Uit welke grasmengsels kan je kiezen?
Hoe intensief ga je het gazon gebruiken? Zijn er kinderen, of huisdieren, die veel zullen ravotten? Wil je een sierlijk ogend gazon? Vóór je gaat zaaien, achterhaal je eerst welk type gazon het best bij jouw profiel past. Door de jaren heen is er heel wat geëxperimenteerd met verschillende grasmengsels, waardoor er verschillende gazontypes zijn ontstaan, op te delen in onderstaande vier soorten.
TIP
Wissel de grasmat af met wat meer biodiversiteit. Lees hier wat dat inhoudt.
SIER-SPEELGAZON
- steviger gazon om te belopen dankzij de sterke grassoorten,
- geschikt voor nagenoeg alle grondsoorten,
- naargelang van de groeifrequentie van het gazon maaien (idem bij sportgazon).
SAMENSTELLING
- 20% Engels raaigras
- 10% veldbeemdgras
- 60% roodzwenkgras
SPEEL-SPORTGAZON
- voor intensiever gebruik – speciaal ontwikkeld voor sport- en speelvelden,
- herstelt zich makkelijker na schade.
MEEST VOORKOMENDE SAMENSTELLING
- 40% Engels raaigras,
- 40% roodzwenkgras (met uitlopers),
- 20% veldbeemdgras
SIERGAZON
- geen intensieve beloping,
- fijnere grassoort,
- langzame groei,
- intensiever qua onderhoud en bemesting,
- korter maaien.
SAMENSTELLING
- 50% roodzwenkgras,
- 50% veldbeemdgras
SCHADUWGAZON
- groeit snel zonder veel zon,
- benodigt vaak onderhoud tegen mosvorming,
- geschikt voor schaduwrijke plekken.
SAMENSTELLING
- 100% bosbeemdgras
SOORTEN GAZONZADEN
Om bovenstaande gazontypes samen te stellen heb je vaak verschillende soorten graszaden nodig. Onderstaande worden het vaakst gebruikt om een gazon aan te leggen:
ENGELS RAAIGRAS
- snelle kieming - ideaal voor herstel van kale plekken,
- hoog herstellend vermogen,
- diepe beworteling (droogte- en stressbestendiger).
VELDBEEMDGRAS
- sterke graszode met ondergrondse uitlopers.
ROODZWENKGRAS
- fijne, lichte grassoort die zorgt voor egale afwerking,
- drie ondersoorten: één zonder uitlopers, één met fijne uitlopers en één met forse uitlopers.
Hedendaagse rassen zijn gecultiveerd om trager te groeien, zodat je het gazon minder snel moet maaien. Ook op mineraalopname is er geselecteerd, zodat grasplantjes efficiënter hun voeding opnemen en er dus minder bemesting nodig is. Om in te spelen op het grillige weer, zijn de grastypes ook resistenter tegen droogtes.