Lagere energiefactuur: actieve opvolging en kort op de bal spelen loont
Vijf methodes om de factuur te verlichten
Vraag aan honderd bedrijven wat zij verstaan onder besparen op energie. De kans is groot dat vooral zaken als ‘overschakelen op ledverlichting’ en ‘werken met energiezuinige motoren’ de revue zullen passeren. Die maatregelen vormen evenwel slechts een van de mogelijke paden richting minder betalen.
Profiteer van fluctuerende energieprijzen
Weinig onderwerpen werden het afgelopen decennium zo vaak besproken als energie. Er is de ecologische discussie over het pad van hernieuwbare energie en de maatschappelijke discussie over de plaats van kernenergie in de energiemix van de toekomst. Daarnaast is het sociale aspect van stijgende energieprijzen voor elke inwoner van ons land een belangrijk onderwerp.
We zien een aantal opvallende trends in het Europese energielandschap. Zo is de afname van energie uit steenkoolcentrales – die in ons land ondertussen allemaal gesloten zijn – en uit nucleaire capaciteit geen puur Belgisch gegeven, dat speelt evenzeer in buurlanden. Dat heeft een belangrijke impact omdat er momenteel nog geen alternatief is om dat op te vangen. Zo verdwijnt in ons land vanaf 2022 meer dan 2 GW nucleaire capaciteit uit de markt, terwijl er maar 6 GW beschikbaar is. De bedoeling was om de fluctuerende energieproductie uit de periodieke bronnen – zoals zon en wind – aan te vullen met energie uit gascentrales, om de vraag en het aanbod beter op elkaar af te stemmen. Maar omdat politieke onzekerheid regeert is er voor investeerders in die gascentrales geen duidelijkheid over het ondersteuningsmechanisme voor nieuwe gascentrales dat uitgewerkt moet worden door de Belgische overheid. De investering wordt daarom uitgesteld, met als resultaat een volatielere energiemarkt en een toekomstig hoger risico op leveringsonzekerheid. De toestand van het nucleaire arsenaal had de afgelopen jaren ook een andere invloed: we zagen de afgelopen jaren sterke pieken in de productieprijzen: van 28 EUR/MWh tot bijna 200 EUR/MWh. Die liepen telkens opvallend gelijk met de beschikbaarheid van het nucleaire park.
Een bijkomende belangrijke driver van de energieprijs is vandaag de CO²-prijs. Producenten moeten betalen voor de CO²-uitstoot, waardoor we nu zien dat de kostprijs voor elektriciteitsproductie met gas sinds kort onder die van steenkool gezakt is. De resulterende fluctuerende energieprijzen zorgen voor kansen voor slimme bedrijven.
1. Analyse van de factuur
Wie zijn energiefactuur erbij haalt, kan daar drie grote pijlers uithalen: het effectieve verbruik, de taksen/heffingen en tot slot transport- en distributiekosten. Op elk van deze pijlers kan bespaard worden, maar we beginnen met de meest voor de hand liggende: het eigen verbruik. Het loont altijd om de eigen situatie grondig te analyseren.
Heel veel bedrijven hebben een energieverbruikscurve die er min of meer dezelfde uit ziet: gedurende weekdagen tussen pakweg 9 en 18 uur is er veel verbruik, met een piek in het midden. Buiten deze periode – ’s nachts en in het weekend – valt het verbruik helemaal terug. Het is zaak een contract te kiezen dat daarbij aansluit. Wie in het weekend terugvalt op een baseload van pakweg 300 kW, is niet gebaat bij een contract waarbij 24 op 24u 900 kW beschikbaar moet zijn. Hou ook steeds rekening met mogelijke toekomstige wijzigingen in het verbruik.
2. Piekvragen

Verbruik op zich is niet de enige factor met besparingspotentieel. Het piekverbruik is een tweede factor. Bij grootverbruikers wordt dat uitgelezen om het kwartier en op basis van die meting verrekend via de distributiekosten. Een analyse van die pieken wordt zelden uitgevoerd, maar dat kan zeer interessante inzichten opleveren over dat verbruik en de bijhorende kost. Energiespecialist Yannick Rotsaert (PowerPulse): “Er is het voorbeeld van een groentenverwerkend bedrijf met een productielijn voor spinazie. Direct na de productie moet dat product ingevroren worden. Toen het bedrijf meer begon te produceren werd het geconfronteerd met sterk gestegen distributietarieven, die puur te wijten waren aan het piekverbruik door het invriezen. Door de bijplaatsing van een tweede productielijn en de productie meer te spreiden, kon dat worden opgelost. De terugverdientijd van die nieuwe lijn was minder dan 2 jaar.”
3. Aankoopstrategie

