Hoe vernieuw je een oud plafond volledig?
Moet je je plafond wegens bijvoorbeeld houtrot volledig vernieuwen? Dan zal wat verf en behang uiteraard niet volstaan. Dan moet je de dakconstructie aanpakken: de oude gaat weg en een volledig nieuw plafond wordt opgebouwd. Hoe je daarbij te werk gaat, lees je hier.
BELANGRIJK
Verwijder nooit zomaar dragende structuren in je woning. Informeer je voldoende en ga eventueel te rade bij een stabiliteitsingenieur vooraleer je deze werken uitvoert. Die zal raad geven over hoe je de stabiliteit verzekert, door bijvoorbeeld gebruik te maken van spanbanden met grote trekkracht over de dakoverspanning.
De balken
Oude balken verwijderen
Eerst breken we de oude constructie af. Daarbij komt wat zaag- en breekwerk kijken. Met wat handgereedschap kom je hier al ver. Wil je het echter vooruit laten gaan, dan kan je aan de slag met een reciprozaag of met een breekhamer.
Heb je een grotere constructie? Dan werk je het best in delen. Daarbij breek je eerst een deel van de constructie af en vervang je dat. Is dat klaar? Dan neem je het volgende deel onder handen. Hierdoor komt de stabiliteit van het gebouw niet in gevaar.
Nieuwe balken
Nu de oude balken uit de weg zijn, kan je een nieuwe constructie maken. Het is hier verstandig om gebruik te maken van douglashout. Dat is een populaire houtsoort voor constructies, omdat die stevig én duurzaam is. Lees hier welke houtsoorten nog in aanmerking komen. De maat van de balken hangt af van de overspanning die je moet overbruggen en het gewicht dat erop komt.
Impregneer het hout tegen houtrot, opdat het nog langer meegaat. We willen immers niet hetzelfde meemaken als met de oude constructie.
De balken moet je natuurlijk op maat maken. Pas dan kan je ze plaatsen. Dat kan je doen met een handzaag of een afkortzaag. Vervolgens plaats je ze op de muren waar de oude balken lagen. Werk je tussen twee muren, dan moet je balkschoenen gebruiken die je aan de muur bevestigt.
Tussen de balken voorzie je nog dwarsstukken. Deze zorgen voor een gelijke tussenafstand, extra stevigheid en ze maken dat de balken in één vlak liggen.
De tussenafstand kies je het best in functie van de isolatie die je straks zal plaatsen. Neem die iets kleiner dan de breedte van een rol. Heb je een brede rol? Dan neem je die het best iets kleiner dan een derde of de helft van een rol.
Isoleren
Tussen de balken vul je alles op met isolatiemateriaal. Glaswol is hiervoor de meest efficiënte keuze. Om gemakkelijk te werken, snijden we onze rol in drie. Dit kan je al doen terwijl hij nog in de verpakking zit. Snij de stroken isolatie daarna ook in de lengte op maat.
Omdat de tussenafstand tussen de balken een paar centimeter kleiner is dan de breedte van je rol, of in dit geval een derde van de rol, knelt hij nu lichtjes tussen de balken. Perfect om de isolatie op zijn plaats te houden.
De kieren
Een ketting is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. Daarom zorgen we ervoor dat het isolatieschild overal doorloopt. We vullen de kleine openingen op met restjes glaswol. Zo ontsnapt daar ook geen warmte meer. Is de opening te klein om isolatie in te steken? Dan kan je het best met PU-schuim de opening dichten. Zo krijg je alles geïsoleerd.
Dampscherm
Isolatie moet altijd worden afgeschermd van de dampen binnen in huis. Daarom plaats je altijd een dampscherm langs de binnenzijde. In een keuken komt er nog eens extra veel vocht in de ruimte. Daarom neem je beter een dampscherm dat wat dikker is en dus het vocht beter afsluit.
Het dampscherm niet je vast aan de constructie. Vergeet niet alle overlappen en gaatjes die je maakte met het nietpistool af te kleven met luchtdichte tape. De overgang met de muur maak je luchtdicht aan de hand van speciale dichtingslijm.
Het lattenwerk
De constructie zal nooit helemaal in één vlak liggen. Daarom kan je de platen er niet rechtstreeks op schroeven. Door een latwerk te plaatsen, vermijd je bovendien scheuren in je gipskarton. Het latwerk vangt de uitzetting op van de constructie.
Daarom plaats je het haaks op de lange balken. Zo zorg je ervoor dat je structuur minder werkt en voorkom je dat je plafond scheuren zal vertonen.
