Hoe kies en gebruik je houtlijm?
Elke zichzelf respecterende Dobbit-lezer heeft wel houtlijm staan, en met goede reden. In heel wat gevallen is de lijmverbinding zelfs sterker dan het hout. Toch zijn er enkele zaken die je moet weten voor je met houtlijm aan de slag gaat. We zetten een en ander op een rijtje.
Soorten houtlijm
PVAC-houtlijm
PVAC-houtlijm, voluit polyvinylacetaat, is de bekende witte houtlijm. De lijm hardt uit doordat het vocht wegtrekt uit lijm, dat gebeurt via de houtvezels. Er zijn verschillende klassen houtlijm:
- D1- en D2-houtlijm zijn geschikt voor binnentoepassingen. Bij blootstelling aan vocht kan D1-lijm lossen. D2-houtlijm kan kortstondige blootstelling aan hogere luchtvochtigheid verdragen.
- D3- en D4-Houtlijm zijn voor binnen en buiten geschikt, voor toepassingen waar er langdurig contact is met vocht kies je het best D4, mits voldoende oppervlaktebescherming.
PU-houtlijm
Polyurethaanlijm, kortweg PU, wordt ook wel eens bruislijm genoemd. De verlijming gebeurt doordat de stoffen in de lijm in aanraking komen met vocht in de lucht en in het hout. De reactie wordt gekenmerkt door het ontstaan van kleine belletjes, vandaar de naam bruislijm.
Zorg ervoor dat de lijm niet in een te dikke laag wordt aangebracht, anders zal de lijm in het midden moeilijk uitharden. De lijm zet wat uit tijdens het uithardingsproces, ze heeft dus een licht vullend vermogen.
Epoxy-houtlijm
Voor veel hobbyklussers is PVAC- of PU-lijm ruimschoots voldoende. Moet het nog sterker? Dan kan je ook een beroep doen op epoxy-houtlijm. Dit is een tweecomponentenlijm met enerzijds een epoxyhars en anderzijds een verharder. De componenten zijn apart verpakt en moeten vermengd worden (uiteraard altijd volgens de door de fabrikant aangewezen verhouding), waarna je de lijm zo snel mogelijk aanbrengt zodat deze kan uitharden.
Epoxy-houtlijm kent vooral toepassingen binnen professionele milieu's, waarbij bescherming tegen extreme weersomstandigheden en waterbestendigheid een absolute must zijn, zoals de bouw van houten boten.
Lees hier meer over montagelijmen
Houtlijm gebruiken: tips en tricks
Voor je lijmt ...
Vóór je twee oppervlakken aan elkaar moet verlijmen: maak ze eerst stof- en vetvrij om de hechting te optimaliseren. Een extra tip voor hout: dat verlijmt het beste als het vers geschaafd of pas geschuurd is. Een dergelijke bewerking verwijdert immers vet en vuil en geeft gladde lijmoppervlakken waar de lijm het beste op hecht.
Tijdens het lijmen
Bij houtconstructies voldoet een enkele verlijming vaak. Dat houdt in dat je de lijm slechts op een van de twee oppervlakken aanbrengt. Vaak opteer je voor de stevigheid echter het beste voor een dubbele verlijming, waarbij beide oppervlakken een (uiteraard niet te dikke) lijmlaag krijgen. Een stevige houtverbinding verkrijg je overigens door de combo van lijm en schroeven.
Bij het verlijmen van grotere oppervlakken werk je met dotten of lijmbanen die je gelijkmatig aanbrengt op het te verlijmen oppervlak. 'Gelijkmatig' is hier het sleutelwoord: zorg voor een goede spreiding zodat de oppervlakken overal even goed hechten. Bij kleinere oppervlakken, zoals twee houten balken, kan je eventueel een bout of spatel als lijmkam gebruiken om de lijm te spreiden over de oppervlakken. Vergeet de bout of spatel dan uiteraard niet af te kuisen, zodat die nog bruikbaar blijft na je lijmklus.
Na het lijmen
Lijm die uitpuilt langs de randen of naden van een werkstuk verwijder je het beste met een doekje wanneer de lijm nog vloeibaar is. Werp wegwerphandschoenen weg en was je handen.
Gebruik je een lijm uit een tube? Veeg dan steeds de overtollige lijm van de tube voordat je de dop er terug op doet. Controleer ook de binnenkant van de dop voor je die er terug op schroeft – kwestie dat je die er later vlot terug af krijgt. Eventueel kan je enkele druppels olie aanbrengen op de schroefdraad om te voorkomen dat de dop blijft plakken.
Uitharden
Moet je twee oppervlakken even laten drogen? Gebruik dan lijmklemmen om te voorkomen dat ze verschuiven. Eventueel kan je ook wat keukenzout toevoegen op de lijmlaag. Voor je lijmklemmen aanbrengt op houten oppervlakken – of andere poreuze materialen – laat je de lijm het beste eerst enkele minuten intrekken. Als je de boel meteen stevig vastdraait met klemmen, wordt er direct nadat de lijm is verdeeld veel lijm weer uitgeperst zonder dat het iets helpt.
De meeste lijmsoorten zijn gemaakt om uit te harden bij 20 °C, zodat je genoeg tijd hebt om te klemmen, en zodat de lijm binnen een redelijke tijd volledig uithardt. Bij 5 °C gaat het heel langzaam, en dan moet de spanning veel langer vastgehouden worden. Rond het vriespunt stopt de uitharding bijna. Raadpleeg steeds de technische fiche of verpakking van je lijm om de ideale temperatuursomstandigheden voor droging en uitharding te achterhalen, en respecteer die ook.