De lengte van je grasmat binnen de perken houden is een karwei dat van het voorjaar tot het najaar regelmatig terugkomt. De juiste werkwijze kennen is dus belangrijk, al is er uiteraard niet maar één juiste werkwijze. Om je wegwijs te maken in het grasmaaien, lijsten we hier nog eens op hoe je aan de slag gaat.
Hoe maai je je gras?
Bereid je gazon voor
Controleer, voordat je gaat maaien, even of er geen speelgoed of andere obstakels tussen de grassprieten verborgen liggen. Het best snoei je vooraf ook de eventuele overhangende planten die het maaien kunnen bemoeilijken. Haal eveneens alle woekerende onkruid en oneffenheden zoals molshopen weg.
Kies de maaihoogte
Idealiter maai je je gras regelmatig. Maai het niet te kort. Ietwat langer gras houdt immers beter water vast en hoeft dus minder bewaterd te worden. Bovendien helpt iets langer gras de groei van bijvoorbeeld mossen en ander onkruid te voorkomen. Ook zal het gras een diepgroenere kleur hebben.
Neem 3 cm als streefdoel tijdens het voorjaar. Stel je de maaihoogte te laag in, dan verslijten de graszoden sneller en is het gazon vatbaarder voor droogte. Tijdens de zomermaanden mag je wat korter maaien (maar nooit korter dan anderhalve centimeter). Is het extreem droog weer, laat het gras dan doorgroeien tot 2,5 cm en hou het op die lengte. Zo voorkom je dat de grasplantjes te snel uitdrogen, waardoor het gras bruin kleurt.
Als algemene richtlijn kan gelden: een siergazon zet je nooit korter dan 2 cm, een speelgazon laat je minstens 3 cm lang. Wat is wat? Lees hier meer over gazontypes.
MAAIPLAN
Om sterker gras te verkrijgen, ga je sowieso niet te vaak maaien. Langer gras is immers beter bestand tegen droogte en hitte én het houdt water beter vast, wat de infiltratie van regenwater in de bodem bestendigt.
Denk ook na over een maaiplan voor je grasperk. Kort gezegd komt dat op het volgende neer: bepaalde stukken van de tuin worden vaker gemaaid, andere slechts sporadisch. "Vaker" betekent hier om de drie à vier weken, "sporadisch" maximaal vier keer per jaar.
Kies je maaipatroon
De makkelijkste maaiwijze bestaat erin om eerst de omtrek van je gazon te maaien. Het pad dat je op die manier maait, kan dan dienen als referentie voor het volgende, aangrenzende pad dat je maait. Laat de maaipaden wat overlappen om zeker alle gras op hoogte te maaien. Heb je een gazon met een onregelmatige vorm, maai dan eerst centraal een brede keerstrook en maai van daaruit naar de randen.
Je hoeft natuurlijk niet het volledige gazon op eenzelfde lengte te maaien. Je kan bijvoorbeeld ook paden maaien en hier en daar het gras langer laten groeien.
Opvangen of mulchen?
Gras mulchen
In het begin en op het einde van het seizoen is de grasmat onregelmatig en maai je best met je maaibak om de onkruiden mee te hebben. Tijdens het seizoen en de zomerperiode kun je beter het gras mulchen. Bij het mulchen wordt het gras extra fijn versnipperd, waarna het snel verteert en de grasbodem organisch wordt gevoed. Je kunt dus gewoon verder maaien zonder te moeten stoppen om een opvangbak te legen of om naderhand te moeten harken.
Wanneer je mulcht, moet je het gras wel vaker maaien, idealiter wekelijks, omdat je maar tot een derde van de lengte mag afsnijden voor een goed mulchresultaat.
Gras opvangen
Opvangen is meer aangewezen als het gras nat of hoog staat. Als je niet mulcht, is het belangrijk dat de opvangbak efficiënt geleegd kan worden.
Wanneer mag je het gras (niet) maaien?
Het maaiseizoen loopt in theorie van maart tot oktober, al kunnen de weersomstandigheden dit beïnvloeden. Is het gras zeer droog, dor, nat of bevroren, maai dan zeker niet.
Is er voor jou geen beter moment om het gras af te maaien dan op een vroege zondagochtend, wanneer de dauw nog op de sprieten staat? Hou er rekening mee dat de sprieten bij te vochtig gras doorhangen onder het gewicht van het water, zodat je ze moeilijk recht kunt afknippen. Ook gaat het afgeknipte gras aaneenkleven, waardoor het niet goed wordt verspreid.
Als je gaat maaien bij te heet en droog weer, ontneem je het gras dan weer het weinige vocht waarover het nog beschikt. Ook bij vriesweer stel je uiteraard het maaiwerk het best uit.