Hoe isoleer je een warm plat dak?

Warm isoleren, dus isoleren bovenop de dakconstructie, gaat steeds gepaard met een nieuwe bedekking. In dit artikel geven we mee hoe je de isolatie voor jouw rekening kan nemen.

 

Dampscherm

Een goede basis is altijd belangrijk om van te vertrekken. Standaard vertrek je van een nieuwe dakopbouw, waarvan de bovenste laag bestaat uit OSB-panelen waarop de volgende lagen terechtkomen. Voor je begint zorg je er wel voor dat er geen vuil of vocht meer op de panelen ligt. Is dat wel zo, dan verwijder je dit best voor je begint aan de verdere opbouw.

Eerst wordt er een (vaak zelfklevend) dampscherm aangebracht op de OSB-panelen. Deze kan je meestal direct op de ondergrond aanbrengen, al is dat ook afhankelijk van het weer en de temperaturen. Bij een te lage temperatuur kan het zijn dat je eerst een primer moet aanbrengen op de OSB-platen voor je het dampscherm erop kan aanbrengen.

Passen

Je brengt het dampscherm aan van beneden naar boven. Start dus ook van het laagste punt van je dak, de kant waar de afvoeren straks komen. Aan de dakranden moet het dampscherm een beetje boven de isolatie uitsteken. Zorg dus steeds voor wat overschot langs elke zijde. Die kleef je straks vast tegen de dakranden. Rol het dampscherm vervolgens af van het ene eind tot het andere eind van het dak. Zorg er ook voor dat je wat overschot hebt aan de kant naar waar het wordt uitgerold.

De eerste baan

Ligt het dampscherm goed? Dan kan je het aanbrengen. Voor de eerste baan, degene die langs de langste kant ook tegen de dakrand komt, plooi je het dampscherm om. Snijd het beschermvlies onderaan het dampscherm dan door. Waar je dat vlies verwijderd hebt, gaat het dampscherm kleven. Je kan het nu permanent op je dak plakken van het midden uit tot aan de rand. Kleef het dampscherm ook op de opstaande rand van het dak en wrijf goed aan.

In een binnenhoek komen er twee opstaande randen samen. Hier moet je de twee op elkaar plooien. Kleef eerst een rand volledig vast aan de opstaande kant. Doe dan de aanliggende kant en plooi de hoek in een punt om.

Verder werken

De ene helft kleeft nu vast aan je dakrand. Plooi het scherm om naar de andere kant en snij de folie weer in het midden door en werk naar de kanten toe. Begin met een stuk van de folie weg te halen en op je dak te kleven. Met je hand kan je dan de plooien nog wat wegwrijven.

Dan kan je stelselmatig naar de kant toe beginnen werken. Trek de beschermfolie van onder het dampscherm en druk aan op het dak. Zo ga je verder tot de dakrand. De laatste plooien strijk je glad met een aandrukrol.

 

Verdere rijen

Vanaf de tweede rij dampscherm gaat het een pak gemakkelijker. Vanaf nu rol je het dampscherm uit zodat het op zijn plaats ligt. Je laat twee stukken dampscherm steeds overlappen, bij de meeste fabrikanten is daarvoor een speciale strook voorzien.

Heb je de positie van de nieuwe rol bepaald, rol die dan terug op tot in het midden en snijd de beschermfolie onder het dampscherm door over de lengte van de hele baan. Kleef hem op je dak door de folie af te trekken terwijl je de rol uitrolt. Kleeft de ene helft vast, doe je hetzelfde voor de andere helft.

Plooien werk je ook hier weg. Om de naad te dichten haal je nog de beschermfolie weg van de overlapstrook en druk je nog even goed aan voor een dampdicht geheel.

Bij koud weer warm je de overlapstrook van het dampscherm op met een heteluchtpistool

TIP
Openingen, bijvoorbeeld voor een dakkoepel, moet je uiteraard niet van een dampscherm voorzien. Werk rond de opening en laat een overlap. Snijd tot in de hoeken, zodat de overlap mooi afhangt.

Hangt het dampscherm op zijn plaats? Dan kan je de volgende laag aanbrengen: de isolatie. Die breng je aan met purschuim op het dampscherm. Net als bij het aanbrengen van dat dampscherm, werk je hier ook rij per rij, van beneden naar boven.

Purschuim

Eerst breng je op het onderdak purschuim aan. Voor je dat doet, bevochtig je het dak, bijvoorbeeld met een plantenspuit. Dat doe je omdat purschuim uithardt onder invloed van vochtigheid.

Het purschuim breng je aan met een verdeelpistool. Klik de bus vast in het pistool, schud nog eens goed voor gebruik en spuit het schuim op het dampscherm. Let op: spuit niet breder dan de breedte van je isolatieplaat.

 

Platen aanbrengen

Op het purschuim bevestig je vervolgens de PIR- of PUR-isolatieplaten. Ben je op het einde van je rij, dan moet je waarschijnlijk een stuk op maat maken met een handzaag. Gewoon even afzagen en inpassen.

Met het reststuk kan je aan de volgende rij beginnen. Hier begin je weer eerst met het aanbrengen van het schuim. Om ervoor te zorgen dat de isolatieplaten ook aan elkaar goed aansluiten, breng je telkens langs de zijkant ook een lijn purschuim aan, terwijl je het oppervlak waarop de aanpalende rij platen terechtkomen ook bespuit.

 

Kieren

Liggen alle isolatieplaten er? Dan vul je langs de randen nog de kieren op met purschuim, zodat het geheel goed is afgedicht en je een luchtdichte isolatieschil bekomt. Is het purschuim aan de randen uitgehard, dan kan je het wegsnijden met een breekmes. Dat gaat namelijk enkel in de weg zitten als je het dakrubber op zijn plaats legt. Ook het dampscherm snij je beter af gelijk met de isolatie.

BEDEKKEN
In feite ben je dan klaar met je isolatielaag. Dan kan je nog de uitsparingen voorzien voor waterafvoer en vervolgens je dak bedekken. Meestal gebeurt dat tegenwoordig met EPDM. Hoe je daarbij nauwgezet te werk gaat kan je zien via deze link.