Europese studie bevestigt:
Bouw koploper van fysieke klachten
Van de Belgische werknemers met werkgerelateerde gezondheidsklachten is dit bij 57% te wijten aan lichamelijke klachten. Dat blijkt uit de kerncijfers voor ergonomie in België 2020 van VerV, de Beroepsvereniging voor Ergonomie, gebaseerd op een Europese studie in de 27 lidstaten. Echter, hoe goed scoort de bouwsector in vergelijking met andere sectoren? En wat zijn de hedendaagse en toekomstige uitdagingen om werkbaar werk te garanderen? Schrijnwerk vroeg het aan Roeland Motmans, voorzitter VerV.
rapport kerncijfers ergonomie in belgie 2020
Elke vijf jaar doet het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (EU-OSHA) een bevraging van werkgevers en werknemers. Ze doen daarvoor beroep op nationale onderzoeksinstellingen. Daarna brengt men de gegevens van alle landen samen. Voor de studie waaruit VerV de kerncijfers ergonomie heeft gehaald, zijn 1.000 à 3.000 mensen in elk van de 27 Europese landen bevraagd. Deze mensen worden geselecteerd in functie van leeftijd en geslacht, maar ook per sector zodat iedereen goed vertegenwoordigd is.
Wat zijn de belangrijkste bevindingen van het rapport?

Roeland Motmans: “De belangrijkste bevinding van het rapport is dat van alle werkgerelateerde gezondheidsklachten: het grootste deel (57%) te wijten is aan lichamelijke klachten (zie figuur 1 voor een overzicht van die klachten). Dat zijn rug-, schouder- en knieklachten. Hoewel er veel aandacht gaat naar psychosociale klachten zoals stress en burn-out, komen deze toch beduidend minder voor dan werkgebonden klachten aan het bewegingsapparaat.”
“Een tweede belangrijke vaststelling is dat men weinig evolutie opmerkt in deze cijfers. Het aantal rugklachten blijft zelfs lichtjes toenemen. Ook naar de fysieke risicofactoren kan men niet zeggen dat deze verminderen. Er is duidelijk nog veel fysiek werk, waarbij men manueel moet tillen, duwen, verplaatsen ... Naar sectoren toe is de bouwsector de koploper van fysieke klachten, gevolgd door de zorgsector en productie. Dit zijn inderdaad de sectoren waar men nog veel manueel werk moet doen in combinatie met werkdruk.”
Het is duidelijk dat we in de toekomst alsmaar langer moeten werken. Werkbaar werk is daarin allesbehalve onbelangrijk. Wat heeft de studie daarover te vertellen?
Roeland Motmans: “Werkbaar werk is een uitdaging voor alle fysieke sectoren. Het is niet evident een fysiek belastende job uit te voeren tot aan de pensioenleeftijd. Voor werkbaar werk focust onze overheid zich bijna uitsluitend op de psychosociale factoren. Men zal echter ook veel meer oog moeten hebben voor de fysieke factoren, wil men effectief mensen langer laten werken (zie figuur 2).”
“Anderzijds is er de discussie over de ‘zware jobs’, waar vooral de lobby van de vakbonden doorslaggevend lijkt. In de bouwsector zijn er zeker jobs die hiervoor in aanmerking zouden komen. Ergonomie richt zich vooral op de preventie van fysieke overbelasting. Daarvoor zijn hulpmiddelen en geschikt materiaal heel belangrijk. Zoals eerder aangegeven vraagt dit een financiële inspanning, maar deze loont steeds op langere termijn. Het voordeel is dat alle medewerkers hiermee gebaat zijn. De jongere medewerker van vandaag is immers de oudere medewerker van morgen.”

Is er een achterstand voor de bouwsector betreffende de aandacht voor ergonomie ten opzichte van de andere sectoren?
Roeland Motmans: “Binnen de fysieke sectoren, ook in de bouw, is er door de jaren heen een positieve evolutie op het vlak van ergonomie. Er zijn steeds betere hulpmiddelen gekomen, die ook standaard zijn geworden. Toch blijft het aantal lichamelijke klachten hoog en is een blijvende inspanning nodig. De bouwsector evolueert eerder traag.”
“De moeilijkheid in de bouwsector om aan preventie te doen, speelt zich af op twee vlakken. Enerzijds is er de economische realiteit om zo goedkoop mogelijk te werken. Anderzijds zijn er in sommige gevallen door het systeem van aannemers en onderaannemers weinig echte werknemers. Door het systeem van contracteren voelt men de kost van een zieke werknemer als werkgever veel minder en zal men ook minder bereid zijn om hierin te investeren. De kost van ziekteverzuim en het halen van de pensioenleeftijd is daardoor vooral een zaak van het individu. Werknemers met een arbeidsovereenkomst vallen onder de welzijnswet, die een aantal aspecten op het vlak van veiligheid en gezondheid garanderen. Die groep is kleiner in de bouw vergeleken met andere sectoren.”

