HOE JE BRANDDETECTIE- EN BESTRIJDINGSTOESTELLEN PLAATSEN
Een rookmelder installeren houdt over het algemeen niet veel in. Grosso modo zijn er twee systemen op de markt: met schroeven of met een magneet. We geven mee hoe je beide installeert. Een brandblusser kan je gewoon op de grond plaatsen, maar dat is niet aan te raden. We overlopen hoe je die zelf kan ophangen.
ROOKMELDER MET SCHROEVEN
Benodigdheden: rookmelder, schroeven en pluggen, meet- en tekengereedschap, schroefboormachine met gepaste bit en boor.
Eerst bepaal je waar de rookmelder komt. Het best doe je dat aan het plafond zo centraal mogelijk, of op minstens 30 cm van de muur. De boorgaten teken je af met behulp van het montageplaatje. Op de aangeduide stippen boor je vervolgens een gat met een diameter gelijk aan die van de plug. Vervolgens breng je de plug in. Gebruik zeker geschikte pluggen voor de ondergrond.
Als de pluggen zijn ingebracht, schroef je het montageplaatje vast. Daarop draai je dan de rookmelder vast. Als laatste test je de rookmelder nog door op de testknop te drukken.
ROOKMELDER MET MAGNEET
Benodigdheden: rookmelder, meetmateriaal, magnetische montageset, ontvetter.
Zowel het plafond waar de rookmelder komt als de rookmelder zelf worden ontvet voor een optimale hechting van de tape. De twee magneten kunnen uit elkaar en de grootste breng je aan op het plafond. Daarvoor neem je eerst de beschermende folie weg. Daarna druk je de magneet 30 seconden lang tegen het plafond. De tweede magneet wordt op dezelfde manier onderaan de rookmelder gekleefd. Daarna kan de rookmelder bevestigd worden aan de magneet op het plafond. Uiteindelijk test je nog eens met de testknop.
Indien de batterij moet worden vervangen, kan de rookmelder hier gemakkelijk terug van het plafond gehaald worden.
ROOKMELDERS KOPPELEN
Als je rookmelders kan koppelen, kies je eerst een centrale melder, en maak je dat de hoofdmelder door twee keer op de ‘Learn’-knop te drukken. Zolang een groen lampje brandt, kunnen er rookmelders gekoppeld worden.
Bij het testen van de hoofdmelders zullen de andere gekoppelde melders ook moeten volgen met een geluidssignaal na enkele seconden. Als dat zo is, zijn de melders goed aan elkaar gekoppeld.
TIPS
- Melders mogen niet te dicht bij de verlichting worden geplaatst;
- Elke melder moet maandelijks worden getest;
- Ontstoffen gebeurt met een zachte doek of stofzuiger;
- Bij een regelmatige korte biep moet de batterij worden vervangen.
BRANDBLUSSER OPHANGEN
Benodigdheden: schroefboormachine met gepaste bit en boor, de nodige pluggen en schroeven en meet- en tekengereedschap, het brandblusapparaat zelf en de bijgeleverde ophangbeugel.
Een brandblusapparaat plaats je het best op een vluchtroute. Bij een model van 2L gebeurt dat op maximaal 1,5m hoog, bij een model van 6L op een hoogte van maximaal 1m. Op de bepaalde hoogte markeer je dan de boorgaten met behulp van de voorziene gaten in de beugel. Met een gepaste boor boor je dan, net iets dieper dan de lengte van je plug, de gaten.
Breng dan de pluggen in, en schroef vervolgens de voorziene ophangbeugel vast. Kies voldoende lange schroeven, want hier komt best wat gewicht aan. Dan kan je de brandblusser aan de beugel ophangen.
TIPS
- In huis is een schuimblusser de beste keuze;
- In particuliere woningen mag de brandblusser op de grond, al is het steeds beter om hem op te hangen;
- De houdbaarheid staat aangeduid op het apparaat.