ArchitectuurPremium

"BOUWEN, ALS HET ECHT NIET ANDERS KAN"

RE-ST strijdt tegen zwerfruimte en onderbenutting van gebouwen

Design Museum Gent uitbreiding
Voor de uitbreiding van het Design Museum Gent werd geopteerd voor een licht monoliet volume dat de rooilijn sluit, maar het museum opent naar de straat (@ Carmody Groarke - ATAMA - RE-ST)
Design Museum Gent binnenplein
Voor de uitbreiding van het Design Museum Gent werd geopteerd voor een licht monoliet volume dat de rooilijn sluit, maar het museum opent naar de straat (@ Carmody Groarke - ATAMA - RE-ST)
1/2

Het architectenbureau RE-ST is niet alleen een ontwerpatelier, maar wil vooral ook een onderzoeksplek zijn. Vennoten en roergangers Dimitri Minten en Tim Vekemans, die 7 jaar geleden werden versterkt met Bob Van Abbenyen, werpen zich meer dan ooit in de kijker met wat zij ‘zwerfruimtes’ noemen. “We hebben te veel en te kwistig gebouwd. Er is nog voldoende ruimte over binnen ons bestaande bouwpatrimonium.”

    

geen klassieke tred

Tim Vekemans en Dimitri Minten
Tim Vekemans en Dimitri Minten, vennoten RE-ST: "Onze architectuurpraktijk is gefundeerd op het onderzoek dat we de komende jaren nog verder willen uitdiepen"

“Ik ben 15 jaar voorzitter geweest van Architectuurwijzer vzw”, opent Dimitri Minten het gesprek. Deze organisatie werkt – naast onder meer voor Archipel, Stichting Stad en Architectuur, Ar-tur en het Vlaams Architectuurinstituut – aan een Vlaamse architectuurcultuur. “Als vrijwilligers hebben we de vereniging, opgericht in 1991, verder geprofessionaliseerd. Sinds enkele jaren heeft de vereniging een stabiele werking met een sterke artistieke en zakelijke leiding. Vandaag heeft de organisatie diverse subsidies en sponsors voor tentoonstellingen, onderzoeksopdrachten, publicaties, workshops, lezingen…”

Voor Minten en Vekemans was de tijd rijp om iets nieuws te starten. Dimitri Minten: “We zijn vandaag op verschillende vlakken actief: onderwijs, onderzoek, ondernemen, ontwerpen.” Daarmee wijkt het bureau af van de ‘normale’ en ‘klassieke’ tred van een doorsnee architectenbureau: ontwerpen en bouwen.

"Wij verzetten ons tegen de traditionele architectuurproductie. Wij willen geen gebouwen produceren die niet nodig zijn"

Van Bekaert tot Berlage

Dimitri Minten: “RE-ST komt van de vraag: wat rest ons? Wat moeten architecten doen in deze 21ste-eeuw? Een paar jaar geleden, in het begin van onze praktijk, lazen we een tekst waarin Geert Bekaert de vraag stelde “Waarom nog architecten?”. Bekaert stelde daarin dat we er als architect zijn om ruimtelijke oplossingen te geven en dat architecten in de eerste plaats moeten kijken naar wat de maatschappelijke behoeftes zijn."

"Wij verzetten ons tegen de traditionele architectuurproductie. We stelden ons beiden hardop de vraag: : waarmee kunnen architecten in de 21ste-eeuw de maatschappij nog van dienst zijn? Toen wij ons bureau opstartten, wilden we niet in de val trappen om, zoals Bekaert het formuleerde met een knipoog naar Berlage, huisjes te morsen. Zo vroegen we ons af: wat bewaren we en wat bewaren we niet? Het is ook een metafoor voor onze consumptiemaatschappij, waarbij gebouwen worden geproduceerd die gewoon niet nodig zijn en die verworden tot ‘afval’. We zullen het onderzoek in de komende jaren voortzetten. Ik heb het gevoel dat we meer nood hebben aan een culturele architectuurpraktijk én een vanuit de praktijk gestuurd onderzoeksatelier. Onze architectuurpraktijk is gefundeerd op het onderzoek dat we de komende jaren nog verder willen uitdiepen. We zullen er in ons kantoor meer ruimte voor vrijmaken, we beschouwen opgedane kennis als het fundament van onze architectuurpraktijk.”    

