Wat je moet weten over potgrond
Meststoffen zijn onmisbaar als voeding voor je planten, maar voor die voeding is ook een drager nodig. Enter potgrond! Potgrond vormt de basis van een dik gevulde bloembak, een mooi groeiende kamerplant of een gezonde kuipplant. De schoonheid van planten en bloemen heeft haar wortels in de juiste potgrond. Maar hoe kies je nu precies de juiste potgrond?
Potgrond: de basis
Wat is potgrond?
Potgrond is een mengsel van organische materialen, zoals veen, compost, kokosvezel en soms aangevuld met zand, meststoffen en kalk. Deze samenstelling wordt gebruikt om planten een luchtige, vochtvasthoudende en voedingsrijke basis te geven waarin ze optimaal kunnen groeien.
Een goede potgrond heeft in eerste instantie een ideale verhouding tussen water en lucht en een rulle structuur, wat tot een gezonde ontwikkeling en een stevige verankering van de wortels leidt. In tegenstelling tot gewone tuinaarde is potgrond vaak vrij van onkruidzaden en ziektekiemen en is de samenstelling afgestemd op de behoeften van kamerplanten, tuinplanten of specifieke gewassen.
Niet hetzelfde als bodemverbeteraar
Potgrond is een kant-en-klare groeibodem die je direct in potten, bakken of voor specifieke planten kunt gebruiken. Bodemverbeteraar daarentegen is geen volledige groeibodem, maar een toevoeging die je door bestaande tuingrond mengt om die gezonder en vruchtbaarder te maken.
Hoe is potgrond samengesteld?
Traditionele potgrond of universele potgrond wordt samengesteld op basis van turf (witveen en zwartveen). Voorts spelen voedingsstoffen zoals perliet, klei, meststoffen, kalk en polymeren in op de specifieke eisen en voedingsbehoeften, en bepalen die mee de kwaliteit van de potgrond.
Schors zorgt voor een extra luchtige structuur en een optimale drainage. Zo komen de wortels zeker niet in het water te staan en voorkomt men rotting. Waterkristallen kunnen soms tot honderd keer hun gewicht aan water en voedingsstoffen opnemen, om die vervolgens af te geven in functie van de behoefte van de plant.
Langzaam werkende meststoffen zijn een belangrijk additief bij potgrond voor bloembakken. Ze zijn omhuld met een harslaagje, waardoor de afgifte langzaam gebeurt. Het grote voordeel is dat je dan niet meer moet bijmesten.
Potgrond voor specifieke toepassingen
Als je ooit al eens op zoek bent geweest naar potgrond, dan weet je dat er een groot aanbod bestaat. Potgronden hebben vaak een samenstelling die specifiek is afgestemd op de behoeften van bepaalde planten en bloemen. Zo krijg je voor bijna elke plant een specifieke potgrond.
Universele potgrond
Houd het simpel is je motto? Dan kan je je met universele potgrond uit de slag trekken. De voornaamste bestanddelen hier zijn tuinturf, compost, klei, kalk, turfstrooisel en zand. Universele potgrond is voor de meeste binnen- en buitenplanten en bloemen geschikt.
Universele potgrond wordt vaak verrijkt met kort of lang werkende meststoffen en sporenelementen. Een standaardmengsel bevat meststoffen die tot zes weken meegaan. Bij lang werkende potgrond moet je de eerste 6 tot 9 maanden geen meststoffen toedienen. De pH-waarde schommelt tussen 5,5 en 6,5.
Bloembakken
Eenjarige zomerbloeiers in bloembakken vragen potgrond die meststoffen bevat en een pH-waarde van 5,5 heeft. De toevoeging van klei zorgt ervoor dat de grond minder snel uitdroogt en dat de voedingsstoffen beter vastgehouden worden.
Orchideeën
Veelal zijn deze prachtige planten heel moeilijk te (onder)houden. Een grondmengsel dat is afgestemd op hun specifieke wensen, is zeker aan te raden. Deze planten houden niet van een voedselrijke grond, maar wel van wat armere bodem. De potgrond is dan ook wat grover van structuur en bevat minder voedingsstoffen.
Zure grond
Bepaalde planten hebben nood aan een zure bodem, die krijgen dus best zure potgrond, heidegrond of blonde turf. De pH is bij deze potgrond dus zeer laag, tussen 3,5 en 5. De rododendron, azalea, heide en hortensia zijn voorbeelden van zuurminnende planten.
Zaaigrond
Zaai- en stekgrond is geschikt om zaden te laten ontkiemen en om zaden en stekken wortels te laten vormen. Zaai- en stekgrond heeft een fijne, compacte en regelmatige structuur. Hierdoor vindt een gelijkmatige water- en voedseltoevoer plaats, wat uitdroging voorkomt.
Groenten en kruiden
Je gebruikt hier het best een luchtig grondmengsel dat voldoende water kan vasthouden en niet te snel uitdroogt. Potgrond waaraan klei, turf of waterkristallen werd toegevoegd is ideaal.
