14 TIPS OM VLOTTER TE SCHROEVEN
Een schroef indraaien, voor klussers is er weinig wat meer voor de hand ligt. Toch nemen we die basishandeling nog eens onder de loep, want wie goed kijkt naar het werk van anderen kan nog veel leren. Kleine aanpassingen aan de manier waarop je werkt, kunnen een groot verschil opleveren in het eindresultaat.
HET JUISTE TOESTEL
INSTELLINGEN VAN HET TOESTEL
MAKKELIJK INDRAAIEN
MOEILIJKE PLAATSEN
SPECIFIEKE MATERIALEN
PROBLEM SOLVING
HET JUISTE TOESTEL
SCHROEFBOORMACHINE OF SLAGSCHROEVENDRAAIER?
Het verschil tussen de twee toestellen zit hem hierin: de slagschroevendraaier geeft niet constant kracht op de schroef, maar doet dit met korte slagen. Vandaar de naam. Die slagen kan je trouwens ook horen als je er mee aan het werk bent. Door die manier van werken, kan het toestel makkelijk een grotere kracht zetten op de schroef.Een gewone schroefboormachine zal bij dergelijke kracht al snel overbelast raken. Je gebruikt dus de schroefboormachine voor eenvoudige schroefklussen (meubeltjes maken e.d.).
Bij schroefklussen die meer kracht vereisen (hardhout, lange constructieschroeven …) kies je voor de slagschroevendraaier.
INSTELLINGEN VAN HET TOESTEL
DE JUISTE BIT
Het is een open deur intrappen: gebruik de bit die is aangepast aan de schroefkop. Toch blijven er veel fouten tegen gemaakt worden. Een bit die ‘ongeveer’ of ‘ook wel’ past, bestaat niet.
De meeste fouten worden gemaakt bij PH en PZ. Je kan het verschil zien aan de extra X-vorm in de schroefkop en de bit met PZ-markering. Kies ook steeds de juiste maat.
SLIPKOPPELING EN TOERENTAL
Vooraan op de schroefboormachine kan je de slipkoppeling instellen. Je stelt die zo in dat de machine ontkoppelt als de schroef gelijk komt met het materiaal. Stel je die te hoog in, dan slaat je bit door in je schroef.
Er zijn meestal ook twee instellingen voor het toerental op je machine. Kies voor een laag toerental om meer controle te krijgen, een hoog toerental heeft dan weer meer kracht. Kies nooit voor de instelling boren als je wil schroeven.
MAKKELIJK INDRAAIEN
ZELFBORENDE SCHROEF
Om het indraaien van een schroef te vereenvoudigen kan je kiezen voor een zelfborende schroef. Aan de punt van zo’n schroef zit een slangvormige inkeping, net als bij een boor. Deze schroef neemt dus wat van het materiaal weg, om gemakkelijker in het hout te dringen.
Gebruik zo’n schroef nooit in combinatie met een plug, de boorpunt gaat dan namelijk je plug helemaal vernielen.
GLIJMIDDEL
Een ander handigheidje is het aanbrengen van wat glijmiddel. Je kan schroeven kopen waar al een glijdende coating op is aangebracht.
Heb je maar enkele schroeven nodig, dan kan je ook zelf wat glijmiddel aanbrengen: kaarsvet of lippenbalsem zijn twee frequent gebruikte voorbeelden.
NOOIT MEER TE DIEP BOREN
Je moet iets ophangen, maar je wil niet te diep boren in je muur? Dan haal je even de boor uit je schroefboormachine en leg je de plug erop. De lengte van je plug zet je over op je boor met een stukje tape.
Dan boor je tot aan het stuk tape en sla je vervolgens de plug in. Door de tape ben je zeker dat je niet te diep zit.
MOEILIJKE PLAATSEN
BOVEN JE HOOFD
Soms heb je drie handen nodig. Je moet een plank, de schroef en je schroefmachine vast houden. Om dit probleem op te lossen kan je vooraf de schroeven al inboren in de plank.
Dan volstaat het met één hand de plank vast te houden en met de andere hand te schroeven.
IN NAUWE OPENINGEN
Soms is een opening te klein om er met je schroevendraaier of schroefboormachine bij te kunnen. In zo’n geval kan je proberen om een bit in de schroef te steken, en die bit met behulp van een platte sleutel, een ratel of een tang aan te draaien.
SPECIFIEKE MATERIALEN
IN GIPSKARTON
Bij gipskarton is het erg belangrijk om de schroeven niet te diep in te draaien, het karton mag niet scheuren.
Wie gipskarton gaat plaatsen investeert dus het best enkele euro’s in een speciale bithouder. Die beperkt de mogelijke indraaidiepte
IN HOUT
Bij houtbewerking moet je soms voorboren. Dat kan om twee redenen zijn: Je kan wat materiaal weghalen om het schroeven te vereenvoudigen. Dit is het geval als je in hardhout moet boren, of als het hout riskeert te splijten. Dan moet je voorboren met een maat kleiner dan je schroef. Je schroef moet nog voldoende grip hebben.
Soms moet je voorboren om je planken helemaal tegen elkaar te laten aansluiten. Dan boor je voor met een grotere diameter.
PROBLEM SOLVING
INOX SCHROEVEN
Inox schroeven zijn extra gevoelig voor breuk. Als je deze schroeven moet indraaien moet je er dus zeker op letten dat je slipkoppeling en je boorsnelheid niet te hoog staan.
Raakt de schroef niet diep genoeg met die beperktere kracht, dan moet je voorboren.
TE RUIME SCHROEFGATEN
Is het schroefgat te ruim dan zijn er verschillende oplossingen. Een makkelijke manier om dit probleem op te lossen is een tandenstoker in de opening te steken. Je schroef zal opnieuw grip vinden. Na het inschroeven breek je de tandenstoker af. Trouwens, is je boorgat te ruim en werk je met een plug. Wikkel dan wat teflon rond de plug.
Uiteraard is het ook een mogelijkheid het gat op te vullen met vulmiddel, volledig te laten uitdrogen en ten slotte een nieuw, kleiner boorgat te maken.
SCHROEF VASTHOUDEN
Heel wat schroevendraaiers hebben een magnetische kop. Dat is wel handig, maar 100% zekerheid heb je toch niet. Als je bijvoorbeeld op een moeilijk bereikbare plaats een schroef moet indraaien, is het best dat die ietsje steviger aan de schroevendraaier vast hangt dan enkel met magnetische kracht. En dan brengt een stukje tape redding.
Druk de schroef door de tape, let erop dat de kleefzijde aan de kant van de schroefkop zit. Daarna kleef je de tape eenvoudig op de schroevendraaier.
SCHUIN INDRAAIEN
Bij het schroeven trek je twee delen tegen elkaar. Je kan daar gebruik van maken om bijvoorbeeld een verstek strak te zetten. Dat doe je dan door je schroef lichtjes schuin in te draaien.
Tijdens het indraaien trekt de draad van de schroef de twee delen strak tegen elkaar.