Hoe voorzie je ventilatie in je badkamer?
Een badkamer die niet goed wordt geventileerd, heeft op meerdere vlakken een negatieve invloed op je wooncomfort. Schimmelvorming, vochtplekken op de muren en geurhinder zijn de eerste symptomen, maar er kunnen op termijn ook structurele en gezondheidsproblemen opduiken. Een ventilatiesysteem is de oplossing. Maar hoe kan je ventilatie in je badkamer het best voorzien?
Met een centraal ventilatiesysteem
Een badkamer is een natte ruimte waar veel condensatie ontstaat. Als dat vocht niet kan ontsnappen, kan het op termijn voor schimmelvorming en vochtplekken zorgen en uiteindelijk gezondheidsproblemen veroorzaken. De aanvoer van verse lucht en afvoer van vervuilde (vochtige) lucht is dus zeker hier onmisbaar. Om die aan- en afvoer gecontroleerd te laten verlopen, heb je een ventilatiesysteem nodig.
Geïntegreerd in een volledig systeem
Bij nieuwbouw of ingrijpende renovaties is de installatie van een ventilatiesysteem verplicht. Een centraal ventilatiesysteem - C(+) of D(+) - voert de onfrisse binnenlucht in natte ruimtes (badkamer, keuken, wasplaats, toilet) af om die op een continue en gecontroleerde manier te kunnen vervangen door verse lucht van buiten. De verse buitenlucht spoelt als het ware continu de vervuilde binnenlucht weg. Lees hier meer over de werking van een ventilatiesysteem.
Mechanische afvoer
In zo'n centraal ventilatiesysteem is de badkamer sowieso steeds een plek waar vervuilde lucht wordt afgevoerd. Het gaat immers om een natte ruimte. De lucht wordt zowel bij C(+)- als D(+)-ventilatiesystemen mechanisch afgevoerd. Met mechanische luchtafvoer wordt bedoeld dat een ventilator de af te voeren lucht naar buiten stuurt via een dak- of geveldoorvoer.
Met sensoren
Moderne, vraaggestuurde (C+ en D+) ventilatiesystemen zijn uitgerust met sensoren die ervoor zorgen dat de ventilator gaat optoeren wanneer bepaalde waarden worden overschreden. Deze sensoren meten het CO2-gehalte, de luchtvochtigheid, de temperatuur en geurtjes (VOC's) in de verschillende natte ruimtes in huis. Ze bevinden zich centraal in de ventilatie-unit, in de daarop aangesloten regelkleppen per ruimte, in de kanalen of in de natte ruimtes zelf.
Met de juiste (combinatie van) sensoren in de regelkleppen per aangesloten ruimte, wordt de binnenluchtkwaliteit zelfs maximaal ‘op maat per ruimte’ gemonitord en dus ook bijgestuurd wanneer nodig.
Over debiet en dimensionering
In principe moet elke woning volgens de Belgische ventilatienorm NBN D 50-001 voorzien zijn van een ventilatiesysteem waarmee je 3,6 m³/h per m² vloeroppervlakte kan toevoeren of afvoeren. De norm schrijft per ruimte een minimale toevoer- en afvoerdebiet voor dat moet worden behaald. Voor de badkamer (en andere natte ruimtes, zoals de keuken of wasplaats) moet dat debiet minimaal 50 m³/h bedragen, beperkt tot maximaal 75 m³/h, in functie van de vloeroppervlakte.
Met een decentrale ventilator
Zit je met slechts een beperkte renovatie van je woning, of is een centraal C- of D-systeem simpelweg niet mogelijk om te (laten) installeren? Dan kan je ook een decentrale ventilator voorzien in je badkamer om de vervuilde (vochtige) lucht specifiek daar af te voeren. Het gaat hier ook om mechanische afvoer door een ventilator die vervuilde lucht de woning uitblaast via een dak- of geveldoorvoer. Uiteraard moet er hiervoor ook stroomvoorziening zijn.
