29 concrete tips om warmtepompen te installeren
Wat zijn de do's-and-don'ts?
Duurzame technieken, zoals de warmtepomp, blijken soms nog een drempel te zijn voor installateurs. Toch hoeft een warmtepomp installeren niet complex te zijn. Voor de basis van dit artikel deden we een beroep op het document 'Installatietips warmtepomp: do's & don'ts' dat werd opgesteld door een fabrikant van warmtepompen.
- Als men de warmtepomp (WP) optimaal wenst in te zetten, dan kiest men het best voor een laagtemperatuurafgiftesysteem.
- Zorg voor een beperkte legafstand bij het plaatsen van vloerverwarming (15 of 20 cm). Sommige fabrikanten raden aan om bij voorkeur een nog kleinere afstand te voorzien (10 cm). Een kleine afstand tussen de buizen zorgt namelijk voor een lagere aanvoertemperatuur en dus voor een hoger rendement van de warmtepomp.
- Kiest u voor de combinatie met radiatoren, opteer dan voor lagetemperatuurradiatoren met een laagtemperatuurregime (LT) 45/35 °C = 3,5 Watt (of mediumtemperatuur 50/40 °C).
- Selectie radiatoren met hogetemperatuurwarmtepompen (HT) HT-regime 60/50 °C (1,6) of 65/55 °C (traditioneel 75/55/20 °C). Bepaalde HT-warmtepompen zijn voorzien voor het halen van een temperatuur tot 60 °C. Sommige fabrikanten raden aan om bij temperaturen boven 60 °C de warmtepomp bivalent te laten werken, in combinatie met een traditionele ketel. Ook bij een HT-WP geldt dat hoe lager de aanvoertemperatuur is, hoe beter het rendement zal zijn. Kies daarom altijd radiatoren met een zo laag mogelijke aanvoertemperatuur.
- Is er sprake van een hoger waterdebiet, besteed dan aandacht aan de diameter van de leidingen (dT 5 à 7 °C i.p.v. 20 °C = waterdebiet x 3 à x 4).
- Verschilt het debiet van het primair en secundair watercircuit, dan moet u een evenwichtsfles of buffervat toepassen. Zorg voor een gepaste diameter en een correcte positie van de vier aansluitingen.
- Werken met een buffervat is aangewezen, maar niet absoluut noodzakelijk bij invertergestuurde modulerende warmtepompen en bij installaties met voldoende waterinhoud, zoals bij vloerverwarming. Wel aanbevolen bij ventilo's en radiatoren.
- Bij het gebruik van zonnepanelen en een zonneboiler (hybridecombinatie WP), is het gebruik van een buffervat voor de energieopslag een must. Gebruik bij voorkeur een regeling die zowel zonne-energie als de WP aanstuurt. Opgelet, met een delta T van 5 graden Celsius (5 °C) kan een buffervat van 1.000 liter slechts 6 kWh leveren.
- Voor de combinatie vloerverwarming - zonthermisch systeem, moeten een extra pomp en een driewegsventiel worden voorzien om de temperatuur te kunnen begrenzen.
- Het afregelen van het waterdebiet gebeurt door de debietregelkraan (strangregelventiel) en het instellen van de draaisnelheid van de circulatiepomp (I-II-III).
- De circulatiepomp staat bekend als een verbruiker. Laat deze dus niet continu werken en zorg voor een correct debiet. Met andere woorden: laat deze dus enkel werken indien nodig. Vrij opgestelde pompen moeten sinds 01/01/2013 steeds klasse A zijn. Ingebouwde pompen in warmte-opwekkers moeten van het type A-klasse zijn vanaf 01/08/2015.
- De waterfilter moet horizontaal worden opgesteld tussen twee afsluiters. Dit vereenvoudigd de inspectie en reiniging. Pijl in retourleiding. De vuilfilter moet voor de WP staan, zodat deze beschermd is tegen eventueel vuil uit de verwarmingsinstallatie.
- Kies het expansievat in functie van de totale waterinhoud (ook op secundair circuit en tevens op broncircuit bij bodem-/waterwarmtepompen).
- Volgens de code van de goede praktijk bij warmtepompen: WP tussen afsluitkranen, vulset, ontluchters, leidingslengte, diameters.
- Zowel bij renovatie als bij nieuwbouw dient u een vuilafscheider toe te passen voor de WP (bestaande piping). Deze ingreep is eveneens een must bij onzuiverheden in het leidingstracé.
- Bij het gebruik van een boiler voor sanitair warm water (SWW) voorziet u het best een sanitair voorraadvat met een groter volume op lagere temperatuur (300 of 400 liter).
- Maatregelen voor vorstbeveiliging: split model/pomp + tracing + isolatie/ glycol (30% antivries)/vorstventiel 4 °C. Sommige splitwarmtepompen hebben een ontdooiingscyclus, en maken geen gebruik van glycol. Daarenboven zijn er nu ook intelligente pompsturingen op de markt.
- Zorg dat het WP-toestel altijd onder spanning staat bij vriesweer! De warmtewisselaar van de monoblokcondensor is nooit helemaal leeg! Schakel tijdens de winter ook nooit de netspanning uit bij een monoblok.
- De vrije ruimte onder het buitendeel moet minstens 20 cm zijn. Hierdoor kan het dooiwater makkelijk afvloeien (verwarmingslint en eventueel lekpan).De vrije ruimte onder het buitendeel moet minstens 20 cm zijn.
- Plaats de buitenunit op rubberen trillingsdempers. Houd rekening met de windkracht en plaats de unit bij voorkeur op een betonnen sokkel.
- Check ook altijd de elektriciteitsteller: mono 230 V of 400 V/3, amperage, softstart of inverter (startstroom). Aan-/uittoestel met on-/off-compressor wordt best voorzien van een softstart om de hoge startstroom te vermijden. Een lage startstroom kenmerkt een invertergestuurde WP.
- Tweevoudig uurtarief bij WP: goedkope warmte in stille uren (weekend- en nachttarief: 21 tot 06 uur of 22 tot 07 uur).
- Indien ook gekoeld wordt (actief of passief) via de WP, dan moet men dampdicht/luchtdicht isoleren, het dauwpunt controleren, zorgen voor een temperatuurbegrenzing van de kring radiatoren, ventilo-convectoren toepassen en condensafvoer voorzien.
- Adviseer steeds het gebruik van een aparte kWh-teller, zo kan de eindgebruiker het opgenomen energieverbruik van zijn WP netjes volgen.
- Een ringleiding met sanitaire pomp is een energievreter en tast de stratificering van het SWW-voorraadvat aan. Hierdoor moeten er meerdere laadcycli per dag voorzien worden.
- Zorg voor een een goede isolatie van de leidingen tussen binnen- en buitenunit.
- Zorg voor een constant primair debiet over de warmtepomp, ook als de ventielen van de verschillende verbruikers dicht staan.
- Een goede dimensionering van het toestel in functie van de toepassing is cruciaal. Overdimensioneren is niet goed voor het rendement van de WP.
- Dit om het verbruik niet onnodig te laten oplopen door een te hoog verbruik op uw naverwarmingselement op duur tarief.
Bron: 'INSTALLATIETIPS WARMTEPOMP: DO'S & DON'TS', Camair NV - Airwell Warmtepompen. Aanvullingen door: CTC, Daikin, Groupe Atlantic, Thercon, Thermelec en Thermocomfort