INGREPEN OP JE SANITAIR: PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Zit je ergens met een lekkende afvoerbuis, is er een leiding gesprongen of moet je een nieuwe aftakking maken in je watertoevoernetwerk? Ingrijpen op een bestaande sanitaire installatie is een secuur klusje, zeker naar waterdichtheid toe. Voor een goed geïnformeerde klusser is het echter een uiterst haalbaar werkje. We overlopen enkele courante ingrepen.
WATERTOEVOER
TIPS VOOR JE BEGINT
Voor je elk van onderstaande werken uitvoert: sluit altijd eerst de hoofdkraan van de watertoevoer af. Tap ook de aangesloten kranen op het circuit waarop je werkt af, zodat er geen water meer in de leidingen zit.
LEKKEN HERSTELLEN
Bij vriesweer bestaat de kans dat een waterleiding springt en dat je dus met een of meerdere lekken komt te zitten. Dat kan je eveneens zelf verhelpen met klemkoppelingen.
In het geval van een gesprongen metalen leiding zaag je eerst met een ijzerzaag het defecte stuk van de leiding weg. Op de afgezaagde (en afgevijlde) stukken zet je twee klemkoppelingen vast. Met een buizensnijder of pijptang kan je dan het nieuwe stuk leiding op maat snijden van een koperen buis (uiteraard met een overeenkomstige diameter met de knelkoppelingen en eenzelfde diameter als die van de te vervangen waterleiding).
Schuur de uiteinden van de afgezaagde leiding zowel langs binnen als langs buiten en zet de leiding tussen de twee koppelingen, die je vervolgens stevig vastspant, eerst met de hand en dan met schroefsleutels.
KNELKOPPELING AANSPANNEN
Een knelkoppeling bestaat uit drie delen: een wartelmoer, een tonnetje en een koppelstuk. Steek eerst de wartelmoer over de leiding. Daarna komt het zachtmetalen deeltje (het tonnetje). Tot slot plaats je het eigenlijke koppelstuk op de buis.
Draai vervolgens de wartelmoer aan volgens de voorschriften. Dat wil zeggen: eerst draai je het geheel manueel aan, daarna knel je de verbinding vast met twee schroefsleutels. Gebruik één complete draai voor de diameters 12 en 15 mm; voor de diameter van 22 mm beperk je je tot een halve à driekwart draai; voor doorsneden groter dan 28 mm draai je een driekwartslag vast.
Te hard vastgedraaide knelkoppelingen zullen breken. Dit zal onvermijdelijk beginnen te lekken. Controleer of de verbinding waterdicht is voor je de buizen verder inbouwt.
Bij kunststof buizen werk je in feite op dezelfde manier. Hier zal je enkel nog de uiteinden waar je ze hebt afgesneden moeten kalibreren zodat ze mooi rond zijn.
TIP
Knelkoppelingen mogen maar één keer gebruikt worden. De binnenste compressiering vervormt immers tijdens het aandraaien, waardoor hergebruik onmogelijk is.
LEKKEN VOORKOMEN
Om bovenstaand probleem in de toekomst te voorkomen kan je ook een stop- en aftapkraan monteren in plaats van een nieuw stuk leiding. Wanneer het vriest (of gaat vriezen), kan je de stopkraan afsluiten en het overige water via de aftapkraan aflaten, zodat het niet kan bevriezen en de leiding niet kan springen. Je gaat op dezelfde manier te werk als hierboven beschreven bij de installatie van zo'n stop- en aftapkraan. Je kan als extra hulpmiddel ook je buizen isoleren met aangepaste buisisolatie.
AFTAKKING MAKEN
Volgens de klassieke opstelling verloopt een sanitair netwerk als volgt: van een hoofdleiding met een grote diameter wordt er afgetakt met buizen met een kleinere diameter tot aan de verschillende aftappunten, zoals een wasmachine, wastafel, keukenkraan, toilet ...
