HOE EEN DAMPKAP INSTALLEREN EN AANSLUITEN
Zonder dampkap ga je niet aan het koken. Je kan bij dampkappen de opdeling maken tussen dampkappen met een externe afvoer en dampkappen die de afgezogen lucht hergebruiken. Er zijn verder verschillende modellen voor handen, maar de techniek erachter, en dus de manier van installeren, is bij vrijwel alle soorten dampkappen dezelfde.
EXTERNE AFVOER OF HERCIRCULATIE
EXTERNE AFVOER
Dampkappen kunnen werken met een externe afvoer of hercirculatie. Bij dampkappen met een externe afvoer wordt de kooklucht naar buiten toe geleid via een doorvoer naar het dak of een muur toe – afgesloten langs buiten met een rooster.
HERCIRCULATIE
Afvoer naar buiten is efficiënt, maar wanneer er een mechanisch ventilatiesysteem in huis is, is die mogelijkheid er niet. Dan kies je voor een dampkap met hercirculatie.
Bij dampkappen met een gesloten circuit wordt de opgezogen lucht opnieuw in de keuken geleid, uiteraard niet zonder eerst een filter te passeren. Een koolstoffilter ontgeurt de lucht en dient jaarlijks te worden vervangen, al bestaan er tegenwoordig ook regenereerbare filters die je kunt hergebruiken.
AANDACHTSPUNTEN BIJ DE AFVOER VAN JE DAMPKAP
Voor de afvoer van een traditionele dampkap kun je zowel een ronde als een rechthoekige buis gebruiken. Zorg er bij ronde buizen wel voor dat de diameter minstens 125 mm of liever zelfs 150 mm groot is. Bij een kleinere diameter krijg je namelijk meer lawaai en minder rendement. Bij rechthoekige buizen kies je om dezelfde reden een zo groot mogelijke sectie. Vernauwingen in de buizen moet je eveneens vermijden. Je dampkapafvoer is het best zo kort mogelijk. Elke extra meter afvoerlengte zorgt voor bijkomend drukverlies, minder rendement en extra lawaai.
Beperk ook het aantal bochten. Zijn bochten onvermijdelijk, ga dan als dat mogelijk is voor zachte bochten: liever twee van 45° dan een van 90°. Heb je een afvoer naar buiten, dan installeer je het best een terugslagklepje, zodat de koude buitenlucht niet terug naar binnen kan komen.
AAN DE SLAG: DE DAMPKAP INSTALLEREN EN AANSLUITEN
HOOGTE BEPALEN
Eerst en vooral bepaal je de hoogte van de dampkap tot het werkblad. Plaats de dampkap nooit hoger dan de aanbevolen maximumhoogte. Die staat altijd aangegeven in de handleiding.
UITSPARING MAKEN
Een dampkap kan je in een kast inbouwen, of in een luifel of een omkasting aan het plafond als je fornuis op een keukeneiland staat. Het komt er in beide gevallen op aan om een uitsparing te maken waar het toestel in past. Pas het toestel nu al eens in ter controle om te kijken of hij niet te hoog komt.
Om ervoor te zorgen dat je het toestel er mooi kan inhaken en dat hij mooi weggewerkt zit, zorg je vervolgens nog voor een extra kader langs binnen.
AFVOER EN ROOSTER
EXTERNE AFVOER
Meet voor een dampkap met externe afvoer eerst uit waar de gaten voor de afvoerbuis moeten komen. Met een klokboor boor je dan de nodige gaten uit tot aan het punt waar de buis buiten terechtkomt. Idealiter steek je de afvoerbuizen weg achter de kasten. Langs buiten bevestig je ook een rooster.
HERCIRCULATIE
Bij de installatie van een dampkap met hercirculatie voorzie je een verluchtingsrooster in de keuken. Dat moet op minstens anderhalve meter van de dampkap zelf liggen, anders zou hij zijn eigen uitgeblazen propere lucht weer opzuigen. Het plafondniveau zet je eerst uit, zodat het rooster zeker onder het plafond uitkomt. Nadat de positie afgetekend is, wordt het gat gemaakt en kan het rooster worden geplaatst.
DAMPKAP VERBINDEN MET ROOSTER
EXTERNE AFVOER
Bij dampkappen met externe afvoer sluit je flexibele aluminium buizen aan. Die leid je naar boven. Zorg ervoor dat de flexibele buis met zo zacht mogelijke bochten tot buiten uitkomt. Sluit af met een rooster op de buitenmuur. Dat afvoerrooster plaats je met de lamellen naar boven gericht. Zo kun je er niet in kijken en blaast de lucht niet naar beneden, wat aangenamer is.
HERCIRCULATIE
Voordat een dampkap met hercirculatiesysteem effectief ter plaatse kan worden gestoken, moet de dampkap ook hier worden verbonden met het verluchtingsrooster. Gebruik hiervoor best een aluminiumbuis met een diameter van minstens 12,5 cm, zodat het rendement optimaal is. Om die reden mag de afvoerbuis ook niet te lang zijn, zodat je zo weinig mogelijk drukverlies hebt.
DAMPKAP BEVESTIGEN
Voor je de dampkap vastmaakt, monteer je ook eerst het stopcontact. Als dat gebeurd is en de verbinding voor de afvoer gemaakt is, kan je de dampkap vastklikken en vastschroeven. Vergeet niet om hier ook de vetfilters te installeren. Bij hercirculerende dampkappen mag je ook niet vergeten om de koolstoffilters te installeren. De aansluiting van de afvoerbuis op de dampkap zelf dicht je nog af met aluminiumtape.