Hoe zelf een kliklaminaatvloer plaatsen
Eens je een laminaatvloer gekozen hebt én alle planken besteld zijn, volgt de installatie. Kliklaminaat zelf plaatsen is een haalbare klus maar voor wie dit voor de eerste keer doet, beantwoorden we graag nog enkele belangrijke vragen. Welke voorbereidingen moet je treffen? Welke mogelijkheden zijn er qua ondervloer? Welke technieken kan je toepassen om laminaat te plaatsen? En wat moet je zeker vermijden?
VOORBEREIDING
METEN
Vooraleer de eerste plank wordt gelegd, moet de kamer grondig worden opgemeten. Op die manier wordt duidelijk hoeveel laminaat je nodig zal hebben. Het zorgt er ook voor dat de planken op het einde juist uitkomen.
Controleer of de dekvloer waterpas ligt. Plaats daarvoor een lange waterpas en ga na of er een houten meetlat - met een dikte van 3 mm - onder past. Dat is namelijk de maximale tolerantiebreedte. Zit er meer dan 3 mm tussen de vloer en de waterpas, dan helt de bodem te veel af en moet je egaliseren.
Laminaat kan je ook op bestaande vloerbedekking plaatsen als die effen, waterpas en schoon is. Vergeet bij een renovatie waar je op een bestaande vloer werkt niet om ook de deuren en deurlijsten af te korten met een multitool.
OMGEVING
Garandeer een luchtvochtigheid tussen de 40 en 60%, waarbij de kamertemperatuur minimaal 18 °C en maximaal 25 °C moet bedragen. Leg de pakketten zeker 48 u voor plaatsing in de ruimte, zodat de planken kunnen acclimatiseren. Let er hierbij op dat je ruimte tussen de pakketten laat en telkens een laag dwars op de vorige laag legt, zo kan de lucht errond circuleren.
Bepaal ook het legpatroon op voorhand. Het is natuurlijk mooi als de laminaatplanken in dezelfde richting lopen als het licht, maar nog belangrijker is de vraag of de muren in de kamer haaks op elkaar staan. Is dat niet zo, dan kun je de planken beter in de breedte leggen; anders zou je immers te veel planken schuin moeten afzagen. Ook zou je daardoor benadrukken dat de muren niet haaks staan.
TAPIJT: GEEN GOEDE ONDERGROND
Een oud vasttapijt verwijderen kan een lastige klus zijn. Het lijkt dan makkelijk om je laminaat bovenop dat tapijt te plaatsen, toch? Dit valt echter zeker af te raden. Tapijt verzamelt veel vuil en organische deeltjes. Wanneer je er laminaat op plaatst, sluit je al die deeltjes op en dat zorgt na verloop van tijd voor geurhinder. In het geval dat er nog ergens vocht in je ondergrond zit (zeker bij oudere huizen) kan dat via een onafgesloten tapijt nog verdampen. Als je dat tapijt afsluit met laminaat, kan het vocht niet meer weg en gaat het laminaat kapot.
ONDERVLOER
Voor je laminaat plaatst, moet er een ondervloer worden aangebracht. Die zorgt ervoor dat kleine oneffenheden (kleiner dan 3 mm) worden overbrugd en de ondergrond geëgaliseerd wordt. Daarnaast fungeert deze als dampscherm, isoleert hij en wordt geluid gedempt.
Een ondervloer voor laminaat bestaat meestal uit kunststoffen stroken die je kan uitrollen, al bestaan er ook tegelvariaties. Beschik je over een vloerverwarmingssysteem, zorg dan ook voor een gepaste ondervloer die daartegen bestand is.
Over het algemeen moet je de naden tussen de stroken afplakken met een aluminiumtape voor een dampdicht geheel. Bepaalde soorten zijn zelfklevend. Plaats de stroken niet over elkaar heen; anders zou de ondervloer op die plaats te dik worden. Uitsparingen snijd je uit met een breekmes.
de kliktechniek
Er zijn laminaatsoorten die worden verlijmd, maar er wordt steeds vaker gekozen voor kliklaminaat. Kliksystemen mogen niet verlijmd worden, want dan kan het hout niet meer uitzetten of krimpen.
