Tips en tricks om te besparen op je waterverbruik
Leidingwater is nu eenmaal steeds kostbaarder. Dus moeten we er zuinig mee omspringen. Toch hoeft dat niet met ingrijpende maatregelen gepaard te gaan. Alleen al door onze gewoontes een beetje in vraag te stellen en hier en daar bij te sturen, is het mogelijk om tientallen liters water per dag te besparen. Hieronder vind je alvast een opsomming van kleine ingrepen die je doen besparen op je waterverbruik.
Regenwaterrecuperatie
Aangezien er steeds meer water verbruikt wordt, is het echt onlogisch om drinkwater te gebruiken om bijvoorbeeld je tuin te sproeien, de auto te wassen, het toilet door te spoelen, kledij te wassen en de schoonmaak te doen. Een goed alternatief daarvoor is regenwater. Het gaat om zacht water is. Daardoor heb je minder last van kalkvorming in sanitaire toestellen, zal ook je wasmachine langer meegaan en heb je minder wasproduct nodig.
Regenwater is trouwens gratis, buiten de investering in het regenwaterrecuperatiesysteem - voor nieuwbouw en renovaties verplicht.
MEER WETEN:
> Alles over regenwaterrecuperatie
In de badkamer
Onder de douche
Neem een douche in plaats van een bad. Om een bad vol te laten lopen, heb je immers 150 à 200 liter water nodig, terwijl je met een douchebeurt doorgaans maar 60 à 80 liter verbruikt. Schakel verder de douchesproeier ook uit wanneer je je inzeept. Een douchetimer kan voorts ook handig zijn. Die zorgt ervoor dat je niet langer dan vijf minuten doucht en je een hoop water bespaart.
Overweeg een spaardouchekop. Deze vormt water om in druppeltjes die zich met lucht vermengen. Op die manier kan het waterdebiet verminderen en blijft er toch een groot contactoppervlak met de huid, waardoor douchen aangenaam blijft. Een goede spaardouchekop verbruikt slechts 4 tot 7 liter water per minuut. Ter vergelijking: een normale douchekop verbruikt gemiddeld 10 tot 18 liter water per minuut. Het waterverbruik daalt daardoor dus met ongeveer 50%.
Uiteraard is een douche met een mengkraan alvast beter dan twee aparte kranen, maar qua kraanwerk wordt er voor douches meer en meer geopteerd voor thermostatische kranen dan voor gewone mengkranen. Het gaat hier om waterkranen waarmee de temperatuur met een thermostaat wordt geregeld. Deze is dus met één knop in te stellen. Draai je de knop warmer of kouder, dan zorgt de thermostaat voor de menging van warm en koud water voor de gewenste temperatuur.
Heb je geen thermostatische kraan of mengkraan aan je douche? Dan kan een douchestop tussen de kraan en de doucheslang ook helpen. Met een douchestop kan je de waterstraal tijdelijk onderbreken zonder dat de instelling (warm/koud) verloren gaat. Zo staat de douche niet meer onnodig aan en bespaar je al snel twintig liter per minuut.
MEER WETEN:
> Alles over douches
> Waterkranen in de badkamer
Aan de kraan
Een mengkraan aan je lavabo is sowieso beter dan aparte kranen voor warm en koud water. Verkies daarbij een eengreepsmengkraan boven een tweegreepsmengkraan. Bij eengreepsmengkranen kan de gewenste watertemperatuur, in vergelijking met tweegreepsmengkranen, aanzienlijk sneller ingesteld worden. Daardoor verdwijnt er minder water via de afvoer tijdens het zoeken naar de gewenste temperatuur. Er zijn ook steeds vaker thermostatische wastafelkranen in privébadkamers.
Een bruismondstuk, perlator of straalregelaar/straakbreker is een handig toestelletje dat je op de mond van de kranen kan installeren. Het zorgt ervoor dat er lucht in de waterstraal komt waardoor er minder water per tijdseenheid gebruikt wordt. De lucht zorgt er tegelijk voor dat de straal zijn waterdruk behoudt. Door een normale kraan stroomt er 10 à 12 liter water per minuut. Met een perlator halveer je die hoeveelheid tot 5 à 6 liter water per minuut.
