Een oprit aanleggen: waterdoorlatende bestrating
In het vorige artikel hebben we de onderfundering van onze oprit gelegd en hebben we de boordstenen geplaatst. Nu is het tijd om je door de plaatsing van de straatlaag, de stenen en de voegen te gidsen, met uiteraard de nodige aandacht voor regenwaterinfiltratie.
De straatlaag
De onderfundering heeft een grove structuur met holtes om het water te bufferen. Maar die structuur is echter niet vlak genoeg om de klinkers te leggen. Daarom moet er een fijnere straatlaag aangebracht worden.
Waterdoorlatend vlies
Om te voorkomen dat de fijne straatlaag tussen de grove fundering spoelt, plaats je eerst een waterdoorlatend geotextielvlies. Zorg dat het doek zoveel mogelijk overlapt, om te voorkomen dat de straatlaag kan verzakken. Zet het geotextielvlies tijdelijk vast met enkele klinkers.
Legpatroon bepalen
Bepaal ondertussen ook je legpatroon. Het makkelijkste patroon, in ons geval, is het halfsteensverband. Dit verband bevat meteen ook halve stenen in de verpakking. Je kan ook kiezen voor een elleboog- of keperverband. En uiteraard zijn er nog meer opties, weliswaar met een verhoogde moeilijkheidsgraad.
De keuze voor een halfsteenverband is niet enkel een kwestie van gemak. Het is met reden een populaire techniek. Een muur of klinkerpad met een halfsteenverband straalt meer rust uit. Ook vanuit praktisch oogpunt is het een interessante legmethode, want het vereist weinig slijpwerk en resulteert dus in minimaal materiaalverlies.
Straatlaag zetten
Een straatlaag bestaat vaak uit stabilisé, maar om de doorlatendheid te bestendigen, werk je beter met een split van kalksteen, gezeefd op 2 tot 4 mm. Het is tevens een materiaal dat, in tegenstelling tot stabilisé, niet zal uitdrogen. Er staat dus geen tijdslimiet op de verwerking.
Dit wordt ook, zoals het betonpuin, door de leverancier zo dicht mogelijk gegoten waar het moet verdeeld worden. Dat verdelen is voor de straatlaag makkelijker dan voor het betonpuin. De korrels zijn fijner en de laag die je moet voorzien is een pak dunner - hier 3 cm.
Opnieuw ga je aan de slag met de rakel om het materiaal te verdelen tot op ongeveer de juiste hoogte. Dat is de rand van je boordsteen, min de dikte van je klinker.
Straatlaag afreien
Plaats de klinker in het split en breng hem op de juiste hoogte, net iets hoger dan de boordsteen. Hou hierbij rekening dat alles nog enkele millimeters kan zakken. Eens je de juiste hoogte hebt, gebruik je een reilat om die lijn door te trekken. Daarna plaats je, op gelijke hoogte, een chapeband of T-profiel.
Controleer met de waterpas en houd rekening met een eventueel verval. Nu kan je met een reilat het teveel aan kalksteen afreien. Op deze manier creëer je een vlak bed om je klinkers op te plaatsen. Rond de putten besteed je het best wat extra aandacht aan het afreien.
Klinkers plaatsen
Doorlatende bestrating
Poreuze klinkers
De betonklinkers die hier worden geplaatst, bestaan uit een stevige toplaag en een poreuze onderlaag. Die poreuze onderlaag zorgt ervoor dat het water snel kan wegvloeien. De klinkers worden in de voorbereide straatlaag geplaatst.
Bij dit soort klinkers moet immers geen voeg worden voorzien. De klinker valt bovenaan 3 mm naar binnen, waardoor je telkens een voeg van 6 mm bekomt. De voeg is klein omdat het water door de poreuze onderlaag zich meteen kan verspreiden. Die wordt straks opgevuld met hetzelfde drainerende kalksteenmateriaal als de straatlaag.
Klinkers met een open voeg
We voorzien hier een deel van de parkeerstrook op de oprit van een ander soort klinkers met een open voeg. Bij dit type klinkers wordt die open voeg normaal met gras gevuld. Dit vereist echter een andere opbouw dan degene die we hier voorbereid hebben, dus wordt de voeg in dit project gevuld met het waterdoorlatende split.
Bij dit type klinkers heb je volle en open stenen. Langs de randen van onze parkeerstrook komen volle klinkers, om makkelijk te kunnen uitstappen uit de auto. In het midden komen de open klinkers, waardoor water gemakkelijk kan doorstromen.
Aan de slag
We beginnen hier met de poreuze betonklinkers. Het startpunt waar je je klinkers begint te leggen, is afhankelijk van je situatie. Eens je uitgekiend hebt waar je zal starten, gaat het leggen zelf vrij vlot. Zeker als je, zoals hier, een halfsteenverband aanhoudt. Van zodra je enkele klinkers hebt liggen, kan je erop staan om de rest te plaatsen. Zo verstoor je de straatlaag zo weinig mogelijk.