Manieren om decentraal te ventileren
Om EPC-conform te zijn en aanspraak te maken op de labelpremie voor ventilatie, kies je het best voor een vraaggestuurde, decentrale ventilator. Die monitort constant de luchtkwaliteit op vocht en geurtjes en toert op als die kwaliteit te wensen over laat. Er zijn ok exemplaren met een extra CO2-sensor uitgerust zijn. Dit soort decentrale ventilatoren werkt volledig automatisch en kunnen ook de luchtkwaliteit in aanpalende ruimtes mee op peil helpen houden.
Soorten decentrale ventilatoren
- Opbouwventilatoren zijn de eenvoudigste vorm en plaats je in de muur of het plafond. De inplanting vergt in principe weinig kap- en breekwerk en het geheel kan terug mooi afgewerkt worden zonder al te grote littekens aan de woning.
- Buis -of kanaalventilatoren worden in een afvoerbuis geplaatst. Ze zijn vooral geschikt voor kleine ruimtes met korte ventilatiekanalen zoals badkamer en toilet.
- Afsluitbare ventilatoren zijn een variant van opbouwventilatoren die vanzelf afsluiten wanneer bijvoorbeeld het licht wordt uitgeschakeld.
Ideale plaats in de badkamer
Niet te dicht bij bad of douche
In het AREI worden specifieke regels vermeld voor vochtige ruimtes, waar ook elektrische apparatuur voor de regeling van ventilatie aan moet voldoen. Om te bepalen wat mogelijk is en wat niet, wordt de badkamer opgedeeld in 4 zones, gebaseerd op het potentieel gevaar van de meest risicovolle locatie – het bad of de douche.
In zone 0 (volledige inhoud van bad of douche) en zone 1 (tot 2,25 m boven bad of douche) worden in principe nooit ventilatoren geplaatst. In de zones 2 en 3 (dus vanaf 0,6 m van de rand van bad of douche, verticaal tot op 2,25 m van bad of douche) kan het wel, maar ze moeten beschikken over beschermingsgraad IPX4 en moeten aangesloten worden op een differentieel van 30 mA.
Niet te dicht bij de luchttoevoer
Om voldoende luchtcirculatie te garanderen, plaats je de badkamerventilator het best niet te dicht bij de plek waar verse lucht de ruimte binnenkomt - dichtbij ramen of deuren is dus ook niet ideaal. Idealiter bevindt de ventilator zich direct tegenover de luchttoevoer. Zorg ook altijd voor een toevoeropening via een deurrooster of kier onder de deur.
Hoe plaats je zelf een badkamerventilator?
##video:ZDBbe2445U02_NL;center;p100##
Komaf maken met vocht in de badkamer of met onfrisse geurtjes in het toilet? Goed nieuws: met de decentrale ventilator Waves+ van Renson heb je een pasklaar antwoord dat de ventilatie in je badkamer automatisch voor z’n rekening neemt. Bovendien kan je een oude badkamerventilator (waarvoor de stroomkabel al klaar zat) heel eenvoudig zelf vervangen, mits een beetje handigheid en een schroevendraaier. Hoe? Dat tonen en vertellen we je stap voor stap.
Stap 1
Haal je Waves+ uit de verpakking. Draai het frontpaneel tegen de klok in. Zo kan je het verwijderen. Nu heb je toegang tot de schroeven van de behuizing. Maak deze los en verwijder de cover. Dankzij de verloopring past de Waves+ zowel in luchtkanalen van 100 als van 125 mm.
Stap 2
Schakel de stroom uit vooraleer je de voedingskabel door de opening van de Waves-behuizing trekt. Schroef die vast op de afvoerleiding met een spanring.
Stap 3
Schroef de behuizing van de ventilator nu vast in de muur of het plafond.
Stap 4
Sluit de stroomkabel aan op je Waves+ ventilator.
Stap 5
Plaats de cover terug op de behuizing en schroef ook die vast.
Stap 6
Draai het frontpaneel terug op de cover, met de klok mee tot het paneel vastklikt.
Stap 7
Stel je Waves+ in met de Sense-app. Controleer vooraf of alle vensters dicht en alle raamverluchtingen open zijn. Sluit ook de binnendeuren. De app configureert en kalibreert je nieuwe ventilatie-unit automatisch.
Heb je geen smartphone? Dan kan je de Waves+ ook handmatig instellen. Volg hiervoor de stappen in je handleiding.