Een debietbegrenzer aan de kraan of doorstroombegrenzer kan ook handig zijn. Deze regelt hoeveel water er in je leiding of kraan stroomt. Wanneer de druk in de kraan of de leiding verhoogt, zal de begrenzer het debiet constant houden. Deze worden in de leidingen of aan het einde van een kraan geplaatst.
Sommige kranen zijn ook uitgerust met een bewegingsdetector die de kraan inschakelt wanneer je handen de kraan naderen, en die meteen nadien weer uitschakelt. Zo blijft de kraan niet onnodig lang openstaan.
Nog een tip voor aan de wastafel: laat het water niet lopen als je je tanden poetst of je scheert.
MEER WETEN:
> Hoe een wastafel kiezen en plaatsen
> Waterkranen in de badkamer
TIP
Bovenstaande zaken (of een selectie eruit) zitten tegenwoordig vaak geïntegreerd in slimme douche- of wastafelkranen. Er bestaan bijvoorbeeld modellen waarmee je je douche kan activeren en je waterverbruik bijhouden via je smartphone. Dergelijke kranen zijn vaak ook uitgerust met een ecostand waarmee je je verbruik kan optimaliseren.
Op het toilet
Met enkele ingrepen kan je ook voor je toilet het waterverbruik drastisch verminderen. Alleen al door regenwater te gebruiken om het toilet door te spoelen, kan je meer dan een derde laten besparen op het leidingwaterverbruik. Regenwater wordt verzameld in een regenwaterput waarop de leidingen aangesloten kunnen worden.
Een klassiek toilet verbruikt per spoelbeurt al snel 10 liter. Voor een kleine boodschap is dat te veel. Je kan al snel tot 50% water besparen door te kiezen voor een nieuw toilet met een waterbesparend reservoir (er zit dan gewoon minder water in) of een toilet met een (dubbele) spaarknop. Dat laat ongeveer 3 liter door bij een kleine beurt en 6 liter bij een grote beurt.
Bij een bestaand toilet kan je het spoelvolume beperken door:
- de vlotter te verstellen;
- een spaargewicht aan de trekstang te monteren; dit systeem verzwaart de waterstop in het reservoir, zodat dat direct afgesloten wordt wanneer je de duw- of trekknop loslaat - bij een kleine spoelbeurt spaar je zo algauw 6 liter uit;
- een stortbakregelaar: een klepje waarmee je zelf bepaalt of je de trek- of de duwknop naar de tussenstand of de maximale stand brengt;
- een ombouwset voor spaartoets; hier vervang je het klokmechanisme door een model waarmee je de spoeling kan onderbreken.
MEER WETEN:
> Hoe een toilet kiezen en plaatsen
> Hoe een lekkend toilet herstellen
Herstel lekkende kranen en doorlopende toiletten steeds zo snel mogelijk
In de keuken
Vaatwasser
Vroeger werd er vaak geopperd om, ter besparing, de afwas met de hand te doen in de plaats van met een vaatwasser. De nieuwe generatie van vaatwassers verbruikt echter nog maar 12 à 16 liter per afwasbeurt. Bij manuele afwas van eenzelfde hoeveelheid zou het om 45 liter gaan. Bij een oudere vaatwasmachine dan weer tot 50 liter.
Kortom, de claim dat manuele afwas zuiniger is dan een vaatwas, is toch ietwat achterhaald. Toch is het vooral afhankelijk van welke machine je hebt staan. Kies voor een recent waterzuinig toestel met A-label en eventueel uitgerust met ecofuncties, lekdetectoren en automatische waterstops.
Ook hoe je de machine gebruikt is van belang. Zet ze bijvoorbeeld pas aan als ze helemaal vol zit en maak gebruik van de programma’s op maat van je afwas. Voor een kleine afwas zijn sommige vaatwasmachines bijvoorbeeld uitgerust met een halve capaciteitsoptie. Helaas ligt het water- en stroomverbruik niet altijd veel lager dan bij een volle lading.
Overigens: borden onder de warmwaterkraan afspoelen voor je ze in de vaatwasmachine zet, is een verspilling van water en stroom. Verwijder enkel de etensresten.
Onderhoud je apparaat ook zoals het hoort. Reinig regelmatig alle filters of vuilopvangbakjes. Op die manier zal je toestel optimaal blijven werken.
TIP
Uiteraard is met de hand afwassen niet uit den boze, maar als je met de hand afwast, vul je de spoelbak gedeeltelijk en spoel je in een andere. Spoel al zeker niet onder stromend water.
