Hoe zelf een warmtepompboiler plaatsen
Je woning op een energiezuinige manier van warm water voorzien kan met een warmtepompboiler. Deze gebruikt het systeem van een warmtepomp, specifiek gericht op het opwarmen van sanitair water. De installatie kun je gemakkelijk zelf doen met een zelfbouwkit. We gidsen je doorheen de installatie.
VOORBEREIDING
Eerst maak je een afspraak met de verdeler van het zelfbouwpakket. Op maat van de specificaties van jouw woning wordt er een pakket op maat samengesteld. Naast alle nodige materialen, zitten daar ook reeds de benodigde gereedschappen bij. Het volgende moet wel reeds voorzien worden:
- watertoevoerleidingen
- afvoer met een (trechter)sifon
- een stopcontact, aangesloten op een differentieelschakelaar van 30 mA
- afdichtingskoord voor de schroefdraad van de sanitaire koppelingen
LUCHTTOEVOER EN LUCHTAFVOER
De boiler werkt volgens het principe van een warmtepomp en moet dus lucht kunnen aan- en afvoeren. Is de ruimte waar je de boiler plaatst 20 m3 groot of meer, dan kan het toestel met lucht uit de ruimte zelf werken. Is dat niet het geval, dan zal je een luchttoevoer en -afvoer naar buiten moeten voorzien. Dan kan ofwel één van beide naar buiten gaan of allebei, afhankelijk of je wil dat je ruimte zelf ook koelt.
Op het toestel zelf zijn de monden voor deze leidingen moduleerbaar, zodat je die kan positioneren in de richting waar je met je buis wil lopen. Je hoeft daarvoor enkel de borgschroef te verwijderen, zodat je de richting naar wens kan aanpassen. Zet daarna terug vast in de voor jouw geschikte positie. Staan de monden in de juiste richting, dan kan je de boiler op zijn plaats gaan zetten.
Doe dat voorzichtig en volg de instructies over hoe je het toestel precies mag verplaatsen. Net als bij een koelkast mag je deze warmtepompboiler niet zomaar plat leggen. Meet na of het toestel goed gepositioneerd staat in de ruimte, volgens de voorschriften uit de handleiding. Daarna kun je de geïsoleerde leidingen installeren.
LEIDINGEN PLAATSEN
Om de leidingen te installeren, zet je het center van het aansluitpunt uit op je wand met een waterpas. Zo kan je de bevestigingsbeugels en dus ook de leidingen op een rechte manier gaan plaatsen. Boor voor, zodat je gemakkelijk de ringen kan installeren, en zet daarna de positie van de beugels vast met schroeven.
Meet dan op hoelang het stuk leiding moet zijn om van je toestel tot aan je muur- of dakdoorvoer te geraken. Teken die maat af op een aantal punten op de meegeleverde buis en markeer met tape: zo zal je zeker recht snijden.
Met een gewone cutter kan je hem daarna afkorten. Schuif de leiding vervolgens in de opening van het toestel en fixeer aan de muur met behulp van de geplaatste beugels. Steek de gesneden kant aan de buitenzijde, zodat de rechte fabriekskant aan het toestel zit. Controleer daarbij grondig of de aansluiting op de ventilatiemond goed zit.
Eenmaal je de luchtafvoer geplaatst hebt, doe je hetzelfde met de leiding voor de luchttoevoer.
HYDRAULISCHE AANSLUITING
Daarna kun je van start gaan met de hydraulische aansluiting van de boiler met behulp van de bijgeleverde kit. Leg de stukken al eens in de juiste positie uit, voor je alles effectief in elkaar steekt: zo voorkom je fouten tijdens de montage.
Om een waterdichte aansluiting te verzekeren, moet je op alle schroefkoppelingen zonder dichtingsrubber extra dichtingskoord aanbrengen. Steek zo het geheel in elkaar, met de nodige aandacht voor een correcte aansluiting van alle stukken.
EXPANSIEVAT
Het expansievat dient om de overdruk van je ketel en circuit op te vangen. Breng hierop ook alvast dichtingskoord aan en monteer op de juiste positie op de wand met de bevestigingsbeugel. Positioneer die zodanig dat je goed uitkomt ten opzichte van je watertoevoer. Maak de koppeling op de beugel en sluit het vat aan. Gebruik hierbij steeds je waterpas om recht te werken.
