Bitumensoorten
Momenteel worden er nog drie soorten bitumen gebruikt in de verwerking van de bitumineuze dakrollen. De geoxideerde of de geblazen bitumen, de SBS-bitumen of elastomeerbitumen en de APP-bitumen of plastomeerbitumen.
Geoxideerde of geblazen bitumen
Dit zijn bitumen die verbeterd zijn door er lucht bij de blazen. Deze dakrollen mogen nog enkel gebruikt worden voor onderlagen en dampschermen, daar de eigenschappen van deze bitumen niet voldoen om als eindlaag te gebruiken (snelle veroudering, breekt snel bij lage temperaturen en vloeit snel bij hoge temperaturen). Sommige fabrikanten hebben ervoor gekozen om deze bitumen niet meer te gebruiken voor onderlagen en dampschermen en te vervangen door gemodificeerde bitumen of aangepaste polymeerbitumen. Het voordeel is dat membranen op basis van polymeerbitumen minder snel breken bij lage temperaturen en minder snel vloeien bij hoge temperaturen.
App-bitumen
Dit is een mengsel van 70% bitumen en 30% atactisch polypropyleen. Dit bitumenmengsel wordt gebruikt voor zowel dampschermen, onderlagen als toplagen. Het heeft als voordeel dat het een hoge vloeiweerstand heeft, uv-bestendig is en relatief goed bestendig is tegen koude temperaturen (-5 à -15 °C). Als nadeel kan men noteren dat het een stug en stijf materiaal is, een geringe kleefkracht heeft aan de lasnaden en voor een naakte APP (zonder leislag aan de bovenzijde) agressief kan optreden naar andere materialen.
Sbs-bitumen
Dit is een mengsel van 88% bitumen en 12% styreenbutadieenstyreen. Ook dit mengsel wordt gebruikt voor zowel dampschermen, onderlagen als toplagen. De SBS-mebranen hebben de laatste tijd heel wat meer vooruitgang geboekt op gebied van ontwikkeling. Zo kunnen membranen uit SBS-bitumen ook gebruikt worden voor zelfklevende uitvoeringen. SBS-bitumen bieden heel wat voordelen. Ze zijn zeer elastisch, vertonen een zeer hoge bestendigheid tegen lage temperaturen (koude buig -30 °C), vertonen een trage veroudering, hebben een grote kleefkracht op de lasnaden, en zijn niet agressief naar andere materialen toe. Als nadeel kunnen we aanhalen dat het product tijdens extreme warme dagen moeilijker te verwerken is.
Soorten bitumineuze afdichting volgens functie
Dampschermen (dikte 1,5, 3 of 4 mm)
Dit zijn bitumineuze banen die gebruikt worden rechtstreeks op de ondergrond en onder de isolatie. De sterkte van de dampremmende laag is afhankelijk van de inlage en van de dikte van het membraan. Het type dampscherm is afhankelijk van de binnenklimaatklasse van het gebouw (vochtproductie), en van de aanwezigheid van bouwvocht, draagvloer, wijze van bevestiging van de afdichting en het type isolatiemateriaal.
Onderlagen (dikte 3 of 4 mm)
Deze membranen worden meestal gebruikt voor toepassingen met tweelaagse uitvoeringen. Deze laag kan ook nodig zijn bij mechanische bevestigingen, indien er niet in de overlapping bevestigd wordt.
Dampdrukverdelende lagen of venti-systemen (dikte 3 Of 4 mm)
Deze membranen zijn nodig waar vocht in de ondergrond zit of indien er op bepaalde isolatietypes (PUR/ PIR/isolatiemortel) gewerkt moet worden. Hierdoor ontstaat er een partiële hechting aan de ondergrond bij plaatsing volgens de vlamlasmethode. Momenteel bestaan er ook zelfklevende dampdrukverdelende lagen die enkel toepasbaar zijn onder bepaalde voorwaarden.
Toplagen of eindlagen (dikte 4 of 5 mm)
Dit zijn bitumineuze dakbanen uit plastomeer- of elastomeerbitumen (APP of SBS). Deze laag is zichtbaar na uitvoering en is meestal afgewerkt met een granulaat, leislag of een zand/talkmengeling. De afwerking is afhankelijk van de functie van de vereisten van het dak: bv. wortelwerend voor een daktuin, uv-bestendig, brandvertragend (Broof(t1)), chemische weerstand, …