Hoe werkt u door vocht aangetaste muren af?

Bladdert de verf af? Vertonen er zich vlekken op de muur of komt het behangpapier los? De kans is groot dat er vocht achter deze aanslag op de muur zit. Er zijn verschillende remedies die vocht te lijf gaan, maar vooral een grondige afwerking van de aangetaste muur is van groot belang om een vakkundig en duurzaam resultaat te garanderen.
VOORALEER U BEGINT
Neem bij een vochtige ondergrond altijd eerst maatregelen die de vochttoevoer naar de ondergrond verhinderen, vooraleer u er een bekleding op plaatst die de droging kan vertragen, zoals bitumineuze bepleisteringen, cementering, bekuipingen, waterdichte folies, thermische isolatie, keramische tegels of voorzetwanden. Het vochtgehalte kan immers stijgen als de verdamping bemoeilijkt of belet wordt, en het vochtprobleem kan zich verplaatsen naar andere constructieonderdelen.

VOCHTPROBLEMEN AANPAKKEN
Vochtproblemen in een gebouw behandelen zonder eerst de oorzaak ervan te achterhalen, is om problemen vragen. Gelijkaardige vochtproblemen hebben niet altijd dezelfde oorzaak en vereisen soms totaal verschillende interventietechnieken.
Bouwvocht
Bouwvocht is het vocht dat achterblijft na het voltooien van de bouw- of renovatiewerken. Voor een traditionele eengezinswoning schat men dat er ongeveer 5.000 liter bouwvocht in de bouwmaterialen achterblijft. Daarom is het zo belangrijk om meerdere maanden te wachten met het aanbrengen van de afwerkingen, totdat de ondergrond voldoende droog is.
Condensatievocht
Hoe lager de temperatuur, hoe minder goed de lucht de waterdamp kan vasthouden. Als gevolg slaat de waterdamp neer (= condenseren). Die condensatie vindt vooral plaats op oppervlaktes waarvan de temperatuur laag is (vandaar de druppels op ramen of muren in de winter). Condensatievocht kan (de afwerking van) poreuze materialen zoals baksteen, cement, gips en hout aantasten, en is evenzeer de ideale groeibodem voor schimmels. Om condensatievocht tegen te gaan is het belangrijk om de ruimte doordacht te isoleren (en zo te grote koudeverschillen in de ruimte te voorkomen), en tezelfdertijd voldoende te verwarmen en aangepaste ventilatie te voorzien, zodat de waterdamp in de lucht blijft zitten en niet neerslaat.

Regenwaterinfiltraties
Regenwater kan op verschillende manieren infiltreren in de woning. Controleer het metselwerk (bv. een slecht werkende spouw, geen spouw, enz.), het schrijnwerk (gebrekkige dichtheid van de verbindingen), het dak (infiltraties via de schoorsteen), de afvoerpijpen, enz. op gebreken.
Opstijgend vocht
Opstijgend vocht is te vinden op metselwerk dat rechtstreeks in contact staat met de grond. De plaatsing van een vochtscherm aan de muurvoet is tegenwoordig de gangbare praktijk in nieuwe gebouwen. Deze praktijk kan in bestaande gebouwen nagebootst worden door de muur te onderkappen en een waterdicht materiaal in de te behandelen muur aan te brengen. Vanwege de vereiste voorwaarden voor dit soort interventie (geen stabiliteitsproblemen, beperkte dikte van de muur, ononderbroken horizontale voegen, toegang tot beide zijden van het metselwerk, de arbeidsintensieve techniek en het vele lawaai en stof ...) is de toepassing ervan in de praktijk echter zeer beperkt. Een andere ingreep bestaat uit het maken van een fysicochemische barrière aan de muurvoet door de injectie van vochtwerende producten. Deze methode levert in de praktijk uitstekende resultaten op en is veelzijdiger en gemakkelijker toe te passen.

