Hoe bereid je sanitaire aansluitpunten voor?
Hoe en waar je de sanitaire aansluitpunten (keukenkraan, lavabo, douche, bad ...) voorziet, bepaal je bij het opstellen van je sanitair plan. In de praktijk moet je ervoor zorgen dat je die niet te hoog of te laag voorziet, zodat je achteraf geen vervelende aanpassingen moet doen. We leggen uit wat de aandachtspunten zijn per sanitaire ruimte.
Wil je meer weten over de elektrische aansluitingen in de badkamer? Lees dan hier verder.
in de Badkamer
Om de hoogte van sanitaire aansluitpunten te bepalen, wordt er steeds gewerkt vanaf het vloerpas, dit is het punt in de vloeropbouw waar de vloerafwerking zich bevindt.
WASTAFEL
Niet elke soort wastafel plaats je op dezelfde hoogte. Hiervoor maken we een onderscheid tussen drie soorten wastafels.
WASTAFEL
- Bovenkant wastafel: 85 cm boven vloerpas;
- watertoevoer: 55–65 cm boven vloerpas;
- afvoer: 52 cm boven vloerpas;
- tussenafstand mengkraan: 250 mm.
HANDWASBAKJE
- Bovenkant wasbak: 85 cm boven vloerpas;
- watertoevoer: 65 cm boven vloerpas;
- afvoer: 65 cm boven vloerpas;
- afstand tussen watertoevoer en afvoer: 10 cm.
UITGIETBAK (MET DUBBELE KRAAN)
- Bovenkant wasbak: 60 cm boven vloerpas;
- watertoevoer: 105 cm boven vloerpas;
- afvoer: 30 cm boven vloerpas;
- tussenafstand mengkraan: 153 mm.
DOUCHEKRAAN
Bij een douche wordt een vaste kraanhoogte gehanteerd. De watertoevoer moet op 115 cm boven het vloerpas voorzien worden, zo zit de kraan op een comfortabele hoogte. De tussenafstand van de mengkraan ligt vast op 153 mm, net als bij een badkraan. Gebruik je een vaste douchekop, dan zorg je ervoor dat die op 220 cm boven het vloerpas geplaatst wordt, zo is er nog voldoende ruimte om eronder te staan.
BADKRAAN
Kies je voor een bad waarbij de kraan op het bad zelf staat, dan is het uiteraard niet nodig om leidingen in de muur in te werken. Bij een klassiek bad, waarbij de kraan aan de muur hangt, dien je een specifieke hoogte te respecteren. Omdat baden een verschillende hoogte kunnen hebben, vertrek je bij het meten daarom vanaf de badrand. De watertoevoerpunten moet je 15 cm boven de badrand voorzien. De tussenafstand van de mengkraan voorzie je ook hier op 153 mm.
Wanneer je een vrijstaand bad kiest, is dat doorgaans met een losstaande kraan die op de vloer staat. Hierbij wordt de kraan op een voetstuk gemonteerd, waarop de leidingen kunnen worden aangesloten. Het voetstuk werk je in in de vloer.
VERWARMING OP RADIATOREN
Voorzie je verwarming in de badkamer via een radiator? Dan horen de leidingen op minstens 10 tot 15 cm boven de vloer uit te komen.
BOUWSTOPS
Ben je klaar met leidingen plaatsen, maar staan er nog stoffige bouwwerken op de planning voor je je sanitaire toestellen plaatst (zoals het waterdicht afwerken van douchewanden)? Voorzie dan bouwstoppen op de aanwezige leidingen. Die vermijden stof in de leidingen tijdens het plaatsen van de wanden.
MEER WETEN:
> Hoe plaats je een wastafel?
> Hoe plaats je een douche?
> Hoe plaats je een bad?
TOILET, Keuken en wasplaats
aan het Toilet
Wanneer je een staand toilet zelf installeert, zal dit probleem zich nooit stellen, maar bij een hangtoilet moet je het frame van het inbouwmechanisme wel zodanig in de hoogte afstellen, dat de wc-pot uiteindelijk op de correcte zithoogte hangt. Reken daarvoor altijd 40 cm vanaf de afgewerkte vloerbekleding tot de bovenkant van de pot, zonder bril.
Mogelijk moet je de pot dus al eens voorlopig monteren om te kijken of die hoog genoeg hangt, nog voor je de inbouwmodule definitief achter een valse wand wegwerkt.
- Bij een staand toilet ligt de hoogte al vast: daarbij moet je de koudwatertoevoer voorzien op min. 30 cm van de hoek en min. 40 cm van het vloerpas.
- Bij een inbouw- of hangtoilet kun je de hoogte zelf bepalen. De meest gebruikte maat hierbij is 40 cm vanaf het vloerpas tot aan de bovenkant van de pot. De watertoevoer voorzie je op 115 cm boven het vloerpas.
MEER WETEN:
> Hoe plaats je een toilet?
IN DE KeUKEN
In de keuken beperken de sanitaire aansluitingen zich hoofdzakelijk tot de vaatwasser en de spoelbak, met de waterafvoer eronder en de wateraanvoer die toekomt bij de keukenkraan. Voor een vaatwasser staan de aanbevolen maten steeds in de handleiding van het toestel. De toevoerhoogte maakt niet zozeer uit. De waterafvoer moet zich wel tussen 60 cm en 1 m boven het vloerniveau bevinden – zeker niet hoger dan de vaatwasser zelf, want dan bestaat de kans dat het afvoerwater niet vlot weggepompt kan worden.
Voor de aansluitpunten rond de spoelbak en de keukenkraan houd je rekening met ongeveer dezelfde maten als bij een wastafel in de badkamer. De watertoevoer bevindt zich op 60 cm van het vloerniveau. De waterafvoer voorzie je op 30 cm boven het vloerpas.
MEER WETEN:
> Hoe plaats je een gootsteen en keukenkraan?
> Hoe plaats je een vaatwasser?
DE WASMACHINE
Bij een wasmachine moet het afvoerpunt hoger zitten dan je wastrommel – op minstens 65 cm boven het vloerniveau – maar lager dan waar het watertoevoerpunt op je machine komt. Zo voorkom je dat je wasmachine tijdens het draaien zou kunnen leeglopen. Meet daarom de afstand van de vloer tot aan de onderkant van de zeeplade op. Zo kan je bepalen hoe lang het stuk buis is dat je nog bovenop je sifon moet voorzien.
MEER WETEN:
> Hoe plaats je een wasmachine?
VAN KETEL TOT AFTAPPUNT
Zorg ervoor dat de aftappunten waar er warm water nodig is (bad, douche, wastafel, keukenkraan) niet te ver verwijderd liggen van de ketel, boiler of warmtepomp. Hoe langer de leidingen daartussen zijn, hoe langer je moet wachten op warm water en hoe meer water je verbruikt tijdens dat wachten. Die afstand houd je lager dan 10 m om energie- en waterverspilling tot een minimum te beperken.