zaal Harmonie in Antwerpen
Bij de herbestemming van de zaal Harmonie, de Oranjerie en Conciërgewoning in Antwerpen trachtte RE-ST in samenwerking met Atelier Kempe Thill het gebruik zo breed mogelijk te maken (© Beelldbou)
zaal Harmonie Antwerpen
Bij de herbestemming van de zaal Harmonie, de Oranjerie en Conciërgewoning in Antwerpen trachtte RE-ST in samenwerking met Atelier Kempe Thill het gebruik zo breed mogelijk te maken (© Beelldbou)
1/2

De laatste steen

De Laatste Steen
De laatste steen van België (© Luc Deleu)

Dimitri Minten: “Elke ruimte die we hebben binnen het bestaand patrimonium hebben we nodig. Dat is een inzicht dat we van bij de oprichting van RE-ST hebben gesteld. Er is nood aan meer onderzoek naar de potentie van wat we reeds gebouwd hebben. We zullen er de komende jaren wel zoet mee zijn.”

In hun discours van het niet-bouwen refereert RE-ST graag aan het controversiële werk van de conceptuele kunstenaar/architect Luc Deleu. Dimitri Minten: “Het niet-bouwen ontspringt uit zijn bekend metaforisch kunstwerk “De laatste steen van België” (1979), waarmee hij op een ludieke manier de bouwwoede in ons land hekelde.”

Tim Vekemans: “Ik herinner mij nog een debat, ruim twintig jaar geleden, ik denk in het kader van de architectuurprijs Vlaams-Brabant. Ik vroeg me toen als pas afgestuurd architect af of er binnen een architectuurpraktijk ook onderzoek moet gedaan worden. Een van de aanwezige bekende Vlaamse architecten antwoordde dat dit al aan de universiteiten gebeurt. Vandaag zien we dat de architectuuropleiding inmiddels een academische discipline is geworden. Maar toen was het nog lang niet aan de orde.”   

Rozemaai Ekeren
Tijdens een renovatie in de sociale woonwijk Rozemaai in Ekeren hebben RE-ST en Atelier Kempe Thill twee brutalistische woonblokken volledig herontworpen; alleen het betonskelet werd behouden (© Ulrich Schwarz)

Toekomst kerkgebouwen

In 2021 publiceerden RE-ST (Antwerpen), Endeavour (Antwerpen) en dr. Roel De Ridder (UHasselt) samen een vlugschrift over de toekomst van onze kerken: Tien sleutelgeboden. Het boekje heeft het formaat van een kerkboekje en speelt in op de toekomst van leegstaande kerken in Vlaanderen. Het Team Vlaams Bouwmeester had eerder in 2015 al het Projectbureau herbestemming kerken in het leven geroepen. “We waren één van de zes raamcontractanten en hebben binnen ons collectief Studio Open Kerken (nvdr RE-ST, ATAMA, Petillon Ceuppens, Endeavour en Roel De Ridder) 34 kerken in Vlaanderen onderzocht naar hun nieuwe toekomstmogelijkheden.”

Tien sleutelgeboden
RE-ST, Endeavour en Roel De Ridder schreven samen het ‘Tien sleutelgeboden – vlugschrift over de toekomst van onze kerken’. "Daarin duiden we het enorme potentieel van kerkgebouwen" (© RE-ST)

