Hoe leg je een oprit met grind aan?
Wanneer we spreken over halfdoorlatende bestrating, komen we al snel uit bij grind. Lees hier hoe je een oprit kan aanleggen met grind en bijhorende stabilisatiematten.
Grind en matten kiezen
Stabilisatiematten
Siergrind en andere grind- en steenslagsoorten zijn vormen van halfverharding, met een open structuur. Om water optimaal te kunnen laten infiltreren, wordt er vaak gewerkt met grindmatten. Niet alleen voor het water is dat goed nieuws, ook voor je oprit zelf: de druk van een voertuig wordt namelijk een stuk beter verdeeld, de steenslag wordt immers niet in de ondergrond geduwd. Het oppervlak zal mooier egaal ogen.
Een stabilisatiemat is meestal uitgerust met en geotextiel worteldoek onderaan, en zal zo ook de groei van onkruid een halt toeroepen. Dergelijke matten hebben meestal een honingraatstructuur waarbij de raten doorgaans 3 cm tot 4 cm breed zijn. De fijnere matten zijn beter geschikt voor tuin- of fietspaden, terwijl matten met bredere raten het best geschikt zijn voor opritten.
Hoe kies je grind?
Grindmatten zijn uiterst handig, maar je houdt ze het liefst van al buiten het zicht, enter: het grind! Grind bestaat in allerlei kleuren en formaten. Ga je voor een grove korrel van meer dan 16 mm? Dan moet je er rekening mee houden dat de matten beter zichtbaar zijn. Middelgrote korrels van 8 tot 16 mm dik zijn, zeker voor een oprit, de betere optie: ze bieden voldoende stevigheid zonder de onderliggende mat te veel in het zicht te brengen. Té kleine kiezels (kleiner dan 8 mm) zouden de doorlaatbaarheid van een oprit verminderen en de gaten minder stevig vullen.
Kies voor grind dat qua kleur compatibel is met je woning, maar denk ook aan de keuze van de matten. Bij lichter grind is het aangewezen om de witte versie van de grindmatten te gebruiken. Kies je voor een donkerdere opvulling, dan ga je beter voor de zwarte variant. Een aansluitende tint zal ervoor zorgen dat de platen minder door het grind schijnen.
Plaatsing van een oprit met grind en matten
Fundering
Net als voor andere soorten bestrating bij opritten, dient de fundering stevig genoeg te zijn om een voertuig te kunnen dragen. Voor grind wordt er een beroep gedaan op een laag van 20 cm gebroken betonpuin. Daarop komt nog een egalisatielaag van een drietal cm, waarop uiteindelijk de matten en het grind terechtkomen.
Voor je het betonpuin giet moet je voldoende uitgraven. Voorzie eventueel een (gemengde) afvalcontainer als het om een grote oppervlakte gaat. Zorg dat je uitgraaft op een diepte van -30 cm ten opzichte van je gewenste afwerkingsniveau.
Baken voor je begint ook de oppervlakte af met een metserskoord en paaltjes. Zorg verder dat de ondergrond schuin afloopt voor een vlotte afwatering. Een hellingsgraad van 1 tot 2 cm per meter is het meest aangewezen.
Boordstenen
Om het grind op zijn plaats te houden, zal je sowieso boordstenen moeten leggen. Dit doe je het best wanneer het betonpuin er ligt. Om die te kunnen plaatsen, zijn er sleuven van 25 cm diep nodig. De stenen worden immers vastgezet met stabilisé.
De boordstenen zelf zijn in dit geval 15 cm hoog, wat dus betekent dat er nog 10 cm stabilisé onder de stenen zal zitten. Neem een ruime laag als onderfundering zodat de boordstenen niet zouden verzakken als er eens over gereden wordt. Neem 5 cm voor een sterke, maar niet te zwaar ogende randafwerking.
Als de sleuven voor de boordstenen gevuld zijn met de stabilisé, kan je de boordstenen zelf plaatsen. De precieze locatie en hoogte bepaal je aan de hand van de referentielijn die je uitzette om de grenzen van de oprit af te bakenen. Zorg ervoor dat de rand van de stenen mooi aansluit op het opgespannen metserskoord. Gebruik een rubber hamer om de stenen vlot op een lijn en gelijke hoogte te krijgen. Na de stenen te plaatsen, vul je nog wat extra stabilisé aan tegen de zijkanten, opdat de afboording niet zijwaarts kan verschuiven.
