Natuurlijke verduurzaming naaldhout
Naaldhout is in België de houtsoort bij uitstek voor constructieve en andere toepassingen in de bouw. Dat dankt het onder andere aan zijn hoge beschikbaarheid, het hoge rendement waaraan het verwerkt kan worden en de specifieke opmaak van het hout. Dankzij het relatief hoge aandeel spinthout hebben naaldhoutproducten immers een gelijkmatige structuur met een beperkt aantal knopen.
De keerzijde van de medaille is een beperkte natuurlijke duurzaamheid (zie Codes & Classificaties).
- Ten eerste behoort het kernhout van douglas, vuren en grenen – de meest gebruikte naaldhoutsoorten in België – tot, respectievelijk, duurzaamheidsklassen III, IV en III-V;
- Ten tweede leidt het hoge percentage spinthout – per definitie duurzaamheidsklasse V – tot een verdere vermindering van de natuurlijke duurzaamheid van naaldhoutproducten. De enige uitzondering is western red cedar
(WRC). Deze naaldhoutsoort bevat veel minder spinthout en behoort tot duurzaamheidsklasse II. WRC groeit echter hoofdzakelijk in Noord-Amerika en wordt in België slechts beperkt toegepast.
CODES EN CLASSIFICATIES
Duurzaamheidsklasse
De duurzaamheidsklasse verwijst naar de natuurlijke weerstand van het kernhout ten opzichte van houtetende schimmels. De klassen worden gedefinieerd volgens norm NBN EN 350-1.
I = zeer duurzaam
II = duurzaam
III = matig duurzaam
IV = weinig duurzaam
V = niet duurzaam
Gebruiksklasse
Norm NBN EN 335-1 definieert vijf gebruiksklassen, rekening houdend met het risico op de ontwikkeling van biologische agentia.
1 = binnen en afgeschermd (droog)
2 = binnen of afgeschermd (soms vochtig)
3 = buiten en bovengronds (frequent vochtig)
4.1 = buiten, in contact met de grond en/of zoet water (overwegend vochtig)
4.2 = buiten, in contact met de grond en/of zoet water (permanent vochtig)
5 = in zout water (permanent vochtig)