Tim Vekemans: ”Eerst en vooral moet een kerk in aanmerking komen. We onderzoeken via ontwerpend onderzoek de uiteenlopende mogelijkheden. Je maakt dan een analyse, niet enkel van het gebouw, de site en de omgeving, maar ook van de betrokken gemeenschap. We bestuderen eerst de mogelijkheden zonder rekening te houden met het kostenplaatje en gaan na welke functies eventueel in aanmerking komen. Drie, vier scenario’s tekenen we vervolgens uit waaronder één droomscenario. Bij presentatie komen de vragen over hoever we kunnen gaan. Het spreekt voor zich dat we niet enkel met de gemeente overleg plegen, ook met de buurt, met het agentschap Onroerend Erfgoed en andere actoren. Op die manier komen we aan een voorkeursscenario. Het is een feit dat we uit die voorstudies onze lessen hebben getrokken. Het is zoeken naar wie de sleutel wil overnemen van de kerkfabriek en het beheer van de kerk wil overnemen. We zien het als het ontwerpen van een sleuteloverdracht.”   

Best beheerde patrimonium

Dimitri Minten: “Wie krijgt de sleutel van de kerkdeur? Dit is niet onbelangrijk, aangezien de kerk open blijft, terwijl de deur vaak gesloten is, wat heel jammer is. In dichte toestand treedt makkelijker fysiek verval op, dat vaak te laat wordt gemeld en te lang ongezien blijft. Ook hebben we gemerkt, en dat is niet nieuw, dat het niet enkel over stenen gaat, maar vooral over mensen. De gemeenschap die er omheen leeft. Kerken zijn doorgaans centraal gelegen en vormen voor de gemeenschap een fysiek en mentaal baken. Een sleuteloverdracht kan pas als de bisschop de kerk ontwijdt en als hij weet wat er in de plaats gaat komen waarvoor hij al dan niet zijn toestemming geeft. 95% van de voorgestelde functies kunnen in een kerk, slechts een klein aantal hoort er niet thuis door een gebrek aan respect voor het spirituele verleden."

"Doorgaans krijgen kerkgebouwen door de tijd heen verschillende bestemmingen. Er zijn ook nog andere godsdiensten, maar dat ligt momenteel nog erg gevoelig. Dit hele onderzoekstraject moet de kerk eerst doorstaan. En dan is er toch iemand die het gebouw uiteindelijk moet beheren. Daar staat een kostprijs tegenover, maar aan de andere kant zijn die gebouwen meestal meer dan 100 jaar oud. Er moeten geen miljoenen geïnvesteerd worden, het kerkelijk patrimonium in Vlaanderen is in de meeste gevallen het best beheerde publieke patrimonium in een gemeente, veel beter dan die van scholen of gemeentehuizen.”

"De kerk is een voorbeeld hoe we als architect niet alleen geïnteresseerd zijn in de bakstenen, maar ook naar de ruimte kijken"

100 miljoen euro per jaar

Dimitri Minten: “Dat onze kerken qua fysieke toestand nog zo goed voor de dag komen, hebben we vooral te danken aan Napoleon. Op 29 april 1803 werden de bisschoppen gelast tot instelling van de kerkfabrieken en het opstellen van functioneringsreglementen. De inrichting, werking en bevoegdheid werden bij Keizerlijk decreet van 30 december 1809 geregeld. Het onafhankelijke België nam het decreet over. De kerkfabrieken zijn onderworpen aan het gezag van de kerkelijke overheid en aan dat van de burgerlijke overheid.”

“Ik heb berekend dat er in Vlaanderen 100 miljoen euro per jaar geïnvesteerd wordt door vrijwilligers in het beheer van ons kerkelijk patrimonium. Vraag is of de jongere generatie nog geïnteresseerd is in het beheren van een kerkelijk gebouw. Het exploiteren is vandaag anders dan pakweg dertig jaar geleden. Ik sprak onlangs de voorzitter van de kerkfabriek van Westkapelle. Toen de kerk was afgebrand mocht hij het uitleggen als voorzitter van de kerkfabriek. Wie wil vandaag nog dergelijke verantwoordelijkheid op zich nemen? We zijn niet enkel bezig met vormgeving maar kijken ook hoe we de maatschappelijke zaken kunnen aanpakken.”