Rotsaert: “Bedrijven kunnen vandaag gericht aankopen op lange termijn, maar evengoed op een flexibele markt op dagbasis: de zogenaamde spotmarkt. De langetermijnmarkt geeft zekerheid; bedrijven weten dan nu al wat ze binnen x aantal maanden zullen betalen voor hun energie. In de praktijk blijkt de dagprijs echter zeer volatiel te zijn. Zo daalt deze sterk als het nucleaire park op volle toeren draait. Wie als bedrijf veel piekverbruik heeft, zoals een grote koelvraag of een energievretende opstart, koopt beter niet al zijn energie op de lange termijn op, maar ook zeker een deel aan de dagprijs. Die is zelfs al onder nul gegaan, waarbij verbruikers betaald werden om energie te verbruiken.
“Daar staat tegenover dat opvolging wel broodnodig is.“ Wie volumes koopt die later niet nodig blijken, gooit geld weg. Wie daarentegen te weinig volumes koopt, wordt geconfronteerd met de kans op een hogere energieprijs. Al uw energie aan dagprijs kopen is dan weer risicovoller op termijn. We verwachten dat het mogelijk deels wegvallen van de nucleaire pijler in België en het sluiten van conventionele centrales in de buurlanden zal leiden tot prijsstijgingen. In die zin kan het dan wel weer lonen om vandaag contracten af te sluiten voor een langere termijn. Let wel: niet elk bedrijf kan zelf beslissen of het zijn elektriciteit op de spotmarkt of termijnmarkt aankoopt. Er staat toch een zeker minimumverbruik tegenover. In theorie kan het vanaf 500 MWh per jaar interessant worden, maar in de praktijk zitten de meeste bedrijven die gericht spreiden toch aan het dubbele verbruik.”
![]()
“Bedrijven kunnen vanaf een zeker volume zelf bepalen hoe ze hun energie aankopen”
- Yannick Rotsaert
Richting contractueel vermogen
Bedrijven die rechtstreeks op het Elia-netwerk zitten, worden gefactureerd op het contractuele vermogen. In de praktijk is dat op basis van het vermogen van hun hoogspanningscabine, bijvoorbeeld 2000 kVA. De verwachting is evenwel dat bedrijven die niet rechtstreeks op het hoogspanningsnet zitten, ook op basis van contractueel vermogen gefactureerd zullen worden. In hun geval wordt dan niet via het vermogen van de cabine gewerkt, maar met de maximumwaarde die in het toegangscontract met de distributienetbeheerder staat. Als het zover is, is dat zeker nuttig om na te kijken. Nu speelt die waarde nog geen grote rol in de factuur, maar verbruikers die wel al rechtstreeks op het Elia net zitten betalen vandaag 50% boete wanneer ze het aansluitvermogen overschrijden. De contractuele waarde te laag zetten is dus ook geen optie. Bovendien is er dan ook het risico dat een toekomstige verhoging geweigerd wordt, omdat de maximumcapaciteit op het net bereikt werd omdat een buurbedrijf de beschikbare capaciteit ondertussen ingenomen heeft.
4. Recreatieve energie

Een volgende pijler heeft een meer technische achtergrond. Een hoog reactief vermogen veroorzaakt hogere stromen in kabels waardoor er een nadelige hoge dissipatie van warmte ontstaat in kabels, en dus een verlies van nuttige energie. De oorzaak ligt bij interne processen in bedrijven (elektronische motorsturingen bijvoorbeeld) die een faseverschuiving veroorzaken. De minimale Cos Phi waarde voor Trans-HS aansluitingen bedraagt 0,95 en voor lus-aansluitingen is deze 0,895 (bron: studie VOKA). Iedere maand wordt een forfaitair reactief verbruik berekend aan de hand van het totale actieve verbruik. Dat wordt ver-menigvuldigd met een coëfficiënt die afhankelijk is van het aansluitingsniveau. Niet elke leverancier vermeldt dat evenwel op de factuur. Compensatie via condensatorbatterijen kan deze meerkost teniet doen. Let ook op de plaatsing van zonnepanelen en/of windmolens, want die kunnen een invloed uitoefenen op de Cos Phi.
5. Lokale opwekking
De plaatsing van lokale opwekking kan op diverse manieren gebeuren. Yannick Rotsaert: “Ik haalde al aan dat CO² een belangrijke factor is in de energieprijs. Zelf investeren in een koolstofarme energievorm kan daarom lonend zijn, we krijgen immers ook steeds meer vragen rond koolstofreductie. Toch is een waarschuwing hier op haar plaats. Een eigen windmolen plaatsen is bijvoorbeeld geen sinecure. Het complete proces van a tot z kan zeer tijdverslindend zijn. Bovendien zorgt de volatiele productie ook voor een minder aantrekkelijk verbruiksprofiel, waardoor je misschien duurdere energie zal moeten aankopen. Dat geldt ook voor zonnepanelen op het dak.
Bij WKK is het dan weer onduidelijk hoe de gasprijzen zullen evolueren. Er is met andere woorden wat onzekerheid. Het kan daarom interessant zijn om het proces uit handen te geven en zo het eigen risico te minimaliseren. U krijgt in geval van zon- of windenergie dan een plaatsingsfee voor het gebruik van de grond of dak en kan bovendien genieten van goedkopere energie. Ook voor WKK bestaan er vergelijkbare systemen.”
Dank aan Yannick Rotsaert van Powerpulse