Gras zaaien: hoe ga je te werk?
Met je geëgaliseerde perceel min of meer voorbereid en het juiste graszaadmengsel bij de hand kan je nu beginnen aan het inzaaien zelf. Bijna dan, want tussen de grote voorbereiding en het zaaien zelf is er nog de kleine voorbereiding. En ook voor het zaaien zelf kunnen we je wel wat tips geven. En dat gaan we dan ook gewoon doén!
Na het grove werk
Heb je de verwildering weggehaald van je perceel, de grond geëgaliseerd en de grote aardkluiten in de toplaag vergruisd? Dan kan je bijna inzaaien. Bijna, want het is beter om eerst de bodem zich te laten zetten. Laat het perceel dus een weekje rusten. Daarna zijn er nog enkele kleine voorbereidingstaakjes die je doet voor je inzaait.
Oppervlakkig harken
Door te frezen met een tuinfrees ga je stenen en ander grof materiaal naar boven werken. Om die eruit te halen en overige aardkluiten fijn te maken, ga je er nog eens oppervlakkig over met de hark. Naast stenen en grof materiaal, is het ook belangrijk om eventuele wortelresten of ander afval te verwijderen en de groei van onkruid zoveel mogelijk te vermijden.
Dat harken kun je het beste in drie richtingen doen: eerst in de lengterichting van je tuin en vervolgens loodrecht daarop. Zo verkruimel je de bodem nog eens extra. Daarna ga je er nog eens diagonaal over. Let er verder vooral op dat je de grond gelijkmatig verdeelt om te voorkomen dat er onregelmatigheden blijven die problemen kunnen veroorzaken bij het zaaien van je gras.
Een weekje rusten
Als je perceel eenmaal geharkt is, laat je alles een week rusten. Je zal zien dat er ondertussen onkruid kan opkomen. Voordat je daadwerkelijk je graszaad zaait, verwijder je de kiempjes.
Bodemverbeteraar toevoegen
Voor je gaat zaaien, heeft het weinig zin om al meststoffen toe te voegen, dat doe je best als het gras er al opstaat. Wat je wel kan doen voor een extra boost, is bodemverbeteraar toevoegen en lichtjes in te harken.
Daarmee maak je de bovenlaag van de bodem een beetje lichter. Zeker in een kleibodem is dit dus geen overbodige luxe. De bodemverbeteraar zorgt ervoor dat de zaden gemakkelijker gaan wortelen. Op lichte zandgronden zal de bodemverbeteraar daarentegen de bodem een beetje zwaarder maken. Daarnaast zorgt een bodemverbeteraar dat er in de bodemlaag een beetje meer lucht zit. Er is immers niets zo erg voor een gazon dan het gebrek aan lucht.
Tip: zelf bodemverbeteraar maken
Door 1 deel potgrond met 1 deel zand te mengen, kan je ook zelf bodemverbeteraar maken.
Gras inzaaien
De juiste omstandigheden
Je gazon zaai je het best in het voorjaar in, in een periode waarin de grond vochtig en warm genoeg is. Net voor een regenperiode is doorgaans ideaal voor een goede doorstart. April-mei is vaak de beste periode qua temperatuur. Heb je in het voorjaar geen tijd? Dan is augustus-september ook nog een goede periode. Graszaad ontkiemt doorgaans het best bij bodemtemperaturen van 10 tot 12 °C. Denk er ook aan dat er best niet te veel wind staat, zodat je zaad niet bij de buren belandt!
Het zaaien zelf
Graszaad zaaien, dat is ogenschijnlijk gewoon de zaadjes met de hand breedwerpig uitstrooien over het perceel en de natuur zijn werk laten doen, maar we geven toch nog enkele tips mee voor een optimale worteling en groei.
Handwerk
Gras zaaien doe je altijd beter met de hand. Een strooiwagen lijkt misschien aanlokkelijk als je een grote oppervlakte van zaad moet voorzien, maar dat kan potentieel schadelijk zijn voor het fijne graszaad.
Meng goed door voor je zaait
Als je tegenwoordig gazonzaden koopt, is dat altijd een mengsel. Het betreft verschillende soorten en wanneer je deze direct uit de doos zaait, loop je het risico dat de kleinste zaden onderin en de grootste bovenin zitten. Daarom moet je, voordat je begint met zaaien, de doos goed schudden.
Eenmaal voldoende gemengd, wanneer de lichtere en zwaardere zaden goed door elkaar zijn verdeeld, kun je beginnen met zaaien. Alleen dan krijg je een mooi egaal gazon.
Doseren, doseren, doseren!
Op de verpakking van je zaadmengsel kan je vaak wel zien hoeveel m² je kan inzaaien. Met 1 kilo graszaad kom je in de meeste gevallen toe om een perceel van 40 à 50 m² in te zaaien. Beter nog houd je vooraf een kwartje van het graszaadmengsel apart (let wel: meng eerst, en houd dan pas een deel apart) en zaai je het andere deel uit.
Met het graszaad dat je apart hebt gehouden, kun je achteraf nog eventuele kale plekken bijwerken, of wat bijzaaien aan de randen. Die moet je vaak toch wat dichter bezaaien.
Graszaad fixeren
Uiteraard wil je verhinderen dat de mussen er vandoor gaan met je graszaad. Daarom is het nuttig om na het zaaien nog wat bodemverbeteraar of potgrond bovenop je zaaigoed te strooien. Je kan met een prikrol het graszaad ook wat inwerken in de bodem - ga hierbij niet dieper dan 1 cm. Ga dan nog eens over het perceel met een pletwals om de bodem te nivelleren.
Op kleine percelen kan je het graszaad meteen vermengen met potgrond en zo het gras uitstrooien. De bodemverbeteraar zal het zaad vasthouden én vochtig houden.
Na het zaaien
Bevochtigen is uiteraard van primordiaal belang bij ingezaaid gazongoed - zeker tijdens de eerste maand na het zaaien. Gebruik bij het bewateren een zeer zachte waterstraal. Wacht ook lang genoeg voor je het grasperk betreedt. Een gazon is doorgaans na een tweetal maanden belastbaar.