HOE EEN TERRAS PLAATSEN OP TEGELDRAGERS
Bij het aanleggen van je terras denk je misschien meteen aan het zeulen met kruiwagens vol stabilisé. En als je tegelt, komt daar ook nog eens tegellijm bij kijken, of moet je ze in de mortel leggen. Maar op deze manier je terras aanleggen kan niet altijd. Gelukkig is er een alternatief, dat ook nog eens gemakkelijker is om te plaatsen.
tegeldragers: WAT EN WAAROM?
Tegeldragers zijn (meestal plastieken) pootjes waarop je tegels komen te rusten. Je gebruikt tegeldragers vooral als je de tegels niet kan lijmen. Dat kan bijvoorbeeld zijn als je een dakterras wil aanleggen. Op een plat dak, of het nu bestaat uit EPDM of bitumen, kan je namelijk niet lijmen.
Je hebt tegeldragers in verschillende hoogtes en je kan ook dragers kopen die in hoogte verstelbaar zijn. Dat is gemakkelijk als je ondergrond oneffen is, of als je bijvoorbeeld een helling hebt die je moet opvangen. Tegeldragers hebben meestal bovenaan een blokje op de tegel staan. Deze zorgen ervoor dat de tegeldrager niet verschuift van onder de tegel en maakt meteen dat je overal een gelijke voeg hebt.
VOORDELEN
Er zijn verschillende voordelen aan het gebruik van tegeldragers. Zo heb je bijvoorbeeld nog ruimte onder je tegels. Daarvan kan je gebruikmaken om leidingen of kabels te leggen. Wil je ze dan veranderen? Dan houdt het ook weinig breekwerk in, want je kan de tegels gewoon van de tegelhouders nemen. Door tegels weg te nemen, kan je er ook voor zorgen dat septische put of een regenwaterput nog toegankelijk blijft, maar dat je er niets van ziet als je terras er ligt.
HOOGTE
Om tegeldragers te gebruiken, heb je natuurlijk een bepaalde opbouwhoogte nodig. De tegels komen het best onder je dorpel te liggen. Meet dus even vanaf je dorpel tot aan je dak of tot aan je betonplaat. Dat is de maximumhoogte van de tegel en de tegeldrager. Hou bij het kiezen van de hoogte van je tegeldrager dus ook rekening met de dikte van je tegel. Weet ook dat de ondergrond van je terras kan afhellen, zeker als je een dakterrras legt. Is het terras groot? Dan kijk je het best even of je geen grotere pootjes nodig hebt aan het andere eind.
Het gemakkelijkst is als je tegeldragers gebruikt die je in hoogte kan aanpassen. De tegeldragers kan je altijd afregelen tussen een minimumhoogte en een maximumhoogte.
NIET VOOR ALLE TEGELS
Welke combinatie tegeldragers en tegels je nodig hebt, vraag je het best na bij de leverancier. Omdat de tegel los komt te liggen, moet die natuurlijk stevig genoeg zijn. Hij wordt niet, zoals bij een gelijmde plaatsing, overal ondersteund. Dat betekent dat je in het algemeen dikkere tegels nodig zal hebben. Maar soms is dat niet voldoende. Vraag dus zeker na bij de tegelfabrikant, of bij je leverancier of de tegel gebruikt kan worden.
Ook het aantal tegeldragers dat je nodig hebt, kan verschillen. Sowieso moet elke hoek van de tegel worden ondersteund, maar als je grotere tegels hebt, moeten ze soms in het midden ook worden ondersteund.
TERRAS OP TEGELDRAGERS: AANLEG
START!
Beginnen doe je steeds in de hoek van het terras. Normaal gezien volg je de richting van de gevel. Dat is het gemakkelijkst en het mooist. Let wel even op. Het kan zijn dat je gevel niet helemaal recht loopt. Zet daarom vooraan en achteraan een tegel. Zet die niet tot tegen de gevel, maar laat een kleine spatie tussen de gevel en de tegel. Zo kan je kleine verschillen opvangen in de gevel.
Tussen de twee tegels, voor en achteraan de gevel, span je dan een metserstouw. Dat metserstouw dient nu als referentie om de andere tegels mooi in één lijn te zetten.
BOVENPLATEN
Een tegel ondersteun je altijd minstens op de vier zijdes met tegeldragers. Aan de gevel kan je de tegeldrager niet op een hoek zetten. Daarom gebruiken we bovenplaten. Die zorgen voor een goede ondersteuning aan de kanten. Ook hebben die maar twee afstandshouders, zodat de de tegeldragers niet verschuiven.
