Hoe snoei je kleinfruit?
Heb je bessenstruiken of frambozenstruiken staan in je tuin? Ook die hebben baat bij een goede snoeibeurt van tijd tot tijd. Zo zorg je ervoor dat alle vruchten licht krijgen, en dat je dus een betere opbrengst hebt. We geven enkele handige snoeitips voor de meest voorkomende soorten. Vergeet niet om ook rekening te houden met onze algemene snoeitips.
Hoe snoei je frambozen?
Onder kleinfruit zijn frambozen een van de meest populaire struiken. Hier kan je een onderscheid maken tussen struiken die in de zomer vruchten dragen en struiken die in de herfst vruchten dragen. Bij zomerframbozen kan je de vruchten plukken vanaf juni, bij herfstframbozen vindt de bloei iets later in de zomer plaats en kan je plukken van augustus tot half oktober.
Het verschil tussen beide zien is soms moeilijk, want ze zien er nu eenmaal zeer gelijkaardig uit. Zowel zomer- als herfstframbozenstruiken groeien in lange stengels, die je idealiter opbindt of geleidt langs een schutting of een stuk tuindraad als steun.
Je kunt het onderscheid maken tussen herfst- en zomerframbozen door naar de timing van het fruit te kijken en naar de plaats waar de vruchten groeien. Bij zomerframbozen groeien de frambozen zelf aan zijscheuten van de hoofdstengel, bij herfstframbozen bevinden de vruchten zich aan het uiteinde van een hoofdstengel in trossen. Het onderscheid tussen beide kunnen maken is belangrijk, want beide soorten vereisen een verschillende snoeiaanpak.
Zomerframbozen snoeien
Bij zomerframbozen komt het fruit aan de tweejarige stengels. Met andere woorden: de stengels die vorige zomer gegroeid zijn, zullen deze zomer vruchten dragen. De snoei doe je hier in de winter of in de vroege lente. Dan neem je de oude/dode stengels of takken weg. Je kunt eventueel de zwak groeiende stengels tot aan de grond wegknippen. Je kan de takken die vruchten hebben gedragen in de zomer, ook al in de herfst meteen wegknippen.
Herfstframbozen snoeien
Bij herfstbrambozen groeien de stengels in het voorjaar en de zomer, en komt het fruit aan de nieuwe stengels. Wanneer alle frambozen geplukt zijn op het einde van het seizoen, kan je de stengels tot aan de grond afkorten. Wanneer de nieuwe scheuten in het voorjaar een hoogte van ongeveer 20 cm hebben, kan je wat uitdunnen. Laat de sterkst groeiende stengels staan en bind deze op. De andere scheuten kan je tot aan de grond wegknippen.
Hoe snoei je braambessen?
Bramen (met doornen of doornloos) zijn ook een waardevolle toevoeging aan je pluktuin. Hier komen de vruchten, net als frambozen, aan ranken die best worden opgebonden of geleid langs een schutting of palen als steun. Er bestaan struiken waarbij de vruchten, net als zomerframbozen, op éénjarige takken rijpen en varianten waarbij het fruit pas op tweejarige takken komt.
De vuistregel voor de snoei van een braamstruik is eenvoudig: alles wat vruchten heeft gedragen, mag tot iets boven de grond worden weggeknipt. Dit doe je in de late herfst of in de winter. Nieuwe eenjarige takken die niet zwak of beschadigd zijn, laat je staan (met een achttal eenjarige takken per lopende meter) en aanbinden. Zijtakken kan je tot op drie knoppen terugsnoeien. Bij eenjarige bramensoorten moet daarentegen een volledige snoei worden toegepast. Tijdens de lente zullen er volledig nieuwe scheuten gevormd worden.
Hoe snoei je kruisbessen?
Een kruisbes of stekelbes zal ook zonder snoeibeurt veel vruchten geven, weliswaar zijn dit voornamelijk kleine vruchten. Door te snoeien, en meer licht door te laten, zal je grotere bessen kunnen plukken. De pluk zal ook een stuk aangenamer kunnen verlopen. Kruisbessen hebben namelijk veel scherpe stekels op de takken én veel bladeren tijdens de oogstperiode, waardoor je de stekels tijdens het plukken niet altijd goed kan zien, en dit kan het plukken een onaangenaam werkje maken.
Daarom is het beter om tijdens de winter of de vroege lente de snoeischaar erin te zetten. Een wintersnoei houdt vooral in dat je veel dode, zieke en kruisende takken verwijdert, alsook de takken die laag bij de grond hangen (tot 10 cm en lager).
Een kruisbessenstruik vormt vruchten op takken van twee of drie jaar oud. Je zorgt idealiter voor 6 tot 8 zijtakken aan de hoofdstam, die elk - bij voorkeur in een andere richting - schuin naar boven lopen. Bij kruisbessenstruiken van vier jaar oud kun je elk jaar ten minste één van die 6 tot 8 vertakkingen aan de stam verwijderen om plaats te maken voor een nieuwe. Zijscheuten kort je in tot twee knoppen aan het oude hout.
Hoe snoei je blauwe bessen?
De blauwe bes is ideaal voor wie weinig onderhoud wil doen aan zijn kleinfruit, want blauwe bessenstruiken groeien zeer traag. De eerste drie tot vier jaar na aanplanting moet je er in feite niet aan snoeien. De vruchten worden gevormd aan twee- of driejarige takken. Vanaf dan snoei je elk jaar in de late winter (februari) of het vroege voorjaar.
Opnieuw is het devies: dood, ziek en kruisend hout mag weg. Dode en laaghangende of horizontaal groeiende takken mag je tot op de grond wegsnoeien. Zorg vooral dat je een 'open' struik verkrijgt, waarbij alle takken voldoende licht kunnen vangen in de bloeiperiode.
Hoe snoei je rode en witte bessen?
Voor rode (en witte bessen) gelden dezelfde basisprincipes: snoeien doe je in de winter en omvat voornamelijk het brengen van licht in de struiken door het wegnemen van dode, zieke en kruisende takken.
Ook deze bessenstruiken dragen hun vruchten op takken die minstens twee jaar oud zijn. Tijdens de wintersnoei kan je de groei van zijscheuten (waar de meeste vruchten worden gedragen) bevorderen door de sterkere scheuten met een derde in te korten. Bij bessenstruiken die ouder zijn dan drie jaar, kort je de zijscheuten in tot twee knoppen vanaf de hoofdtak. Takken zonder knoppen, en dus niet-vruchtdragend, worden ook weggenomen.
Hoe snoei je cassis of zwarte bessen?
Een zwarte bes draagt zijn vruchten aan éénjarige takken. De snoei vindt ook plaats in de late winter en houdt in dat je dode en zwakke takken tot ongeveer drie centimeter boven de grond inkort, om zo de groei van nieuwe scheuten te stimuleren.
Na het snoeien
Qua zorg na het snoeien volstaat het over het algemeen om de bodem wat af te dekken met mulch of compost. Voor bessenstruiken vormt de as van je haard of kachel ook een prima minerale meststof.