Egalisatielaag
Op het betonpuin komt een egalisatielaag van 3 cm dik. Die dient om de oneffenheden van het betonpuin te compenseren en zorgt voor een vlakke basis voor de grindmatten. Voor je de egalisatielaag en de matten aanbrengt, tril je het betonpuin aan. Zo verdicht je de massa en creëer je voldoende stevigheid. Door het trillen zetten alle steenbrokjes zich vast, waardoor je later geen verzakkingen zal krijgen. De trilplaat zorgt dus voor een stabiele fundering én maakt het oppervlak meteen ook een stuk vlakker.
Toch is nog een nivelleringslaag van ongeveer 3 cm nodig om een volledig egale onderlaag te bekomen. Voor die egalisatielaag kan je werken met zand of fijnkorrelige kalksteen. Je kan geleiders als hulpmiddel gebruiken om de egalisatielaag mooi langs af te reien.
Grindmatten
De grindstabilisatiematten, voorzien van een worteldoek om onkruid te weren, zijn 4 cm dik. De gaten worden opgevuld met kiezels tot nog eens 2 cm erboven zodat de honingraten niet meer zichtbaar zijn.
Plaat op maat
In welke richting je de matten legt, maakt in principe niet uit. Denk er vooraf wel even over na en neem de richting waarin je het minste slijpwerk zal hebben.
Wat wel belangrijk is, is dat de platen geplaatst worden met gekruiste voegen. Dat kan zowel in een wildverband – waarmee je iets minder verlies hebt – als in een halfsteensverband zijn. Op die manier krijg je een steviger geheel dan mochten alle naden naast elkaar liggen. Gebruik je een halfsteensverband, dan meet en teken je best op de plaat het midden af, voor je begint te slijpen. Zo ben je zeker van een rechte zaagsnede.
Met een gewone slijpschijf gaat dat trouwens prima. Je geraakt makkelijk door het plastic en kan zo proper werken. Zorg er wel voor dat er iets onder je plaat ligt, zodat je bij het slijpen de ondergond niet beschadigt!
Platen plaatsen
De platen mogen dan gewoon op de egalisatielaag gelegd worden. Ze moeten niet mechanisch bevestigd worden, want het grind zal voor voldoende gewicht zorgen waardoor de platen perfect zullen blijven liggen.
Aan beide uiteindes van de een grindmat steekt het geotextielworteldoek wat uit, zodat je de naastliggende plaat erop kan plaatsen. Doordat dit overlapt, zal je worteldoek nergens onderbroken zijn. Bij de mat die je dan op het uitstekende strookje positioneert, plooi je de flap naar binnen, zodat ze mooi tegen elkaar kunnen aansluiten.
Let er bij het plaatsen trouwens op dat je niet over je egalisatielaag loopt, zodat die mooi vlak blijft. Eens de matten er liggen kun je er wel op lopen, omdat de druk dan meer verdeeld wordt. Maar rijdt er nog niet op met een voertuig, want dan zou je de honingraatstructuur beschadigen. Want die krijgt pas zijn sterkte eens die opgevuld is met kiezels.
Grindmatten opvullen
Kraan of kruiwagen?
Voor het vullen kun je op 2 manieren te werk gaan. Ofwel breng je het grind aan met kruiwagens, wat je uiteraard heel wat tijd zal kosten. Ofwel maak je gebruik van de bigbags waarin de kiezels geleverd worden. Daarvoor heb je dan wel een aangepast kraantje nodig waarmee je de zakken kan opheffen. Daarmee kun je die tot boven de lege matten brengen.
Je snijdt vervolgens een opening in de onderkant van de zak waardoor de steentjes zo snel en gemakkelijk aangebracht worden. Het blijft uiteraard wel nodig om alles verder te verdelen met een schop en mooi egaal open te harken.
Vullen
Om de grindmatten op te vullen ga je in de omgekeerde richting te werk. Start bij het eindpunt en werk naar je beginpunt toe. Zo rijd je enkel op de al gevulde delen om de rest verder te vullen. Op die manier stop je dus eerst de 4 cm dikke platen vol en vul die dan verder aan met een laag van ongeveer 2 cm boven de plaat. Met deze bovenliggende laag zorg je ervoor dat de matten niet meer zichtbaar zouden zijn.