WATERPAS
Leg de eerste rij dan verder. In de richting van de gevel mag je je terras gerust waterpas leggen. Elke tegel leg je dan op de tegeldragers. Draai die dan tot je tegel perfect waterpas ligt. Kijk ook zeker na of je telkens genoeg afstand blijft houden van de muur. Lukt het niet? Schuif dan de rij een beetje op, want de tegels mogen zeker niet tegen de gevel worden gedrukt.
REFERENTIE
Leg dan ook een rij in de andere richting. Ook deze rij gaat dienen als referentie. Leg ze dus haaks op de rij tegen de gevel. Hier kunnen we ze niet aan de kant leggen, de hoek is niet haaks, dus kiezen we voor de tweede rij als referentie.
Deze rij mag je ook waterpas leggen, maar je mag er ook een kleine helling in steken. Zo’n één à twee procent is voldoende. In principe moet dit terras niet afhellen, het water kan immers weg tussen de voegen, maar om te vermijden dat er plassen op de tegels komen te staan, kan je het best een helling voorzien.
VOL LEGGEN
Met de twee referentierijen op hun plaats kan je het terras vol leggen. Dit werk gaat vlot, maar neem wel telkens de tijd om je tegeldrager goed af te regelen. Doe je dit niet, dan gaat je terras niet alleen ongelijk liggen, de tegels gaan ook schommelen.
GELIJK ZETTEN
Het kan zijn, zeker als je met natuursteen werkt, dat niet elke tegel even dik is. Om toch een mooi resultaat te krijgen, zijn er rubberen pads. Die vangen het verschil van enkele millimeter op. Deze pads dienen verder ook om de overdracht van het loopgeluid te verminderen. Dat is vooral nodig bij een dakterras. Leg daar de pads zeker onder elke tegel.
VASTLIJMEN
Op het einde leg je de tegeldragers het best vast. Zeker als het einde van de tegels niet tegen een gevel of een dakrand aanliggen. Leg de tegeldragers vast met wat polymeerlijm. Zo gaan ze niet meer verschuiven. Lijm zowel de tegeldrager vast aan de ondergrond, als de tegel aan de tegeldrager. Gebruik ook hier bovenplaten om de tegels goed de ondersteunen.
RAND VERBERGEN
Als je terras er ligt, ben je nog niet klaar. Omdat de tegels tamelijk wat hoger liggen dan de betonplaat, kan je er onder kijken. De meeste fabrikanten hebben speciale tegeldragers of een hulpstuk zodat je vooraan nog een tegel kan plaatsen. Hier willen we ook de voorkant van de betonplaat mee afdekken. Daarom plaatsen we een boordsteen in hetzelfde materiaal als de tegels.
BOORDSTENEN
De boordsteen plaats je zoals bij normale tegels. Plaats hem in stabilisé. Je hoeft slechts een kleine hoeveelheid stabilisé aan te maken, koop dus gerust zakken met voorgemaakt mengsel. Het volstaat water toe te voegen, volgens de verhouding op de verpakking. Breng dan een laag stabilisé aan en zet de boordsteen op zijn plaats met enkele tikken van een rubberen hamer.
TEGEL OP MAAT
OPENING AFTEKENEN
Ondanks dat je het meest volle tegels legt, zal je toch eens een tegel op maat moeten maken. Hier moeten we bijvoorbeeld een uitsparing maken voor de regenpijp. Meet even op welke uitsparing je moet maken, zodat de tegel precies past. Let wel op dat je ook langs de regenpijp een afstand houdt van een drie millimeter.
DIAMANTBLAD
Als je de maat hebt aangeduid, dan kan je het stuk uitzagen. Dat kan je het gemakkelijkst doen met een haakse slijper. Neem een vol diamantblad op de haakse slijper voor een mooie snede. Begin altijd bovenaan met een insnijding te maken. Mocht de tegel dan breken, dan breekt hij via die lijn. Snij de tegel dan verder door met de slijpschijf.
LANGS ACHTER
Je kan niet tot op het einde slijpen met je slijpschijf. Draai daarom de tegel om en slijp hem ook langs de andere kant verder door. Langs de achterkant kan je eventueel wat verder doorslijpen. Het laatste stukje kan je dan gewoon uit de tegel breken. Dit kan je doen met een zachte tik van de hamer.