MEER WETEN:
> Hoe een vaatwasser kiezen en plaatsen
Tijdens het koken
Kook voedsel in zo weinig mogelijk water; zo behoud je trouwens ook meer van de voedingsstoffen. Het kookwater hoef je nadien niet weg te gieten; pasta en groenten kunnen perfect in hetzelfde kookvocht garen. Of je kunt het laten afkoelen en daarna gebruiken om de planten mee water te geven.
OPGELET
Wat wél af te raden is, is het hergebruiken van kookvocht van aardappelen en nitraatrijke groenten in bijvoorbeeld soep, want bepaalde vrijgekomen stoffen zouden gezondheidsklachten kunnen veroorzaken.
Veel mensen gebruiken warm water om bevroren voedsel in te ontdooien. Dat is niet nodig als je er tijdig aan denkt om het in de koelkast te leggen in een bord of bakje. Daar ontdooit het langzaam en blijft het fris tot je het kan bereiden. De vitaminen blijven zo ook het best bewaard. Bovendien zal je koelkast, dankzij de extra koelte, een tijdje minder verbruiken.
Warm water
Duurt het te lang voor je warm water krijgt, plaats dan een miniboiler onder je pompbak. Zo hoef je minder lang te wachten en verspil je dus ook minder water. Of vang het koude water op en gebruik het om mee te koken, om je planten water te geven, de drinkbak van je huisdieren aan te vullen ...
De wasplaats
Gebruik tijdens het wassen niet te veel waspoeder. Dat zorgt voor een grote schuimvorming waardoor de wasmachine meer moet spoelen. Dat komt uiteindelijk neer op een hoger verbruik van water en elektriciteit. Ook een voorwas is niet altijd nodig, tenzij de was echt smerig is.
Ben je aan een nieuwe wasmachine toe, let dan zeker op de energieklasse. Een A-toestel is een aanrader voor zuinigheid op het vlak van energie- en waterverbruik.
Ook hier geldt: een doorgedreven onderhoud zorgt voor een optimale werking van je machine.
MEER WETEN:
> Hoe een wasmachine kiezen, plaatsen en onderhouden
Algemene tips
In het algemeen zijn er thuis zaken waar je extra aandacht aan kunt besteden. Lekpreventie is daar één van. Moderne toestellen zijn meestal al uitgerust met een ingebouwde waterstop of een lekdetector. Is dat bij jouw toestel niet het geval, dan kun je er zelf één plaatsen. Als er dan een lek zou zijn, zal het water automatisch stoppen met lopen.
Stopkranen en dienstkranen - dus ook kranen aan radiatoren - die niet vaak gebruikt worden kunnen vast komen te zitten, waardoor je sneller lekken krijgt. Om dat te voorkomen, smeer je ze af en toe in. Draai ze ook op regelmatige basis open en weer dicht. Een extra tip: indien mogelijk draai je de kraan niet volledig open, maar draai je een klein beetje terug. Als hij dan toch vast zou komen te zitten, heb je speling in twee richtingen om hem weer los te krijgen.
Controleer ook slangen, aansluitingen en afsluitrubbertjes waar je ze vindt.
Een bevroren leiding gaat sneller barsten en zo krijg je natuurlijk lekken. Sluit daarom water naar buitenruimtes en vorstgevoelige plaatsen tijdig af en laat de thermostaat nooit lager gaan dan 12 °C. Isoleer je buizen en gebruik vorstbestendige buitenkranen.
Je hoeft niet op je waterrekening te wachten om te zien of je een lek hebt; kijk regelmatig naar je meterstand om te weten hoeveel je gemiddeld ongeveer verbruikt. Luister of je het toilet niet hoort doorlopen en of de boiler misschien lekt. Voel ook aan alle zichtbare leidingen in huis. Als je het lek vindt, kun je de dichtingen aanspannen of verstorven onderdelen vervangen. Vind je het niet, dan gaat het om een lekke leiding ergens achter een muur, en dan haal je er het best een expert bij.
Zou je graag je waterverbruik laten analyseren, dan kun je een waterscan aanvragen bij je waterbedrijf. Een expert komt bij je langs om te bekijken waar je kunt besparen, uitleg te geven bij de meter en toestellen na te kijken.