Hoe bestrijd je plagen met insecticides?

Nu de wetgeving rond chemische bestrijdingsmiddelen verandert en mensen meer open staan voor een groenere ingesteldheid, grijp je beter ook naar ecologische bestrijding. Hiermee maak je komaf met vervelende plagen terwijl mens, dier en milieu gespaard blijven van schadelijke neveneffecten. Een gemakkelijk toepasbaar product dat je kan gebruiken, is biospray of concentraat als plantaardig insecticide.

 

Werking

Misschien vind je de overstap van chemische middelen naar roofinsecten en feromoonvallen wat te ingewikkeld. Geen nood, er bestaan ook kant-en-klare bioproducten. Voor specifieke plagen zijn er sprays en concentraten beschikbaar op basis van plantaardige ingrediënten, die men gewoon op de te behandelen plant moet spuiten.

Film

Bepaalde ingrediënten zoals koolzaadolie zorgen voor een filmvorming op de bladeren van de plant, waardoor schadelijke insecten vast komen te zitten en verstikt worden. 

Giftige stoffen

Extracten van bepaalde plantsoorten leveren dan weer stoffen of moleculen op die giftig zijn voor (bepaalde) insecten. Uit chrysanten kan men bijvoorbeeld pyretrine winnen, een van de meer gekende werkzame stoffen. 

MINERALEN
Sommige fabrikanten werken ook met mineralen die toxisch zijn voor plagen. Zo zijn er bijvoorbeeld slakkenkorrels beschikbaar die op basis van ijzer en fosfaat het ongedierte bestrijden.

 

Toepassen

Biosprays zijn een uitgesproken contactmiddel. Dat wil zeggen dat je je planten aan alle zijden goed moet bespuiten – in het bijzonder aan de onderkant van de bladeren.

Indien nodig moet de behandeling na een week herhaald worden. Behandel je planten 's avonds, want de werkzame stoffen in deze producten zijn uv-gevoelig en hebben een verminderde werking bij hoge temperaturen. 

Het voordeel is dat dergelijke sprays efficiënt zijn in alle ontwikkelingsstadia van de insecten: eitjes, larven en volwassen exemplaren én ze zijn ready to use.
Let op, de verstikkende film kan echter ook andere, onschuldige insecten vangen omdat deze niet soortspecifiek werkt.  

 

Vleesetende planten

Wie met plaaginsecten in de serre, veranda of binnenverblijven van (huis)dieren te kampen heeft, kan een natuurlijke vijand inschakelen die zowel mooi als 100% natuurlijk is. Vleesetende planten vangen – vooral vliegende – insecten. Ze zijn uitstekend om fruitvliegjes, motjes, vliegen, dazen, enz. te elimineren. Let wel: deze planten zijn niet soortspecifiek, dus onschuldige voorbijvliegers kunnen ook ten prooi vallen.

Werking

Vleesetende plantjes halen hun voedingsstoffen uit de insecten die ze vangen. Hoe ze die vangen en welk verteringsproces er optreedt, verschilt van soort tot soort. Dit zijn de drie bekendste vangmethodes:

• Bekerval
  De bladeren van deze plantjes vormen een beker, waarin een vloeistof zit die insecten aantrekt. De blaadjes zijn glad en insecten verliezen er hun houvast, waardoor ze in de vloeistof vallen. Minuscule haartjes in de trechter zorgen ervoor dat het gevangen dier niet meer uit de beker kan geraken. Door de vloeistof wordt het insect uiteindelijk verteerd en opgenomen door de plant. Er bestaan verschillende vormen, waaronder ook de gekendere trompetbeker.
• Kleefval
  Deze plantjes zien er sowieso prachtig uit. De blaadjes hebben stekelige sprietjes, die op het uiteinde een kleverige vloeistof afscheiden. De druppels daarvan lijken sterk op dauwparels. Insecten blijven plakken in de kleefstof, waarna het blad zicht langzaamaan rond de gevangen prooi wikkelt. Er komen verteringssappen vrij waardoor de plant het insect kan opnemen als voedsel.
• Dichtklappende val
  Dit is misschien de meest gekende vleesetende plant. De platte blaadjes hebben "voelsprietjes" en wanneer een insect hier tegenaan komt, klappen de blaadjes dicht. Tussen de dichtgeklapte bladeren wordt er een vloeistof afgescheiden die het insect binnen enkele dagen verteert.

Toepassen

De vleesetende plant is een mooie, kleurrijke aanvulling op het arsenaal wanneer je plagen wilt bestrijden. De meeste soorten vereisen warme temperaturen en kan je dus beter binnen gebruiken. Ook veel zonlicht, een arme bodem en zacht water zijn basisvereisten om deze blikvangers goed te laten gedijen.