Werk met z'n tweeën: de ene persoon trekt de straatlaag vlak, de andere plaatst klinkers op het reeds vlakke stuk
Extra koorden
Om in lijn te blijven met de woning en dus recht te werken, span je een extra koord erlangs. Die kan je dan als richtlijn gebruiken zodat je zeker recht zal werken. Als je oprit ergens een uitlopend gedeelte heeft, zoals hier ook het geval is, span je een extra koord als richtlijn. Om een rechte lijn rond eventuele putdeksels te kunnen aanhouden, gebruik je een regel.
Stenen afkorten
Aan de randen van je oprit moet je mogelijks een steen op maat maken. De eenvoudigste manier om dit te doen is met een afkortzaag waarvan het blad geschikt is voor beton. Laat hierbij de zaag zijn werk doen en ga traag, zo krijg je de mooiste zaagsnede.
TIP
Om vlot te werken, breng je telkens een stapel klinkers tot bij de plek waar je ze wilt leggen. Daarna kun je snel een rij afwerken.
Werken rond putdeksels
Zodra je voldoende vordering hebt gemaakt met je klinkers, kun je het putdeksel plaatsen. Deze stem je af op de hoogte van je klinkers. Haal het deksel van de put en zet het kader op zijn plaats. Verwijder indien nodig wat split rond de opening, zodat het frame op gelijke hoogte komt met je klinkers.
Maak nu wat stabilisé aan om het kader vast te zetten. Omdat het een kleine hoeveelheid is, kun je die snel zelf aanmaken. Je gebruikt hiervoor fijn rijnzand, in een verhouding van 7 delen zand op 1 deel cement. Meng vervolgens de juiste hoeveelheden zand, cement en water in een kuip. Roer goed door met je truweel.
Leg vervolgens enkele klodders stabilisé neer en zet het frame gelijk met de klinkers vast. Vul daarna de randen aan en leg je eerste rij klinkers in de stabilisé. Zorg er natuurlijk voor dat je jouw eerder gezette lijn blijft volgen. Het deksel kan daarna op zijn plaats, dat wordt later gevuld met stabilisé en klinkers.
Als dat is gebeurd, kun je verder met de oprit. Hier gebruiken we voor het pad naar de voordeur en de paden langs de woning dezelfde betonklinker. Voor de parkeerstrook gaan we over naar de klinkers met open voegen.
Klinker met open voeg plaatsen
Ook hier werken we, net zoals bij de poreuze betonklinkers, in halfsteensverband. De stenen zijn voorzien van punten waarmee je de afstand tot de rij ervoor kan bewaren. Ook deze stenen zijn vlot te plaatsen op de straatlaag.
Leg telkens een regel tegen je afgewerkte rij en zorg dat alle klinkers netjes in een lijn liggen. Tik waar nodig met een rubberen hamer de klinkers op hun plaats. Zorg dat de afstand tussen elke klinker even groot is. Eens dat in orde is, kan je verder naar de volgende rij. Zo werk je stelselmatig verder.
Voegen vullen
De klinkers liggen op hun plaats maar we zijn nog niet klaar. Een belangrijk deel van de oprit is de voeg. Die zal ervoor zorgen dat water goed kan afgevoerd worden. Je moet die uiteraard wel vullen zodat de klinkers niet meer kunnen bewegen.
Voegmateriaal kiezen
De keuze van het voegmateriaal is afhankelijk van het type bestrating en de breedte van je voeg. Sowieso ga je voor een waterdoorlatende voeg. Wij hebben in dit geval een eenvoudige route gekozen en gebruiken hetzelfde materiaal als onze straatlaag.
Split inwerken
We gaan de voeg eerst half aanvullen, dan trillen we met de trilplaat en vervolgens vullen we de voeg volledig. Voordat je gaat trillen, vul je de voegen van de open stenen het best al op met wat voegmiddel. Zo behouden ze de juiste afstand tijdens het trillen.
Breng wat split aan over de oprit en werk dit met een borstel in de voegen. Veeg daarna het overtollige materiaal weg. Zorg dat er geen vuil meer op het oppervlak ligt, om schade aan je klinkers te voorkomen.
Aantrillen
Op de trilplaat plaats je een rubberen mat. Ook dat zal schade voorkomen. Tril daarna de klinkers aan. Werk hierbij systematisch. Je zal al snel het verschil zien. De stenen waar je over bent geweest, zullen vlakker liggen. Ga in stroken of cirkels over de klinkers heen tot alles aangetrild is. Ga er waar nodig meermaals over zodat alles in een vlak ligt. Ben je tevreden? Dan kan je de voegen verder aanvullen.
Verder voegen
Strooi een grote hoeveelheid kalksteen uit over het gehele oppervlak. Ga dan met een zachte borstel schuin over de voegen zodat je de steentjes langzaam in de voegen werkt. Haal overtollig materiaal daarna weg. Het kan zijn dat je deze stap zal moeten herhalen tot de voeg volledig vol is.