Bij nieuwe sanitaire installaties wordt er echter vooral gewerkt met een collectorsysteem – daarbij wordt een leiding met een groter debiet gelegd tot aan een collector, die het water vanaf daar over verschillende fijnere toevoerleidingen verdeelt, die op hun beurt elk naar een afzonderlijk aftappunt gaan. Het voordeel hiervan is dat elke leiding voorzien is van een kraantje dat je apart kan afsluiten. Zo moet je niet aan de hoofdkraan komen als er een kraantje moet worden vervangen.
Voorzie je ergens een nieuwe wastafel of een toestel dat watertoevoer nodig heeft? Als je woning een klassieke sanitaire opstelling heeft, zal je het bestaande leidingennet in de ruimte waar het nodig is moeten uitbreiden met een aftakking naar de nieuwe wastafel/het nieuwe toestel. Afhankelijk van welke buismaterialen je met elkaar verbindt, verschilt de manier van aanpak.
DIAMETERS
Ga altijd eerst na welke diameter buis je nodig hebt voor je aftakking, zodat je goed de verbinding kan maken, en indien nodig de juiste bijhorende koppelstukken erbij kan halen. De gangbare buisdiameters voor kleine aanpassingen aan je leidingennet zijn de volgende:
- diameter 16 wordt gebruikt voor aftakkingen van een collector naar een lavabo, toilet of (vaat)wasmachine;
- diameter 20 wordt gebruikt voor de aanvoer van kleine collectoren, maar ook voor de verbinding tussen collectoren en aftappunten die een groter debiet vereisen, zoals een ligbad of een regendouche;
- diameter 25 is geschikt voor de aanvoer van grote collectoren en om de verbinding tussen collectoren die ver liggen van de boiler of combiketel;
- diameter 32 wordt gebruikt om de verbinding te maken van de waterteller naar de eerste collector of het eerste aftakpunt.
KUNSTSTOF OP KUNSTSTOF
In nieuwbouwwoningen wordt er de laatste jaren vooral gewerkt met buizen van kunststof, vooral in de vorm van meerlagenbuizen of zogenaamde ‘Alupex’-buizen – bestaande uit een buitenste kunststoflaag, een lijmlaag, een alu-laag en een kunststoflaag binnenin. Vaak zijn dergelijke meerlagenbuizen ook uitgerust met een rode of een blauwe beschermmantel (respectievelijk voor warm en koud water) tegen schade van buitenaf en om het uitzetten van de meerlagenbuis zelf op te kunnen vangen.
Als je op een kunststof buizennetwerk in klassieke opstelling een aftakking wil toevoegen, maak je de verbinding met een metalen T-stuk waarop je de buizen aansluit. Hierbij ga je als volgt te werk:
- duid eerst aan waar het T-stuk voor de nieuwe aftakking hoort te komen en verwijder het nodige stuk leiding met een buizensnijder of pijptang;
- maak een stuk leiding op maat, vanaf waar je het T-stuk aansluit tot het aftappunt;
- bij het op maat maken van dergelijke buizen zal je het materiaal aan de uiteinden altijd wel een beetje vervormen, daarom moet je na het afknippen altijd kalibreren met een hulpstuk om de opening van de leiding terug mooi rond te maken, voor een zo goed mogelijke aansluiting;
- T-stukken voor aftakkingen verbind je met bestaande leidingen middels knelkoppelingen of met een perstang. Zo’n perstang kost doorgaans heel wat, maar die kan je wel huren. Daarom gebruiken doe-het-zelvers vaker knelkoppelingen.
Maak je gebruik van knelkoppelingen, gebruik dan uiteraard een koppelstuk waarvan de inlaten overeenkomstig zijn met de diameters van de buizen die je met elkaar verbindt.
KOPER OP KOPER
Het kan gerust zijn dat een deel van het sanitaire netwerk (zonder de verwarmingsbuizen mee te rekenen) in je woning van koper is.
Ga je op een bestaande koperleiding een aftakking maken met een nieuwe koperen buis? Duid dan opnieuw eerst aan op de bestaande leiding waar je de aftakking wil maken en zaag dan het aangeduide stuk uit met een ijzerzaag of gebruik een pijptang. Vijl langs beide zijden nog de bramen weg.