Wat poogt VerV te doen om meer aandacht te krijgen voor ergonomie in de bouwsector?
Roeland Motmans: “VerV wil vooral de preventieadviseurs, werkgevers en overheid bewust maken dat er meer aandacht en inspanning nodig is op vlak van ergonomie. Lichamelijke klachten en fysiek werk worden vaak als vanzelfsprekend beschouwd. De overheid moet een eerlijke concurrentie mogelijk maken in combinatie met veilig en gezond werken. Werkgevers moeten dan gelijke inspanningen doen om een minimum niveau van ergonomie te behalen. Een aantal hulpmiddelen dienen standaard te worden in de sector, voor iedereen. Het is aan de preventieadviseur om de knelpunten op te sporen en hiervoor mee oplossingen te bedenken. Vandaag ligt de focus vooral op veiligheid, deze moet ook verbreed worden naar ergonomie.”
In de Europese studie wordt naast fysiek werk ook aandacht gelegd op het langdurig zitten. Kan u hier meer duiding bij geven?
Roeland Motmans: “Waar tillen en verplaatsen van lasten vaak voorkomen, is de grootste stijger het bureauwerk. Vergeleken met vijf jaar geleden zijn er meer werknemers die met een computer werken. Dat verklaart ook waarom de grootste groep mensen vandaag een zittende job uitvoert. Naast de bureauwerkers zijn dit ook de mensen in een controlekamer of die zittend assemblagewerk doen.”
“Voor de bureauwerkers staat ergonomie op de werkvloer doorgaans verder. Een kantoor is een afgebakende ruimte die makkelijk aan te passen is. Een verstelbare bureaustoel, regelbare tafel en groot scherm zijn vaak standaard aanwezig. De medewerkers beschikken dus over goed materiaal. Daarnaast is het belangrijk om het langdurig zitten regelmatig te onderbreken. Dat kan door een dynamische kantoorinrichting en zit-sta tafels. Met de printer of koffiecorner op een centrale plaats, zal de bureauwerker gestimuleerd worden om telkens eens recht te staan. Het geheim schuilt in de afwisseling tussen zitten, staan en bewegen. Dat heet dan ‘wisselwerken’, waar de Vlaamse overheid ook campagne rond voert. Dat zorgt voor een verhoogde aandacht.”
Als we de tabel bekijken met het ‘% aantal klachten aan het bewegingsapparaat tijdens de voorbije 12 maanden’, zien we toch dat vooral de bouw slechter scoort, ten opzichte van de zorg-, productie- en logistieke sector.
Roeland Motmans: “De bouwsector scoort het hoogst wat betreft de lichamelijke klachten. Men kan ook wel zeggen dat de bouw de meest fysiek belastende sector is. Kenmerkend voor de bouw zijn de zware gewichten. Als maximum gewicht wordt 25 kg in optimale omstandigheden vooropgesteld. In de bouw zijn de materialen vaak zwaarder, die dan ook nog eens regelmatig getild of over een afstand gedragen worden. De omstandigheden zijn vaak ook niet ideaal. Vaak is er weinig plaats, zijn er obstakels en dient men in weer en wind te werken.”
“Vandaag ligt de focus vooral op veiligheid, deze moet ook verbreed worden naar ergonomie”
~ Roeland Motmans (Voorzitter VerV)
Zien we een evolutie in de voorbije jaren?
Roeland Motmans: “De fysieke sectoren zoals de bouw, zorg, productie en logistiek zijn klassiekers. In deze sectoren komt nog steeds veel manueel werk voor. Positief is dat de (ergonomische) hulpmiddelen wel toenemen. Daar tegenover staat echter dat de materialen steeds zwaarder worden en de werkdruk toeneemt. Dat is ook in de zorgsector het geval. Ze komen vaker zware patiënten tegen of patiënten die minder kunnen meewerken.”
Is er verbetering in zicht?
Roeland Motmans: "Een drastische verandering zou de komst van cobots kunnen zijn. Dat zijn robots die samenwerken met de mens. De zware lasten en het repetitieve werk zouden dan door de robot uitgevoerd worden, de mens kan dan het maatwerk doen. De mens blijft immers beter in creatieve oplossingen in wisselende omstandigheden.”
Wat heeft de coronaperiode ons geleerd met betrekking tot ergonomie op het werk?
Roeland Motmans: “Corona heeft ervoor gezorgd dat bureauwerkers massaal thuis zijn gaan werken en dat vijf dagen op vijf. De kinesitherapeuten stellen echter een sterke toename vast van de lichamelijke klachten. Werken op een keukenstoel blijkt toch iets heel anders te zijn dan op een bureaustoel.”