   

Zwerfruimte coverZwerfruimte, de ziekte van onze bouwdrift

Tim Vekemans en Dimitri Minten stellen hardop de vraag ‘Waarom bouwen we meer dan we nodig hebben?’. Terwijl onze open ruimte schaarser wordt, hebben we nauwelijks oog voor de mogelijkheden van wat er al gebouwd is. Met de publicatie Zwerfruimte/Wanderspace zet architectuur- en onderzoekspraktijk RE-ST de nodeloze groei van het gebouwde bestand op de agenda.

Zwerfruimte is gebouwde en onbebouwde ruimte die we samen hebben geproduceerd maar dagelijks onderbenutten. Het is ruimte die op verschillende schalen overal en nergens aanwezig is. Niemand weet hoeveel zwerfruimte er precies is. In het detecteren, in kaart brengen en activeren van zwerfruimte ligt zowel een taak als een kans besloten voor de architect. Niet in ‘huisjes morsen’, maar in ontwerpen aan de herbestemming van wat er is. Bouwen gebeurt als het echt niet anders kan.

   

Zwerfruimte schets onderzoek
Met hun onderzoek naar zwerfruimte richtte RE-ST de aandacht op de overmaat in ons bestaande ruimtebeslag

  

Onderbenutting

De eerste logische reflex bij RE-ST – zij noemen dat de ‘conviviale weg’ – aangaande de herbestemming gebeurt in overleg met de gemeente, doorgaans de eerste partner om de kerk te adopteren. Tim Vekemans: “Door onze studies zijn we er ook achter gekomen dat er altijd wel een gemeentelijke behoefte is die in een kerk past: hetzij een parochiecentrum dat fungeert als gemeenschapscentrum, hetzij een verenigingshuis, een sportzaal, een bibliotheek. De kerk is een voorbeeld hoe we als architect niet alleen geïnteresseerd zijn in de bakstenen, we kijken eveneens naar de ruimte die we kunnen gebruiken."

"We zijn niet enkel bezig met vormgeving maar kijken ook hoe we de maatschappelijke zaken kunnen aanpakken"

"Gebruik en beheer kom je ook tegen in andere sectoren zoals bij scholen waar we dikwijls een onderbenutting van ruimte vaststellen. Het beheer van scholen is de afgelopen 40 jaar weinig doordacht aangepast. Het gevolg is dat de investeringsnoden vandaag heel hoog zijn. We leven vaak met het idee dat er te weinig onderwijsinfrastructuur is, terwijl we niet in staat zijn om deftig te beheren wat we reeds gebouwd hebben. In verschillende gevallen zien we echter een teveel aan onderwijsinfrastructuur en dat heeft vooral te maken met een tekort aan inzicht over hoe we gebouwen gebruiken.”

Dat is nu net jullie stokpaardje …

Tim Vekemans: “Zeker, maar dat geldt ook voor andere sectoren. We hebben het grootste, maar ook het slechtste wegennet van Europa.” Hij verwijst naar de Engelse architect Cedric Pice (1934-2003). “Hij heeft een carrière van vijftig jaar achter de rug en bijna niks gebouwd. Van hem komt de uitspraak: 'Er is niks erger dan goed te antwoorden op een ‘foute’ vraag'. We hebben het gevoel dat er vaak foute vragen worden gesteld. Architecten lopen het gevaar om daar goed op te willen antwoorden. Om maar een voorbeeld te noemen: de wedstrijd van het Klein Seminarie in Hoogstraten. Er werd ons gevraagd om een nieuwe inkomvolume bij te bouwen. Wij hebben de wedstrijd gewonnen door te zeggen dat we dat niet gaan doen en we een inkom organiseren met de ‘zwerfruimte’ waarover het Klein Seminarie beschikt. We hebben voorgesteld om de bestaande hoofdingang terug te gebruiken. Voor ons was dit een metaforisch project, dat representatief is voor onze ontwerpattitude.”  

