Welke isolatiematerialen zetten anno 2025 de toon?
Van glas- en rotswol over PIR-, pur-, EPS- en XPS-platen tot biogebaseerde isolatiematerialen zoals cellulosevlokken en hennep, en zelfs nieuwigheden zoals vacuümisolatieplaten en glaswol met biogebaseerd bindmiddel. Isolatiematerialen bestaan er in heel wat soorten, met elk hun eigen lambdawaarden (hoe lager, hoe beter het materiaal isoleert) en andere voordelen, en dus hun eigen toepassingen. We maken er u wegwijs in, want hoewel de verkoopcijfers in 2024 wel een dipje kenden, nam de verkoop isolatiematerialen over het algemeen de voorbij jaren toe.
Minerale isolatie
Glas- en rotswol
Glas- en rotswol isoleren goed thermisch en akoestisch, met lambdawaarden tot 0,032 of zelfs 0,030 W/mK (bij glaswol). Hoe lager de lambdawaarde, hoe beter isolatie isoleert. Het materiaal behoudt ook zijn isolerende eigenschappen, het is licht, het neemt geen vocht op en het is dus ongevoelig voor schimmels. Minerale wol is bovendien dampopen, brandveilig én mogelijk deels gerecycled.
Doordat minerale isolatie zo flexibel is, valt er makkelijk ruwe ondergronden of moeilijk bereikbare plaatsen mee te isoleren, bijvoorbeeld tussen de spanten of gordingen van een dak of de balken van een zoldervloer. Maar tegenwoordig bestaat minerale wol ook als plaatmateriaal voor de isolatie van daken en muren. Of in de vorm van vlokken, om in te blazen in spouwmuren of bij houtskeletbouw.
Cellenglasisolatie
Cellenglasisolatie bestaat dan weer uit geschuimd glas, met een lambdawaarde van 0,036 W/mK tot 0,042 W/mK. Het product heeft niet alleen een hoge drukvastheid, het is ook licht en opnieuw brandveilig. Bovendien is cellenglasisolatie volledig vochtongevoelig, waardoor het vaak wordt ingezet om overdekte zwembaden mee te isoleren.
Hardschuimplaten
Pur
Pur (polyurethaan) is een vocht- en luchtdicht materiaal dat in allerlei vormen wordt ingezet: in spuitbare vorm, als granulaat, maar bovenal als harde isolatieplaten. Pur- en trouwens ook PIR-platen zijn meestal bedekt met een waterafstotende, gasdichte en meerlaagse aluminiumcachering of een folie uit puur aluminium. Als de cachering dampdoorlatend is, bedraagt de lambdawaarde ongeveer 0,028 W/mK. Is de cachering dampdicht, dan zakt de lambdawaarde naar 0,022 W/mK. Pur is wel minder brandveilig.
PIR
Polyisocyanuraat of PIR bestaat uit dezelfde componenten als pur, maar de formule is aangepast, om de prestaties van het materiaal te verbeteren. Vooral de brandveiligheid is beter door de dikkere cachering. Daarnaast isoleert PIR beter, met een lambdawaarde tussen 0,022 en 0,026 W/mK. Sommige PIR-panelen zijn uitgerust met een extra onderdakfolie of afwerkingsplaat voor betere geluidsisolatie.
PIR- en purplaten worden gebruikt om daken, gevels en vloeren langs binnen en buiten te isoleren. Vaak zijn ze uitgerust met een tand- en groefsysteem, waardoor ze makkelijk te bevestigen zijn. Spouwmuren, vloeren en daken vallen ook te isoleren met purschuim of -granulaat.
Kunststofplaten
EPS
Geëxpandeerd polystyreen of EPS is goedkoop, licht en vochtwerend, heeft een goede dimensionale stabiliteit en valt makkelijk te verwerken, maar isoleert met lambdawaarden rond 0,036 W/mK (gewoon EPS) of 0,031 W/mK (zwart EPS met een grafietlaag) minder goed dan andere isolatiematerialen.
XPS
Geëxtrudeerd polystyreen of XPS biedt een hogere druksterkte (tot 700 kPa) en waterdichtheid, vergeleken met EPS. De lambdawaarden van XPS variëren tussen 0,032 en 0,035 W/mK. Akoestisch isoleren EPS en XPS minder.
Met EPS-platen worden vooral gevels en vloeren geïsoleerd, maar ze zijn ook bruikbaar voor koude dakisolatie (onder de kepers). XPS-platen zijn dan weer vooral inzetbaar voor vloerisolatie en (spouw)muren. Voor klassieke platte daken is XPS minder interessant, gezien het onder hoge temperaturen kan vervormen.
Biogebaseerd
Cellulosevlokken
Daarnaast bestaan er verschillende biobased isolatiematerialen, waarvan we er enkele overlopen. Cellulosevlokken (uiteengerafeld gerecycled papier met additieven) bieden een lambdawaarde tussen 0,042 en 0,038 W/mK. De vlokken isoleren goed akoestisch, weren schimmels en werken brandvertragend. Ze worden ingeblazen in bijvoorbeeld daken, tussenvloeren en wanden, open geblazen op vooral zoldervloeren of gesproeid. Ze vullen gegarandeerd de hele isolatielaag, ook als bijvoorbeeld het dak wat doorhangt.