DIAGNOSE VAN DE VOCHTPROBLEMEN
Welke meetapparatuur?
Om de vochtige zones te lokaliseren, zijn meetapparaten die de elektrische weerstand en capaciteit in kaart brengen, erg handig. Maar om het vochtgehalte van de bouwmaterialen met zekerheid te weten, moeten er proefstalen worden gemaakt. Die worden ter plaatse of in het labo geanalyseerd met behulp van een carbidefles of door de weegmethode op boorstalen. Als men vermoedt dat fenomenen zoals condensatie aan de basis liggen van de vastgestelde problemen, kan het nuttig zijn om de relatieve luchtvochtigheid in de ruimte te meten, bv. met een hygrometer of hygrograaf. Koude zones die gevoelig zijn voor condensatie kunnen dan weer eenvoudig worden opgespoord met behulp van een infrafroodcamera.
Wanneer is ingrijpen noodzakelijk?
Bij een vochtgehalte van het metselwerk <3% is een behandeling van het vochtprobleem overbodig. Bedraagt het vochtgehalte tussen 3 en 5%, dan is een behandeling aan te raden wanneer er vochtschade is te zien of als er bekleding wordt aangebracht (bv. thermische isolatie). Bij een vochtgehalte van >5% is een vochtbehandeling noodzakelijk.
UITDROGEN
Nadat de oorzaak van het vochtprobleem is aangepakt, duurt het nog een hele tijd vooraleer de muur droog is. De gemiddelde droogtijd bedraagt ongeveer een week per cm muurdikte, maar dat hangt heel sterk af van de drogingsomstandigheden. Om de droogtijd te beperken, is voldoende ventilatie en basisverwarming van de ruimtes essentieel.
LET OP MET ZOUTEN
Nadat het vochtprobleem is aangepakt, zitten er meestal nog grote hoeveelheden oplosbare zouten in het metselwerk. Tijdens de droging van de muren, verdampt het water immers en worden de oplosbare zouten afgezet. Het zoutgehalte kan bijvoorbeeld worden gemeten via scheikundige analyses in het labo, of worden gecheckt met speciale strips. Afhankelijk van de omstandigheden en van het type zouten, kunnen deze zouten kristallen vormen, ofwel, als het om hygroscopische zouten gaat, kunnen ze een deel van het vocht in het metselwerk vasthouden, waardoor dat niet volledig kan drogen. De kristallen kunnen droog afgeborsteld worden en veroorzaken meestal geen problemen, zodra de muur droog is. Hygroscopische zouten zijn echter vervelender en kunnen zich verplaatsen naar de afwerkingslaag en die beschadigen en er vlekken op achterlaten. Om deze onaangename verrassingen te vermijden, is het aangewezen om de afwerking en het metselwerk van elkaar te scheiden, zodat er geen verbinding tussen beide onderdelen bestaat. De zouten kunnen immers niet worden geneutraliseerd of moeilijk uit de muur worden gehaald.

AFWERKEN VAN DOOR VOCHT AANGETASTE MUREN
Fysieke barrière is nodig
De kern van elke oplossing is een fysieke barrière opwerken tussen de afwerking en de door vocht en zouten gecontamineerde muur. De afscheiding moet gebeuren op de volledige hoogte waarop het vocht betrekking had. Daarna kan men nieuwe afwerkingen bovenop de afscheiding aanbrengen. Aangezien deze afscheidingssystemen waterdicht moeten zijn, is het belangrijk die pas te plaatsen wanneer de muur volledig droog is, tenzij men er zeker van is dat de muur via de andere zijde kan drogen. Zo niet, dan bestaat de kans dat het vocht en de zouten zich verplaatsen naar hogere gedeeltes van het metselwerk. De afscheiding kan gebeuren door middel van:
- stijve platen uit polyethyleen of noppenfolies met een thermisch opgelast wapeningsnet voor grote oppervlakken;
- een waterdichte bekleding op basis van cement of kunstharsen voor kleinere oppervlakken.

De beste optie is het aanbrengen van een speciaal ontwikkelde folie of noppenfolie. De bevestiging kan gebeuren met behulp van lijm of met speciale kunststof pluggen. De folie fungeert als een fysiek scherm, dat verdere vochtopname door de zouten verhindert. Eenmaal aangebracht is de folie meteen te bepleisteren of af te werken met plaatmateriaal, zonder noemenswaardige voorbereiding.

De folie wordt in verticale stroken op de ondergrond aangebracht, met de noppen richting binnenwand. Het is belangrijk om speciale maatregelen te treffen bij doorboringen (stopcontacten, buisdoorgangen, …), aansluitingen en hoeken met behulp van waterdichte folies en banden, om elk contact van de afwerkmaterialen met de ondergrond te verhinderen. Belangrijk is dat de eerste laag van de pleisterafwerking krachtig in de noppen wordt aangeduwd, in een dikte tot ca. 5 mm boven het weefsel. Gipskartonplaten worden met kleefgips tegen het membraan aangezet, met de rei uitgericht en aangedrukt.

Aandachtspunten
Bij de afwerking van een muur die door opstijgend vocht werd aangetast, is het van belang dat de nieuwe afwerking stopt boven het waterdicht membraan of het injectieniveau om te verhinderen dat vocht toch haar weg vindt naar de poreuze binnenbepleistering. Er moet ook vermeden worden dat verticale inkepingen (bv. voor leidingen of kabels) opgevuld worden met mortel of met een niet-waterwerende pleister, om vochtoverdracht te voorkomen. De plinten dienen droog of met behulp van een waterwerende mortel te worden geplaatst.
Geen fysieke barrière mogelijk?
Voor toepassingen op vochtig zoutbelast metselwerk waarbij het niet mogelijk is om het vocht te blokkeren, of als er een groot risico is dat het vochtprobleem zich verplaatst bij het voorzien van waterdichte bedekkingen … kan voor een saneerpleister worden gekozen. Die zijn zo ontworpen dat het vocht uit het metselwerk kan verdampen, terwijl de zouten in de massa van de bepleistering opgesloten blijven, zodat die zouten geen schade kunnen aanrichten. Deze pleisters hebben wel een beperkte levensduur van 5 à 15 jaar, afhankelijk van het zoutgehalte in de onderliggende constructie. Ook als men niet kan wachten tot de muur volledig is uitgedroogd na antivochtingrepen, worden saneerpleisters soms ingezet.
Bronnenmateriaal: WTCB, Technische Voorlichting 252