Klein seminarie
RE-ST werd samen met BAUKUH geselecteerd via een Open Oproep voor de restauratie en herbestemming van de geklasseerde art-deco voorbouw en kapel van het Klein Seminarie in Hoogstraten (© RE-ST)
Klein seminarie schets
RE-ST werd samen met BAUKUH geselecteerd via een Open Oproep voor de restauratie en herbestemming van de geklasseerde art-deco voorbouw en kapel van het Klein Seminarie in Hoogstraten (© RE-ST)
1/2

Tim Vekemans: “Door het gebruik van een gebouw tegen het licht te houden komen we tot andere oplossingen. We denken – Price indachtig – heel goed na over de vragen die ons worden gesteld. Wij hebben binnen ons bureau vandaag het ontwerpend vermogen ontwikkeld om eerst samen met de opdrachtgever een effectieve behoefte te ontdekken.”

    

goedkopere en snellere kloosterrenovatie

Tim Vekemans: “In Vosselaar ontwikkelden we een toekomstvisie omtrent 10 bestaande woningen binnen de muren van een gigantisch klooster in het centrum. De zusters wensten er verder een nieuwe dagzaal te bouwen. Wij adviseerden hen om geen nieuwbouw te plaatsen in de schitterende tuin, ondanks dat de vergunning voor de uitbreiding al verleend was. Het bestaande kloostergebouw liet volgens ons nog tal van andere mogelijkheden toe. We hebben in 2023 de renovatie van de bestaande dagzaal gerealiseerd voor de helft van de prijs."

"Tegelijkertijd was de gemeente van plan een nieuwe bibliotheek te bouwen vlak naast het klooster. Ook hier zijn we op de rem gaan staan en wezen we de gemeente erop om eens na te denken over een andere oplossing. Het klooster beschikte namelijk over een bijzonder grote feestzaal die in onbruik was geraakt. De bibliotheek zou er volgens ons mooi inpassen. De burgemeester en bevoegde schepen zeiden ons dat zo'n voorstel nooit zou worden aanvaard, maar de zusters vonden het een fantastisch idee. De bibliotheek is op dit moment in realisatie, voor een beperkt budget en binnen een veel kortere tijd dan bij nieuwbouw. Het ontwerpen van een nieuwe bibliotheek was eigenlijk een foute vraagstelling. Het voorstel voor de integratie van de bibliotheek binnen het klooster werd door de gemeenteraad unaniem goedgekeurd.”

groen parkeren

Groen parkeren project in Herentals
In Herentals stond RE-ST in voor de inrichting van een binnengebied om de bestaande bestemming van moestuinen aan te vullen met garageboxen

Dimitri Minten wijst naar een fraaie kleurenfoto waarop een ambachtelijk gemetselde muur prijkt: “Dat was ons eerste project waaraan een mooi verhaal vast hangt. Het project ligt naast een kloostersite in Herentals. Een huisvestingsmaatschappij wilde er twintig garageboxen bouwen, wat in slechte aarde viel bij de moestuiniers die het perceel al jarenlang beheerden. Het ontaarde in onenigheid door de tegenstrijdige belangen, maar RE-ST wist het project een goede wending te geven. De wat verloederde plek met barakken en chaotische moestuinen hebben we opnieuw ingericht waardoor we toch negen garageboxen hebben kunnen plaatsen én voldoende ruimte voor moestuinen en nieuwe serres hebben kunnen voorzien. Het water van de daken van de garageboxen wordt er opgevangen in regenwatertonnen. Als we er vandaag passeren, komen de dankbetuigingen uit alle hoeken van de moestuin.”   

Neerland sociale woonwijk
RE-ST realiseert in samenwerking met OM/AR 45 sociale wooneenheden te Neerland Wilrijk. Het project kiest bewust voor homogeniteit en eenheid gebaseerd op een heldere bouwstructuur en coherent materiaalgebruik (© Beelldbou)
Neerland in Wilrijk sociale woonwijk
RE-ST realiseert in samenwerking met OM/AR 45 sociale wooneenheden te Neerland Wilrijk. Het project kiest bewust voor homogeniteit en eenheid gebaseerd op een heldere bouwstructuur en coherent materiaalgebruik (© Beelldbou)
1/2
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Geschreven door Philip Willaert

Meer weten over

Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
In dit magazine