De latten schroef je hoogstens om de 40 centimeter vast aan het plafond. Die 40 centimeter is de hart-op-hartafstand, gemeten van het midden van een lat tot het midden van de volgende.
Het laagste punt
Om alle latten nu in één vlak te krijgen, moet je aan de slag met een waterpas. Het gemakkelijkst is om te werken met een laserwaterpas. Sowieso zoek je het punt waarop het plafond het laagst is. Met een laserwaterpas heb je daar nog een meter voor nodig.
Meet telkens de afstand tussen de lijn van je laser en het plafond. Waar je het minste meet, is het plafond het laagst. Werk je met een lange waterpas, dan zoek je daarmee je laagste punt in het plafond.
Verschillen wegwerken
Breng nu alle schroeven op dat laagste niveau. Je kan dat het beste doen door de schroeven terug los te maken en achter de panlatten kaleerblokjes te steken. De dikte kan je weten door met je meter aan de schroef te meten.
Bereken dan het verschil tussen de maat aan de schroef en de maat op je laagste punt. Zo weet je welke dikte van kaleerblokjes je ertussen moet steken.
Met een gewone waterpas vertrek je dan van het laagste punt in je constructie. Breng van daaruit de punten errond in hetzelfde vlak.
Steek ook nu kaleerblokjes achter de latten tot ze waterpas hangen met het laagste punt. Ga zo verder tot het hele plafond waterpas hangt.
Plafond bekleden
Moet je een plafond met gipskarton bekleden? Dan huur je het best een platenlift. Daarmee kan je de platen naar omhoog krikken tot tegen het plafond. Daarna schroef je ze in de dragende structuur.
Als de plaat vastzit, kan je de lift dan terug wegnemen. Een platenlift kan je goedkoop huren en die maakt dat het werk makkelijker en vlot gaat.
Schroeven
De platen schroef je vast aan de structuur met schroeven. Gebruik daarvoor gipskartonschroeven. Die zijn gefosfateerd. Daardoor zijn ze zwart. Het voordeel ten opzichte van gewone schroeven is dat ze niet roesten als ze in contact komen met gips.
De fosfaatlaag maakt ze dus corrosiebestendig. Als je er dan gips op aanbrengt, komen er geen roestplekken in het gips. Schroef altijd met een schroefkoppeling voor gipskartonschroeven. Daarmee voorkom je dat je de schroef te diep in het gipskarton draait. Als de schroef te diep is, verliest hij immers draagkracht.
In de lengte?
Je plaatst de gipskartonplaten haaks op het lattenwerk. We hebben hier een ruimte die minder breed is dan de lengte van onze platen. Als we ze dan in de lengte plaatsen, passen ze tussen de twee muren. Zo vermijden we kopse voegen. Die moeten we dus niet meer toesmeren. Zo besparen we ons het werk om dat wel te doen.
Kan je je plafond niet op de volledige lengte plaatsen? Dan moet je eerst de kopse voegen vullen, ze laten drogen en dan de voegen in de lengte dichten.
Naden vullen
De naden van het gipskarton en de schroefgaten moet je nog dichtmaken. De schroefgaten vullen is gemakkelijk. Je vult ze in de ene richting en strijkt ze af in de andere richting.
Naden toesmeren
Om de naden te vullen, heb je iets meer oefening nodig. Je vult eerst de naad met te veel gips. Het overtollige gips moet je dan wegnemen. Dat doe je in drie stappen. Eerst neem je het gips rechts weg. Oefen daarbij druk uit op de rechterkant van je plamuurmes.
Zorg dat je enkel op de plaat zelf druk uitoefent en niet in het stuk dat afgeschuind is. Doe dan hetzelfde voor de linkerkant, maar door druk uit te oefenen op de linkse plaat. Daarna moet je het teveel in het midden nog wegnemen.
Zet je plamuurmes haaks op de platen en maak dat je beide zijkanten raakt. Zonder veel druk uit te oefenen, neem je dan het teveel in het midden weg.
Ga er dan nog eens licht over met je plamuurmes vlak op de platen om de naad glad te strijken.
Tweede keer
Als de eerste laag gips droog is, moet je nog een tweede aanbrengen. Verwijder eerst alle bramen aan de zijkanten van de naden. De eerste laag zal in de naad wat aangetrokken zijn en je zal een kleine holte krijgen.
Je vult de naad in dezelfde stappen als de eerste keer. Deze keer doe je het wel met plakspaan of een spackmes. Hiermee werk je de naad fijner en breder af.
Pas als die droog is, mag je schuren. Dat doe je het best met schuurgaas. Dat loopt minder snel vol dan een schuurpapier. Door te schuren, komt je plafond nu helemaal vlak te staan.