Drogen van hout
Als je een boom net hebt gekapt, zit het hout nog vol water. Soms wel twee keer zoveel als het eigen gewicht van het hout! Het is dus een fabeltje dat hout in een paar weken droog is. Goed drogen duurt lang en vraagt geduld en kennis.
Hout en water
Hout is hygroscopisch. Dat betekent dat het water uit de lucht kan opnemen, maar ook kan afgeven. Hoeveel vocht erin zit, bepaalt hoe geschikt hout is voor specifieke toepassingen.
De vier fases van houtvocht

1.) Nat hout (vers gekapt)
Vers gekapt hout bevat zowel vrij water in de open ruimtes (celholten) als gebonden water in de celwanden. De celwanden zitten helemaal vol met water en de holtes zijn deels gevuld. Na het vellen begint het water te verdampen en neemt het vochtgehalte af.
2.) Vezelverzadigingspunt (VVP)
De celwanden zijn nog nat, maar de binnenkant van de cellen is leeg. Het vochtgehalte zit dan, afhankelijk van de houtsoort, tussen 22% en 35%. Onder het vezelverzadigingspunt begint het hout te krimpen of zwellen.
3.) Tussenfase
Het vochtgehalte is nu lager dan het vezelverzadigingspunt (VVP). Het hout bevat alleen nog gebonden water in de celwanden. In deze fase zal het hout enkel nog krimpen of uitzetten als de luchtvochtigheid verandert. Dit is het beste moment om hout te gebruiken voor meubels, schrijnwerk of andere toepassingen.
4.) Helemaal droog
Alleen te bereiken in een speciale oven. Het hout bevat dan 0% vocht. Dit komt in de praktijk bijna nooit voor.
Waarom het vochtgehalte meten?
Om hout goed te kunnen gebruiken, moet je het vochtgehalte kennen.
- De ovenmethode: Weeg een nat stukje hout, droog het in een oven (103°C) en weeg het opnieuw. Zo weet je precies hoeveel water eruit is gegaan.
- Elektrische vochtmeter: Hout dat nog nat is, geleidt elektriciteit beter. De vochtmeter meet de weerstand en geeft een vochtpercentage.
Waarom werkt hout?
Hout krimpt of zwelt door schommelingen in het vochtgehalte het het krom trekken, krimpen of zelfs scheuren. Dat komt doordat hout niet in alle richtingen evenveel krimpt. Het hangt af van de houtvezels en de plaats in het rondhout.

Elk stuk hout heeft een specifiek vochtgehalte nodig, afhankelijk van waarvoor je het gaat gebruiken. Dus: eerst meten, dan gebruiken!
- Fineer: 4-10%
- Muziekinstrumenten: 7-9%
- Parket: 8-12%
- Binnenschrijnwerk: 10-12%
- Meubelen: 11-13%
- Buitenschrijnwerk: 15-18%
- Traditioneel daktimmerwerk: 15-18%
- Spanten: 17-22%
Gebruik dus altijd hout met het juiste vochtgehalte voor jouw project!
Hoe kan je hout drogen?
Tijdens het drogen verdampt het water langzaam uit het hout, tot het het juiste vochtgehalte heeft bereikt. Elke houtsoort droogt anders. Daarom bestaan er verschillende manieren om hout goed te drogen:
1. Natuurlijke droging (buiten laten drogen)

Het hout ligt gestapeld met latjes ertussen, op een droge plek beschermd tegen regen en zon. Door de luchtcirculatie tussen de stapels verdampt het vocht langzaam, waardoor het hout op een natuurlijke manier droogt. Zo droogt het traag maar goed.
2. Kunstmatige droging
Natuurlijk drogen van hout is een lang proces, daarom wordt steeds meer gebruikt gemaakt van kunstmatig drogen waar het droogproces aanzienlijk wordt versneld. Dit gebeurt in speciale droogkamers / -installaties.
Er zijn verschillende manieren:
- Warme lucht: Ventilatoren blazen warme lucht door de stapels hout. Het vocht verdampt snel en wordt afgevoerd naar buiten

- Warmtepomp: Hout kan ook kunstmatig gedroogd worden met een warmtepomp. Daarbij wordt het vocht uit het hout gezogen en de lucht daarna opnieuw opgewarmd. Die warme lucht gaat dan weer door het hout. Alles gebeurt in een gesloten ruimte, dus er gaat geen warmte verloren. Het is een slimme en energiezuinige manier om hout te drogen.

- Vacuümdroging: De druk wordt verlaagd, waardoor water sneller verdampt. Heel snel en precies, ideaal.

Hoe stapel je hout juist?
- Begin met een vlakke onderlaag (dwarsliggers). Afhankelijk van de dikte kan de afstand tussen de dwarsliggers variëren tussen 30cm en 1m.
- Leg stapellatten (allemaal even dik) tussen elke plank.
- Zorg dat de stapellatten recht boven elkaar liggen – zo voorkom je dat hout krom trekt.
Let op de kopse kanten: Die drogen sneller en kunnen barsten. Spijker er een lat op of smeer ze in met bijvoorbeeld rubberverf.
Tip: Sommige houtsoorten zoals eik (bevat looizuur) kunnen zwarte strepen nalaten die nadien nog moeilijk uit het hout weg te krijgen zijn.