Over het algemeen schuif je van een klikpaneel eerst de lange kant in het paneel ernaast voor je de korte kant vastklikt, maar de techniek kan verschillen naargelang de soort die je gebruikt. Lees daarom zeker altijd eerst de handleiding. Panelen die aan de wanden grenzen, trek je mooi in de kopse kant van de aansluitende panelen door middel van een trekijzer. Aankloppen doe je met een slagblokje, zodat je ze niet beschadigt. Zo werk je rij per rij verder.
plaatsingstips
EERSTE RIJ BIJZAGEN
Meet de kant van de ruimte waar de breedte van de panelen aan zal grenzen en bereken of je met een vol paneel kunt beginnen én eindigen. De berekening kun je maken door de oppervlakte van de ruimte te delen door de breedte van de panelen. Krijg je een kommagetal, dan zul je moeten bijzagen om een evenredig ogend resultaat te krijgen. Dat doe je met een afkortzaag, decoupeerzaag of rugzaag gebruiken.
UITZETVOEG
Houd tegen de muren overal een uitzetvoeg van 8 tot 10 mm, die je afbakent met afstandshoudertjes. Is je ruimte langer dan 8 meter en werk je in de breedte, of is hij langer dan 12 meter en werk je in de lengte, dan moet je in het midden een extra uitzetvoeg voorzien.
WILDVERBAND
Het mooiste effect krijg je door een wildverband, waarbij de zichtbare naden tussen de panelen telkens op een andere plaats liggen. In dat geval begin je de tweede rij panelen met het reststuk van de eerste rij en werk je zo verder, om zo min mogelijk verlies te krijgen.
PANELEN AFKORTEN
Je zult de panelen op verschillende plaatsen moeten afkorten, zij het in de lengte of in de breedte. Leg daarvoor een nieuw paneel naast het laatste paneel dat je gelegd hebt en teken op het nieuwe paneel met potlood af waar je moet zagen, rekening houdend met de uitzetvoeg. Kort daarna af. Zit je met een reststuk van minder dan 30 cm, dan is het beter om met een nieuwe plank verder te werken.
UITSPARINGen
Het kan zijn dat je voor een bepaalde hoek een uitsparing moet maken in een plank. Om te weten welk stuk je moet uitzagen, leg je eerst en vooral een paneel tot tegen de uitstekende hoek. Meet dan de lengte van het uitstekende gedeelte en duid die aan op het paneel - vergeet niet dat je hier 1 cm bij moet tellen voor de uitzetvoeg! Dat geldt ook voor de breedte.
Teken dan de vorm uit op je paneel en zaag hem uit met de decoupeerzaag. Gebruik een beschermzool op je machine, zodat je geen krassen maakt in je paneel. Heb je geen zo'n beschermzool, dan kun je ook gewoon wat tape op de zaag kleven.
Zit je met een hoek die geen 90° is, dan gebruik je een zweihaak en een winkelhaak als hulpmiddel om de hoek zo goed mogelijk over te zetten op je paneel.
ROND EEN LEIDING
Als er ergens in je ruimte een verwarmingsbuis door de bodem loopt, dan is het het mooist om een ronde uitsparing te maken in je paneel. Je meet daarvoor eerst de afstand van het centrum van de buis tot tegen een afstandshoudertje aan de muur. Duid die afstand aan op je paneel en kort een strook af.
Op de strook teken je de eerste helft van de ronde uitsnijding af. Zaag uit en leg dat stuk omgekeerd op de rest van het paneel. Teken de halve cirkel hierop af en zaag die ook uit. Als je nu de twee stukken op elkaar doet aansluiten, komt de cirkel mooi rond de verwarmingsbuis te zitten. De uitsparing verberg je daarna netjes met een afdekplaatje.