Wat zijn paringstekens en hoe gebruik je ze?
Wie iets maakt uit hout, gebruikt best paringstekens om het overzicht te bewaren en domme fouten te vermijden. In dit artikel geven we een overzicht van deze tekens en hoe je ze gebruikt.
Waarom paringstekens gebruiken?
- Je kan de onderdelen van je werkstuk gemakkelijk op hun juiste plaats zetten;
- Verschillende mensen kunnen samen aan een project werken zonder dat er verwarring ontstaat over waar de onderdelen moeten komen;
- Je voorkomt vergissingen bij het afschrijven of bij een machinale bewerking.
Hoe paringstekens aanbrengen?
Om deze tekens aan te brengen gebruik je een paringspotlood. Die heeft een rode en een blauwe kant. De blauwe kant dient om de tekens aan te duiden, de rode kant om aan te tonen welke delen je moet wegwerken.
3 soorten paringstekens
Er bestaan 3 verschillende soorten paringstekens. Je kan ermee afleiden om welk soort onderdeel het gaat: een regel, stijl of post.
Stijlen
De stijlen of staanders van een houten werkstuk zijn de uiterste rechtopstaande zijden van een constructie. Het gaat hier bijvoorbeeld om een een kader waarbinnen panelen of planken zich bevinden - zoals bij een houten deur. Bij een stoel zijn dat de poten. De staanders teken je altijd op ongeveer drie vierden van het stuk af.
Regels
De regels van een houten werkstuk zijn de de horizontale latten of planken binnenin het kader. Deze worden aangeduid met een driehoek. Het gemakkelijkste is om de latten of planken vooraf tegen elkaar te leggen en over de latten of planken heen een driehoek te tekenen.
Heb je slechts drie regels, dan is het simpel: de bovenste regel is de top van de driehoek en is te herkennen aan de punt, de onderste regel wordt volgens de afspraken altijd afgesloten door een horizontale streep. De middenste regel is dan het enige tussenstuk. Raken de latten uit hun volgorde tijdens het monteren? Dan hoef je alleen maar de driehoek opnieuw te puzzelen.
Heb je echter meer dan drie regels, dan kan je wel de bovenste en onderste regel herkennen door de punt en de streep, maar bij de middenste delen kan het moeilijker worden. Dan doe je er goed aan om de regels ook te nummeren, de meest logische manier is van boven naar beneden.
Posten
Binnen de stijlen kan je naast regels ook posten hebben. Die duiden op de verticale planken of latten binnen het kader.
Extra aanduidingen
Heb je binnen een kader bijvoorbeeld meerdere rijen aan regels of posten? Dan duid je eerst elke regel of post aan met het juiste teken. Om het onderscheid te maken tussen de bovenste en de onderste, of de linkse en de rechtse rij, maak je een verdere opdeling.
Zo kan je bijvoorbeeld bij een constructie met 2 rijen aan posten, de bovenste rij aanduiden met A en de onderste met B. Dan kom je uiteraard nog uit met drie A's, dus zet je er nog een cijfer bij. Dus A1, A2 en A3. De onderkant wordt dan B1, B2 en B3.
Wanneer je bij een stoel de staanders aanduidt, kan je naast het teken ook de voor-, achter-, linker- en rechterkant aanduiden, met respectievelijk V, A, L en R.