Een koper-op-koperverbinding ziet er het best uit als je de twee leidingen soldeert, maar dat is niet voor iedereen weggelegd. Tegenwoordig kan je twee koperen buizen ook verbinden met een knelkoppeling of voorzie je een waterdichte koppeling met een motorisch aangedreven perstang.
LET OP
Sommige oudere woningen beschikken nog over gegalvaniseerde metalen leidingen. Deze mag je in geen geval met koper verbinden! Dat zal corrosie en op termijn lekken teweegbrengen.
KUNSTSTOF OP KOPER
Doorgaans werk je voor een uitbreiding van je leidingennet verder met het aanwezige materiaal, maar je kan tegenwoordig ook zonder problemen een meerlaagse leiding koppelen aan een koperen leiding. Het is dan wel een esthetisch minpuntje, maar je kan de aansluiting eventueel wel verbergen achter een meubelstuk of valse wand.
De verbinding tussen koper en kunststof gebeurt eveneens vooral met knelkoppelingen. Hier wordt dan gebruikgemaakt van specifieke koppelstukken om de overgang te kunnen maken. Een dergelijk koppelstuk moet uiteraard ook weer voorzien zijn van twee inlaten die overeenkomstig zijn met de diameters van de buizen die je wil verbinden.
LEKVRIJ
Het is steeds belangrijk dat alle connecties goed afgedicht zijn, zodat je geen lekken hebt. Bij koppelingen met schroefdraad voorzie je best extra afdichtingskoord op de schroefdraad voor een lekvrije aansluiting. Er bestaan ook koppelingen waarin al een rubberen O-ring of een bicone geïntegreerd zit. Daarbij is afdichtingskoord niet nodig.
KLASSIEK NAAR COLLECTOR
Wanneer je in een ruimte met klassieke opstelling meerdere aanpassingen aan het leidingennetwerk moet doen, kan het interessant zijn om over te schakelen van klassiek systeem op een collectorsysteem.
Neem nu bijvoorbeeld een wasruimte met als huidige situatie: een klassieke sanitaire opstelling met hoofdleiding en aftakkingen waarop een wasmachine en wastafel zijn aangesloten, maar waar je nu ook een afwasmachine wil zetten en dus een nieuw aftakpunt moet toevoegen aan het bestaande netwerk.
Zeker als het zou kaderen in een grotere renovatie van de wasruimte, kan het opportuun zijn om in plaats van een nieuwe aftakking te maken op het bestaande systeem, het toevoerstelsel voor alle sanitaire toestellen in de ruimte te vernieuwen. Daar waar de hoofdleiding toekomt in de ruimte kan je dan een collector plaatsen voor het aantal nodige aftakpunten, waarop je dan drie nieuwe leidingen aansluit voor zowel de wasmachine, wastafel, als voor de afwasmachine. Een dergelijke aansluiting van wateraanvoerleidingen op een collector gebeurt met een conische klemkoppeling. De aansluiting van de collector zelf op de hoofdleiding gebeurt met een verloopstuk en klemkoppelingen.
WATERAFVOER
Voor waterafvoerleidingen wordt tegenwoordig bijna uitsluitend gewerkt met kunststof buizen (pvc of PE). Om deze waterdicht te maken, wordt er gewerkt met een mofverbinding of worden ze verlijmd met een aangepaste lijm.
DIAMETERS
De gangbare diameters voor afvoerleidingen zijn:
- diameter 50 wordt gebruikt om water af te voeren van sanitaire toestellen en aftappunten, denk hier ook weer aan de lavabo of de wasmachine, maar ook bad en douche;
- diameter 75 wordt toegepast wanneer er sprake is van een gekoppelde afvoer, waarbij meerdere toestellen op één buis zijn aangesloten, zoals de wasmachine en de vaatwas of twee lavabo's naast elkaar – voor de aftakking van de buis met diameter 75 naar elk afzonderlijk toestel is een stuk buis met diameter 50 voldoende;
- diameter 90 wordt meestal voorzien voor de afvoer van het bad en de douche;
- diameter 110 wordt vooral toegepast voor de hoofdafvoerleiding en de afvoer van een toilet;
- diameter 125 wordt gebruikt voor de aansluiting op de stadsriolering.
