AANDACHTSPUNTEN BIJ MONTAGE
De montage van gevelpanelen in architectonisch beton gebeurt steeds op basis van een gedetailleerd uitvoeringsplan, opgesteld door de fabrikant, waarin elk element eenduidig geïdentificeerd wordt.
De overzichtsplannen worden opgemaakt op basis van de architectuur- en stabiliteitsplannen en ter goedkeuring voorgelegd. Daarna worden stuktekeningen opgemaakt voor de productie van de elementen.
Uiteraard zijn er voor de architect wel een aantal belangrijke aandachtspunten bij een werfcontrole:
- Uitlijning: minieme variaties in de afmetingen van de elementen zijn onvermijdelijk (zoals vastgelegd in de PTV 21-601) en moeten in de voegen opgenomen worden.
Hiervoor is het van groot belang dat de elementen op basis van een assenstelsel – en dus niet op basis van elkaar – gemonteerd worden. - Montage: de montage van de panelen gebeurt in de meeste gevallen 'koud'.
Bij dragende sandwichelementen kan het gebeuren dat de verbinding van de elementen onderling of met de vloeren om stabliteit-technische redenen met een natte knoop op de werf gerealiseerd moet worden. - Winddichting: de winddichting bij geprefabriceerde gevelpanelen uit architectonisch beton kan ofwel in de fabriek, ofwel op de werf voorzien worden. In het eerste geval wordt er aan twee zijden van het paneel een samendrukbaar rubberprofiel toegevoegd, in het tweede dient er achteraf een zeilband in de voeg te worden aangebracht. Een andere optie is dat er in het ene element een EPDM-slab wordt ingebetonneerd, die bij een montage over het naastliggende paneel wordt gekleefd. De overlapping ter hoogte van de voegen vormt hierbij een belangrijk aandachtspunt.
- Verankering: voor de verankering van bekledingspanelen dienen er steeds roestvrijstalen ankers voorgeschreven te worden. Daarnaast moet men erop toezien dat er slechts één vast anker aanwezig is, zodat de dilatatie van de elementen niet verhinderd wordt.