Hoe kies je een schroefboormachine?
Iedereen heeft wel eens een schroefboormachine nodig. Veel mensen zijn tevreden met een basistoestel, voor veeleisende klussen mag het wel wat meer zijn. Maar hoe kies je de juiste machine voor de klussen die je van plan bent aan te pakken?
De aandrijving: accu of snoer
Er bestaan schroefboormachines die werken op netstroom, maar tegenwoordig werkt de meerderheid van de beschikbare toestellen op batterij. Logisch, want een schroefboormachine gebruik je niet stationair en heeft maar zelden constante kracht nodig. Een gat boren of een schroef inbrengen met een schroefboormachine, dat is een korte taak: in enkele seconden is de schroef ingedraaid of in minder dan een minuut heb je een gat geboord.
Het vermogen
Kies een toestel dat krachtig genoeg is voor de klussen die je voor ogen hebt. Bij schroefboormachines op accu moet je daarvoor kijken naar de spanning (V) van de machine en de compatibele accu. Hoe hoger de spanning, hoe meer kracht.
Voor de kracht van een gesnoerd toestel kijk je niet naar voltage, maar naar het vermogen uitgedrukt in Watt (W), of het wattage.
De accucapaciteit
De accu die je voor je schroefboormachine gebruikt moet qua voltage overeenkomen met je toestel (vaak is die overigens meegeleverd), maar om een geschikt toestel te kiezen, kijk je best ook naar de accucapaciteit van de batterij waarmee de schroefboormachine kan werken. Dit wordt uitgedrukt in Ampère-uur of Ah. Dit slaat op hoe lang je met je schroefboormachine gaat kunnen werken tot je de accu moet opladen.
Het toerental
Het toerental, uitgedrukt in rpm ('toeren per minuut') slaat op het aantal toeren per minuut. Die kan je bij schroefboormachines op twee manieren regelen. Enerzijds door harder of zachter op de aan/uitknop te drukken: hoe harder je drukt, hoe meer toeren de machine maakt.
Anderzijds zijn schroefboormachines vaak ook uitgerust met een mechanische versnelling die je in twee standen kan zetten: snel en traag. Elke van deze twee standen kent een maximaal toerental dat aangegeven staat in de technische fiche van het toestel.
De slipkoppeling
Het koppel – ook wel bekend als slipkoppeling – slaat op het draaivermogen van de machine en bepaalt in welke mate de machine door dikkere materialen kan boren. Het koppel kan je instellen op een instelring achter de boorkop. Hoe hoger het cijfer op de instelring, hoe meer kracht de machine produceert.
De slipkoppeling begrenst de machine om te voorkomen dat je deze overbelast. Pas het koppel altijd aan je klus aan, zo voorkom je dat de machine vastloopt of je schroefkop doordraait door te veel weerstand.
Je stelt het koppel zo in dat de machine ontkoppelt wanneer de schroef gelijk komt met het materiaal. Hoe je dat instelt is afhankelijk van de afmetingen van de schroeven die je wil inbrengen (globaal gezien geldt: hoe dikker, hoe hoger het koppel), de hardheid van de ondergrond en de hardheid van hetgeen je wil bevestigen.
De boorkop
Elke schroefboormachine beschikt over een boorkop waarin je een boor of schroefbithouder bevestigt. Boorkoppen of boorhouders kun je indelen in twee groepen: boorkoppen met een tandkrans, waarin je de boor bevestigt met een sleutel, en snelspanboorkoppen waarin je de boor zonder gereedschap kunt bevestigen met een draai- of klikbeweging. Tegenwoordig is bijna elk toestel uitgerust met een snelspansysteem zonder gereedschap.
Accessoires
Je hebt weinig aan een schroefboormachine als je niet beschikt over schroefbits en boren. Mogelijks is er een standaardset met bits en boren meegeleverd bij je toestel, maar vaak moet je die apart bijkopen.
MEER WETEN:
> Alles over schroefboormachines
> Hoe gebruik je een schroefboormachine?
> Bits en boren: wat heb je nodig?