Wat is de rol van de werkgever hierin?
Roeland Motmans: “Los van een vergoeding kan de werkgever ook inspanningen doen om de aanschaf van ergonomisch materiaal te faciliteren en te stimuleren. Dat is zijn verantwoordelijkheid. Grote bedrijven hebben zo bijvoorbeeld een raamovereenkomst met hun leverancier van stoelen, zodat ze goede bureaustoelen aan een scherpe prijs kunnen aanschaffen. Sommige bedrijven laten toe dat de medewerkers hier ook gebruik van kunnen maken. Andere bedrijven bieden de stoel aan via hun voordelenplatform of bieden aan de medewerkers een budgetvriendelijke telewerkstoel aan. Nog een andere optie is het afgeschreven bureaumateriaal door te verkopen aan de medewerkers aan een gunstige prijs.”
“Voor IT-materiaal wordt regelmatig een kortingscode voor een webshop aangeboden. Zo kan men voordelig een groot scherm aanschaffen. Er zijn ook bedrijven die een apart toetsenbord, muis en laptophouder aan hun medewerkers geven.”
Welke zijn de voordelen van een telewerkbeleid voor zowel werknemer als werkgever?
Roeland Motmans: “Bovenstaande praktijken zouden nog meer standaard moeten worden. De bureauwerkers zijn al maanden thuis aan het werk en zullen dat nog een tijdje blijven doen. Veel bedrijven geven aan om na corona verder te willen gaan met een vorm van thuiswerken. Bij tot drie dagen per week van thuis uit te telewerken zijn de voordelen immers groter dan de nadelen.”
“Een van de voordelen voor de werkgever is dat er minder kantoorruimte nodig is. Bureauwerkers die tijdens het telewerkbeleid op kantoor gaan, hebben een zee van ruimte. Dat maakt het makkelijker om de 1,5 meter afstand te respecteren, maar betekent ook een betere ventilatie. De hoeveelheid verse lucht per medewerker is dan ook geen probleem. Een goede ventilatie is een van de maatregelen om de verspreiding van corona te voorkomen.”
Een tijdje geleden was er ook nogal wat commotie rond Emma, de collega van de toekomst. Staat dit ons echt te wachten?
Roeland Motmans: “Emma was een commerciële actie van een leverancier van ergonomische hulpmiddelen. De media heeft dit opgepikt zonder het commerciële karakter van de bron te kennen. Waar ze alleszins in geslaagd zijn is om het thema bureau-ergonomie in het nieuws te brengen. Dat betekent echter niet dat dit ons echt te wachten staan.”
“Wat de campagne duidelijk maakt is dat ergonomie en gezondheidspromotie hand in hand moeten gaan. Ergonomie zorgt voor het aanpassen van de werkomstandigheden aan de mens. Daarnaast heeft de mens ook een verantwoordelijkheid voor zijn gezondheid op het vlak van bewegen, roken, alcohol, voeding, ontspanning en slapen. Werkgevers nemen daar soms al initiatieven rond, maar het blijft een gedeelde verantwoordelijkheid.”
Welke tips heeft u ten slotte zelf nog?
Roeland Motmans: “Voor bureelwerkers is het belangrijk om na het werk ook nog voldoende te bewegen. Voor de fysieke beroepen zien we hier een paradox. Wie meer beweegt op het werk, blijkt een minder goede gezondheid te hebben. Het ene bewegen is het andere niet. Ook voor wie een fysieke job heeft, zou na het werk best nog wat bewegen. Stenen sjouwen is geen gratis fitness, aldus de fysieke activiteitsparadox.”
Roeland Motmans – Voorzitter VerV (Beroepsvereniging voor Ergonomie)
Werkervaring
Roeland Motmans heeft al 20 jaar ervaring als ergonoom. Zo oefende hij 8 jaar in zijn carrière de functie van Docent Ergonomie uit aan KHLim en Sint-Lucas Architectuur. De laatste jaren werd Roeland Domeinverantwoordelijke Ergonomie bij de Colruyt Groep en werd hij in 2016 tot voorzitter verkozen van VerV. Sinds 2020 is Roeland Motmans Ergonoom bij Delhaize.
VerV – Beroepsvereniging voor Ergonomie
VerV is de beroepsvereniging voor ergonomie. De doelstelling is het uitwisselen van kennis en ervaring via studiedagen, het organiseren van de opleiding tot ergonoom en het adviseren van beleidsorganen. VerV is georganiseerd in drie werkgroepen: zorg, kantoor en industrie. Deze brengen de specialisten van elk domein samen.