Hennep
Hennepisolatie is op rol, als isolatiedeken, vlokken, blokken of half-harde isolatieplaten verkrijgbaar. Het product isoleert akoestisch en thermisch, met een lambdawaarde tussen 0,040 en 0,045 W/mK. Door de hoge mechanische vormvastheid gaat hennep lang mee. Hennep reguleert goed vocht, maar neemt het ook op, waardoor hennep minder geschikt is voor vochtige omgevingen. Hennep is bovendien redelijk brandbaar.
Houtvezel
Houtvezelisolatie wordt gemaakt van hout uit duurzaam beheerde bossen. U vindt houtvezel of -wolplaten zowel in stabiele als flexibele varianten. De platen zijn soms uitgerust met tand-en-groef, waardoor ze makkelijk te plaatsen zijn. Houtvezelisolatie isoleert akoestisch en thermisch met een lambdawaarde tussen 0,038 en 0,042 W/mK. Het materiaal reguleert opnieuw goed vocht en wordt vaak ingezet in houtskeletbouw.
Ook enkele nieuwe zaken
Glaswol met biobased binder
Daarnaast vindt u ook wel nieuwigheden op de markt, zoals glaswol met biogebaseerd bindmiddel. Aldus is de glaswol zacht voor de handen, nagenoeg stofvrij en geurloos. Dat moet de plaatsing en het gebruik van het isolatiemateriaal comfortabeler maken.
Vacuümisolatieplaten
Een andere nieuwe soort zijn zogenaamde vacuümisolatieplaten. Om ze te fabriceren, wikkelt een producent pyrogeen kiezelzuur in een gasdichte folie, waarna het vacuüm wordt gezogen. Het isolatiematerieel geleidt heel slecht warmte, wat in dit geval uiteraard zeer goed is. Vandaar lambdawaarden tot 0,006 W/mK in de kern. Met andere woorden: zelfs als u er dun mee isoleert, bereikt u een hoge isolatiewaarde.
Markttendenzen
Tijdelijke vertraging
Tot zover enkele welbekende en nieuwe isolatiematerialen, maar hoe zit het eigenlijk met de verkoop in België? In de bouwsector kende die wat tijdelijke vertragingen. Uit cijfers van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap blijkt dan ook dat de verkoop in 2024 licht afnam, vergeleken met 2023. Maar dat geldt niet voor elk type isolatie. Zo is er bijvoorbeeld vraag naar dikker isolatiemateriaal met een grotere warmteweerstand of dus een hogere R-waarde (hoe hoger, hoe beter het materiaal isoleert).
Algemeen ook wel stijging
Ook over het algemeen neemt de vraag naar isolatiematerialen de laatste jaren toe. Energie-efficiëntie is almaar belangrijker door bijvoorbeeld het hoger energiebewustzijn bij consumenten, het groeiend belang van het energieprestatiecertificaat en de renovatieplicht in verschillende gewesten. Daarnaast is er meer aandacht voor brandveiligheid, akoestisch comfort en ecologie.
Onder meer door renovatieplicht
In Vlaanderen moeten alle woningen en appartementen met een energielabel E of F verplicht gerenoveerd worden naar label D of beter, binnen een welbepaalde termijn na de verkoop of andere overdracht van het pand. Die periode bedraagt tegenwoordig wel zes jaar. In Brussel moet het hele woningenbestand minstens label C behalen tegen 2050. In Wallonië dienen huurwoningen met een G-label opgewaardeerd te worden tot minstens F of vanaf 2028 E.
Welke isolatiematerialen zijn het populairst?
Althans volgens de gesproken fabrikanten? Spouwmuren worden het meest met PIR- en purplaten geïsoleerd omdat hun lambdawaarde (de mate waarin ze warmte geleiden) laag ligt. Er valt dus dunner mee te isoleren. Minerale isolatie is dan weer populair wegens onder meer de makkelijke, flexibele verwerking en de brandveiligheid. U vindt minerale wol bijvoorbeeld in daken en geventileerde gevels. Biogebaseerde isolatie heeft dan weer succes door overheidspremies en de stijgende aandacht voor ecologie.
Hoe presenteren in de winkel?
Palmt veel ruimte in
In de bouwhandel neemt isolatie natuurlijk vrij veel winkelruimte in. In het geval van isolatieplaten is daar al bij al weinig aan te doen. In het geval van minerale isolatie mogelijk wel. Glaswol is bijvoorbeeld goed te comprimeren, waardoor eenzelfde verpakking de laatste jaren meer m² glaswol kan bevatten.
Wanneer dan het best in de kijker?
Op welk ogenblik u isolatiematerialen dan het best extra in de kijker zet? Dé piek in verkoop ligt zeker in het najaar, van september tot en met november, wanneer consumenten hun woningen voorbereiden op de winter. Een tweede piek zien we in het voorjaar, als doe-het-zelvers starten met renovaties en zolderprojecten. In de zomermaanden juli en augustus verkopen isolatiematerialen minder.
Hoe stimuleert u de verkoop?
Een van dé manieren om de verkoop in doe-het-zelfzaken te stimuleren blijft toch wel prijskortingen toekennen. Over het algemeen bieden ze het best vooral producten aan die (extra) makkelijk zelf te plaatsen zijn. Waak er ook over dat u zeker isolatiematerialen met de juiste lambda- en R-waarden verkoopt, die nodig zijn om de renovatiepremies van de overheid te bekomen. En verkoop tot slot ook zeker de juiste randproducten, dicht bij het isolatiemateriaal zelf, zoals dampschermen en aluminiumtape.
Met medewerking van Recticel, Saint-Gobain en URSA