Waarom kiezen voor zelfdragende dakelementen?
Hoewel dakelementen al sinds de jaren 70 bestaan, zijn ze in België – zeker in vergelijking met Nederland – minder verspreid. Met hun uitstekende luchtdichtheid en zeer lage U-waarde zijn dakelementen nochtans een ideaal instrument om te voldoen aan het wettelijk vooropgestelde E-peil of zelfs beter te doen.
Wat zijn zelfdragende dakelementen?
Als we spreken over zelfdragende dakelementen, gaat het in de meeste gevallen om sandwichpanelen waarin een groot deel van de dakstructuur is verwerkt. Tussen twee dakplaten zit isolatiemateriaal - geëxpandeerd polystyreen (EPS), pur/PIR, vlas of minerale wol - ingesloten, samen met kepers of houten latwerk. Mogelijk zijn in de elementen ook reeds het dampscherm, het onderdak, de tengellatten en een binnenafwerking geïntegreerd.
Soorten dakelementen
Naargelang van hun fysieke opbouw bestaan er drie verschillende types. De gewenste U-waarde, overspanningen en het type dak en woning spelen uiteraard hun rol in de keuze. Bovendien kunnen de fabrikanten maatwerk afleveren, waarbij zaken zoals dakramen of goten al in de fabriek aangebracht worden.
- Sandwichdakelementen: dit is de meest klassieke constructie. Ze bestaat uit twee platen waartussen het isolatiemateriaal is aangebracht. De keperstructuur, isolatie en bovenplaat zijn bij dit type al aanwezig en afhankelijk van de fabrikant kan ook de binnenafwerking al aan het paneel zijn toegevoegd.
- Openschalige dakelementen: hier is er sprake van een open draagconstructie waaraan het isolatiemateriaal is toegevoegd. De bovenplaat ontbreekt, maar de keperstructuur en het isolatiemateriaal zijn wel aanwezig. Afhankelijk van de fabrikant, kan de binnenafwerking al aan het paneel zijn toegevoegd. Dit type is geschikt voor grotere overspanningen en maakt het inwerken van dakramen voor een stuk eenvoudiger.
- Scharnierdaken: dit zijn meestal ook openschalige elementen die aan de nok verbonden zijn. De panelen worden in de fabriek aan elkaar verbonden door middel van een scharnier, en vervolgens worden ze op de werf in één keer op het dak gehesen en opengeklapt. Zo kan men beide dakhelften in één beweging plaatsen. Deze systemen zijn meestal breder dan de traditionele isolerende zelfdragende dakpanelen.
Waar worden zelfdragende dakelementen toegepast?
Zelfdragende isolerende dakpanelen worden in hoofdzaak toegepast bij nieuwbouw, maar onder de juiste omstandigheden bewijzen ze ook bij renovaties hun nut. Bij een te renoveren keperdak moeten de kepers bijvoorbeeld verwijderd worden en komen de dakelementen direct op de horizontale gordingen te liggen.
Er moet dan wel nagegaan worden of de constructie nog voldoet, maar dat geldt uiteraard voor alle dakrenovaties. Om isolerende zelfdragende dakpanelen te kunnen gebruiken, moet er aan volgende voorwaarden voldaan zijn:
- Draagstructuur: zelfdragende isolerende dakelementen komen rechtstreeks op de gordingen van het dak te liggen. De horizontale structuur moet voldoende stevig zijn om de isolerende zelfdragende dakpanelen te ondersteunen. Daarvoor zijn de dikte van de gording, de dragende structuur en de gekozen dakpannen van doorslaggevend belang.
- Overspanning: men is steeds gebonden aan de overspanning, die, afhankelijk van het type paneel en de helling van het dak, enkele meters kan overspannen. Er bestaan echter ook dakelementen die van muur tot muur geplaatst kunnen worden, en niet van goot tot nok.
- Kraan: door het gewicht en de omvang van de panelen heeft men voor de plaatsing bij voorkeur een kraan ter beschikking.
Wat zijn de voordelen van dakelementen?
Wanneer er aan de juiste voorwaarden voldaan is, bieden isolerende zelfdragende dakpanelen verschillende voordelen ten opzichte van de klassieke manier van bouwen.
Luchtdichtheid
Een eerste belangrijke troef is de betere score inzake luchtdichtheid. Hoe minder energie een gebouw via luchtlekkage verliest, hoe beter het binnencomfort en hoe gunstiger het E-peil.
Dakelementen kennen door hun all-in-one aard minder naden dan klassieke keperdaken en hebben dus veel minder aansluitingen die afgedicht moeten worden. Bovendien kan dat afdichten een stuk eenvoudiger gebeuren: een flexibel blijvend PU-schuim volstaat hier om een luchtdichte aansluiting te realiseren.
Koudebruggen worden vermeden
Wie werkt met isolerende zelfdragende dakpanelen, zal minder last ondervinden van koudebruggen. Deze ontstaan daar waar de isolatielaag onderbroken wordt door constructiedelen met een lagere isolatiewaarde. Isolerende zelfdragende dakpanelen functioneren zonder randhout, in tegenstelling tot traditionele spanten- en keperdaken. Bij deze panelen steekt de isolatielaag aan de langszijden uit, waardoor deze naadloos blijft aansluiten en niet onderbroken wordt.
Minder tijd, fouten en ruimteverlies
Het gaat om alles-in-één dakelementen waarmee men dus met één handeling de tengellatten, het onderdak, de isolatie, de spanten en (optioneel) de binnenafwerking plaatst. Dat betekent dat men niet langer een beroep moet doen op verschillende aannemers voor de realisatie van de dakstructuur, isolatie, luchtdichtheid en afwerking - wat in de praktijk vaak voor problemen zorgt - maar dat een enkele aannemer volstaat. Dat zorgt voor een enorme tijdswinst.
Doordat de dakwerker minder handelingen moet verrichten, zal niet alleen de benodigde tijdspanne verminderen, maar ook de kans op fouten en de hoeveelheid afval op de werf.
Omdat er geen nood is aan spanten en de isolatie en het dragende materiaal in één paneel vervat zitten, spaart men onder het dak ten slotte ook de nodige ruimte uit. Met de trend naar steeds compacter bouwen is dit zeker geen te verwaarlozen factor. Gemiddeld zal de verwerker uiteindelijk ongeveer 25% goedkoper kunnen werken dan bij een spantendak.
De plaatsing
Omdat isolerende zelfdragende dakpanelen met een kraan op het dak gehesen moeten worden, zullen ze altijd professionele plaatsing vereisen, ook al kan de montage op zich relatief eenvoudig zijn. De platen moeten namelijk enkel met schroeven aan de draagstructuur worden bevestigd, waarna de afdichting met PU-schuim of kits gedaan kan worden.