Cactus en vetplant
Cactussen en vetplanten groeien in de vrije natuur op een schrale voedingsbodem. Deze schrale grond bestaat uit veel zand en is luchtig en goed waterdoorlatend. Daarom is het belangrijk dat je een potgrond kiest die deze natuurlijke bodem het best benadert. Potgrond met weinig meststoffen maar met meer zand en lava is ideaal.
Buxus
Buxus houdt van een kalkrijke, luchtige voedingsbodem die voldoende waterhoudend is, maar tegelijk overtollig vocht snel draineert. Ook heeft het nood aan een potgrond met voldoende meststoffen en een hogere pH voor een continue groei en een frisse kleur.
Waterplant
Deze planten gedijen het best in een potgrond die bestaat uit extra zand en klei. Aan voedingsstoffen hebben ze dan weer minder behoefte. Je moet er ook voor zorgen dat de potgrond een open, luchtdoorlatende structuur heeft, zodat de waterplanten voldoende zuurstof krijgen.
Turfvrije potgrond
Zoals we al aanhaalden is turf een van de primaire bestanddelen. Dat is niet verrassend, want het is licht, houdt water goed vast en geeft de grond een luchtige structuur waarin wortels zich gemakkelijk ontwikkelen. Tegelijk heeft de productie ervan een grote impact op het milieu. Daarom wordt er steeds meer ingezet op turfvrije potgrond.
Waarom worden er alternatieven gezocht voor turf?
Voor turf worden waardevolle veengebieden immers afgegraven. Bij het ontwateren en afgraven van turf komt er koolstof vrij als CO2, wat neerkomt op ongeveer 30 ton uitstoot per hectare per jaar. Ook het transport en de verwerking van turf verhogen de CO2-impact.
Veengebieden zijn ook rijk aan zeldzame flora en fauna, die verdwijnen bij ontwatering. Bovendien verstoort turfwinning de natuurlijke waterbalans. Regenwater wordt minder lang vastgehouden, grondwaterstanden dalen en de omliggende natuur droogt uit.
Wat zijn de alternatieven op turf?
Turf is niet zomaar één-op-één te vervangen. Producenten gebruiken daarom mengsels van verschillende grondstoffen, elk met hun specifieke eigenschappen en uitdagingen. Enkele veelgebruikte alternatieven zijn de volgende.
Kokosvezel (cocopeat)
Kokosvezel is een bijproduct van de kokosindustrie en vormt een stabiele basis. Het materiaal is licht en luchtig, krimpt weinig en buffert in hoge mate water. Maar het bevat van nature veel zouten. Import uit Azië heeft bovendien een grotere ecologische voetafdruk, deels gecompenseerd doordat er grote volumes te transporteren vallen, samengeperst. Kokosvezel is op z’n minst evenwaardig met turf, mits een goede spoeling en behandeling.
Groencompost
Groencompost is rijk aan organisch materiaal en mineralen, en bovendien lokaal beschikbaar. Door de hogere pH-waarde wordt het bodemleven gestimuleerd en zijn voedingsstoffen gemakkelijker opneembaar.
Van nature bevat groencompost veel kalium en stikstof en draagt het bij aan een betere bodemstructuur. De kwaliteit hangt echter sterk af van de gebruikte grondstoffen en het composteringsproces. Groencompost is uitstekend als bodemverbeteraar en voedingsbron, maar minder geschikt als hoofdbestanddeel voor potgrond.
Houtvezels en boomschors
Beide zijn bijproducten van de houtsector en zorgen voor luchtigheid en structuur, wat de herbevochtiging en verdeling van vocht bevordert en zo een snelle en gezonde beworteling ondersteunt. Hoewel ze weinig voedingsstoffen bevatten, hebben ze een lage dichtheid, hoge porositeit, laag zoutgehalte en een pH-waarde tussen 4,5 en 6. Bij vertering onttrekken ze tijdelijk stikstof uit de bodem.
Miscanthus
Dit grasachtige gewas heeft een zeer laag soortelijk gewicht. Het levert een luchtig substraat op, rijk aan organische stoffen, maar het gaat om een inerte grondstof, die dus arm is aan voedingsstoffen. Fabrikanten gebruiken het voornamelijk als vulmiddel of ter verbetering van de structuur.
Plantaardige vezels & reststromen
Daarnaast worden rijsthulzen, vlasvezels en grasvezels steeds vaker onderzocht als duurzame, lokaal beschikbare grondstof in circulaire substraten. Rijsthulzen zorgen voor drainage en zijn neutraal qua pH-waarde. Vlasvezels zijn luchtig, relatief stabiel en licht zuur. De pH-waarde en het zoutgehalte hangen af van de bron.
Sowieso varieert de kwaliteit sterk naargelang de oogst en verwerking. De structuur is matig tot goed, de waterretentie matig. Tenzij het om mos gaat, bijvoorbeeld, een hernieuwbare grondstof waarmee ook gewerkt wordt. Mos behoudt de balans tussen vochtigheid en luchtigheid. De pH- en voedingswaarde zijn laag, maar aanpasbaar.