BOILER met LEIDINGEN VERBINDEN
Is het geheel goed aangedraaid, dan kun je overgaan tot de volgende fase van de installatie: de verbinding tussen de boiler en je waterleidingen. Ook hier moet je opnieuw de nodige koppelingen voorbereiden. Het spreekt voor zich dat je dit steeds met de nodige zorgvuldigheid moet doen, zodat je geen lekken hebt.
WARM WATER
Het rode aansluitpunt op je toestel zelf is waar het warm water uit de boiler vertrekt, en zo tot bij je warmwatervoorziening – bij moderne installaties met een collector – gebracht wordt.
Monteer op dat aansluitpunt van het toestel de diëlektrische koppeling met meegeleverde dichting, die verplicht moet geïnstalleerd worden. De opening ernaast moet je gewoon van een stop met rubberdichting voorzien. Die zal je uitzonderlijk nodig hebben om eventueel een sanitaire pomp op aan te sluiten.
KOUD WATER
Koud water komt op de blauwe opening van je boiler te zitten. Doe dat met een koppelstuk voorzien van een kraantje om, indien nodig, de boiler leeg te laten.
VERBINDING MET EXPANSIEVAT
Maak verder de verbinding tussen het aansluitstuk aan je expansievat, je boiler en de leidingen, en die tussen je expansievat en de toevoer op je boiler. Eindig met de uitstroom van warm water op je toestel en je collector.
Dat alles doe je met een paar stukken Alupex met een diameter overeenkomstig met de koppelstuiken. Afhankelijk van je situatie zal je die netjes op maat moeten kunnen plooien zonder knikken in de leiding. Dat doe je het best met een plooitang. Als je dat zelf niet hebt, kan je die huren.
De leidingen verbind je met een klemkoppeling aan de koppelstukken. Let er steeds op dat, voor je de klemkoppeling maakt, je de uiteindes ook kalibreert – dit wil zeggen: mooi rond maakt – met een kalibreerhulpstuk. Alleen zo zal je een waterdichte verbinding bekomen.
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voor je kan overgaan tot de opstart van de warmtepompboiler moet je nog een stekker op de stroomkabel van het toestel monteren. Die moet je ook zelf voorzien.
CONNECTIE MET ZONNEPANELEN
Beschik je over een warmtepompboiler met een Smart Energy-contact? Dan kan je ook je zonnepanelen koppelen. Deze extra verbinding zal er enkel voor zorgen dat de energie die over is van je pv-panelen het water in de boiler alvast zal verwarmen. Zo wordt de overtollige energie als het ware opgeslagen in de vorm van warm water.
Je hoeft hiervoor enkel de kap van het toestel te halen, waarna je de voorziene stroomkabel via de uitsparing tot bij het connectieplaatje kan brengen. De connectie maak je met een XVB-kabel van 3G2,5 is, want dit contact wordt gestuurd met 230 V. Is de kabel correct aangesloten, dan monteer je de kap terug op het toestel.
AFVOEREN VOORZIEN
De laatste stap voor de effectieve opstart is nog de afvoeren in orde brengen. Aan je expansievat zit een veiligheidsgroep (een afsluitkraan, overdrukklep en terugslagklep) om koud water naar de boiler te vervoeren. Die moet je met een flexibele dichte leiding aansluiten op je afvoer. Een reststuk huls van een Alupex-leiding is hiervoor bijvoorbeeld perfect bruikbaar.
Ook de condensafvoerleiding van de boiler zelf, maak je op maat en breng je tot bij je eerder gemonteerde trechtersifon.
BOILER VULLEN
Er rest je dan enkel nog de boiler te vullen. Draai hiervoor je koudwatertoevoer open en zet ook een warmwaterkraan in je woning open. Eens de lucht uit je leidingen is en er een vlotte straal uit die kraan komt, weet je dat je boiler en je circuit volledig ontlucht zijn en gevuld zijn met water. Dit is meteen ook een goeie test om te zien of alle koppelingen aan je toestel waterdicht zijn. Op die manier is je installatie klaar voor de opstart.
OPSTART van de boiler
De effectieve opstart van het toestel moet gebeuren door een erkend technicus. Als je met een zelfbouwpakket werkt van een erkende verdeler, kan het bedrijf in kwestie hiervoor iemand langssturen.
De technicus doet eerst een visuele controle van al je koppelingen voor hij het toestel in het stopcontact steekt. Hij zorgt dan meteen voor de juiste instellingen en geeft je de nodige uitleg, zodat je in het vervolg zorgeloos van warm water in je woning zal kunnen genieten!