STUK AFVOERBUIS VERVANGEN
Uiteraard, als je ergens een stuk buis moet uithalen, bijvoorbeeld door een lek ergens in een overgang van één buis op een andere, duid je eerst aan van waar tot waar je een stuk in het netwerk moet wegwerken en zaag je dat deel uit met bijvoorbeeld een ijzerzaag. Vervolgens kan je een nieuw stuk buis steken, dat je op twee manieren waterdicht kan integreren in het bestaande netwerk.
KOPPELSTUK MET MOF
Pvc-buizen met een rubber mof kan je in elkaar schuiven om een waterdichte verbinding te verkrijgen. De rubber mof sluit de verbinding waterdicht af zonder dat je lijm moet gebruiken.
Zaag eerst het nieuwe stuk buis op maat. Houd er rekening mee dat de buis voldoende diep in het koppelstuk moet worden gestoken en dat die een eindje voorbij de rubberen mof geraakt. Om de afvoerbuizen correct op maat te zagen, plak je die het best helemaal af met schilderstape, zo ben je er zeker van dat je helemaal recht aan het zagen bent.
Vaak is het niet eenvoudig om de delen vlot in elkaar geschoven te krijgen. Spuit daarom de buis of de mof in met bijvoorbeeld een siliconenspray. Schuif de delen vervolgens op elkaar en je hebt een lekvrije verbinding.
VERLIJMEN
Kunststof buizen kan je ook verlijmen. Je maakt dan een onbreekbare verbinding tussen de twee delen. Lijmen klinkt behoorlijk makkelijk, maar toch is deze verbinding enkel waterdicht wanneer je zorgvuldig te werk gaat. Eerst en vooral moet je erop toezien dat de delen die je wil verbinden, op elkaar passen. Er moet aan de ene kant een bredere doorsnede zijn dan aan de andere kant.
Pas eerst de delen op elkaar. Markeer zodat je perfect weet hoe ze op elkaar passen. Je mag de ingelijmde onderdelen straks, na het samenbrengen, namelijk niet meer verdraaien. Ontvet de te verlijmen delen. Ruw de lijmvlakken lichtjes op met wat schuurpapier en verwijder het schuurstof. Breng de pvc-lijm gelijkmatig en in de lengterichting aan. Schuif de delen in elkaar zonder ze te verdraaien en druk de twee delen ongeveer vijftien seconden goed aan.
NIEUW STUK AFVOER AANSLUITEN
Moet je een nieuw stuk afvoer (van bijvoorbeeld een nieuwe wastafel) aansluiten op een bestaande afvoerleiding, dan bestaan er daarvoor ook aangepaste T-stukken, waarop je de nieuwe afvoerleiding kan steken (volgens mof- of lijmverbinding) en die je in een uitgewerkt stuk in de afvoerleiding waarvan wordt afgetakt kan integreren (ook weer met een mof- of lijmverbinding).
SIFON
Wanneer je, bijvoorbeeld onder een nieuwe wastafel, een afvoer monteert, plaats je ook steeds een sifon om geurhinder te voorkomen. Een sifon is ook meestal voorzien van koppelstukken met rubbers aan de uiteinden om de koppeling tussen de wastafel en de afvoerleiding waterdicht te maken.
TIPS VOOR AFVOERLEIDINGEN
- Om de doorstroming te optimaliseren, kan je beter geen hoeken van 90° maken. Kies liever voor twee tussenstukken van 45°: de leiding zal minder snel verstopt raken in de bocht.
- Gebruik eventueel een plooiveer om te voorkomen dat de buizen gaan knikken.
- Afvoerleidingen moeten steeds het nodige afschot hebben. Zo voorkom je dat het vuil zich vastzet en korsten vormt. De aanbevolen hellingsgraad is 1 à 2 cm per lopende meter afvoerleiding, maar niet meer dan 5 cm per lopende meter.