Het schip dat water maakt
COLUMN – FERRE BEYENS, AUTOMOTIVE ANALIST/JOURNALIST
Nu pas ontstaat er paniek voor de noodlottige gevolgen van stilgelegde kerncentrales. Noem het een kenmerkend late bewustwording van een door groene paranoia gemystificeerde overheid. Dat dreigend energiegebrek en hoge energieprijs te wijten zouden zijn aan het conflict in Oekraïne of andere COVID-19-herrie, zijn ordinaire uitvluchten om het politiek falen in deze te verdoezelen. Die hoge energieprijs is wel een significant gevolg van een fanatiek op CO2-neutraliteit gericht beleid dat onder meer steunt op perverse fiscale stelsels om het gebruik van fossiele brandstoffen te demotiveren. Ongelukkig genoeg is de auto-industrie wat graag meegegaan in dit door groene fanatici ontketende antifossielbetoog en werden de poortwachters van het elektrisch fatsoen te graag gedoogd. Vandaag betaalt de auto-industrie daarvoor een prijs en verwordt onze autobusiness tot een schip dat averij oploopt en water maakt.
"De Europese auto-industrie is (nog) niet dood, maar wel stervende"
Beseffen autoconstructeurs dat dreigend energiegebrek en uit de pan swingende prijzen wel eens het gevolg kunnen zijn van een dramatische afbouw van investeringen in fossiele brandstoffen? Onnoemlijk hoge subsidies gingen wel - en gaan nog steeds - naar energie die enkel voorradig is als de wind waait en de zon schijnt. Daar waar ieder weldenkend mens al langer beseft dat zonder kerncentrales de “energiehonger” niet te stillen valt en de mensheid al evenmin van zijn CO2-zonden verlost. Wind en zon blijven peperdure lapmiddelen, gepruts in de energiemarge. Wie daar wel in gelooft, lag ongetwijfeld te slapen in de lessen van fysica. Die snapt ook het onderscheid niet tussen stroom en spanning, heeft de wet van Ohm - laat staan de Kirchhoff-principes - nooit begrepen. Voor hen is het simpeler de groene leugens te aanvaarden dan de complexe energetische feitelijkheid onder ogen te zien. Dat een door technologie genavigeerde autonijverheid het oog verloor op energetische feitelijkheid is onbegrijpelijk. De problemen die onze sector vandaag parten spelen, waren te vermijden. Voor een groot deel toch. Het zijn doorgaans ongemakkelijke gevolgen van een zinloze antifossielstrijd, gestreden onder het motto van “alles kapotmakende” ecologische utopieën. Waardoor de complete autobusiness werd meegesleurd in een gevecht dat - technologisch beschouwd - nooit te winnen valt.
Er is iets aan het veranderen. Niet dat we een scharniermoment kunnen aankondigen maar we detecteren toch oprispingen van technologisch verstand. Het groen-fundamentalisme heeft de technologische grenzen (ver) overschreden. Technologische, tegen het groene narratief reagerende “opstootjes” blijven intussen niet uit. Gelukkig, want anders wacht onze business de chaos. Hoopgevend is alvast dat sommige constructeurs het gezond verstand durven aanspreken. Enkelen stellen nu ronduit dat EV’s niet dé, maar een deel van de CO2-bekamping zijn. Dat naast de bestaande - nog altijd milieu- en energie-efficiënte - ICE’s, ook waterstof (zowel in warme als koude verbranding) en synthetische brandstoffen een kans verdienen. Er wordt gemord dat overheden die ene technologie mateloos stimuleren en andere - efficiëntere - aandrijftechnieken bestraffen. Door onder het mom van (valse) CO2-neutraliteit enkel middels auto-elektrificatie de route naar fiscale aftrekposten open te houden.
Er wordt eindelijk gecontesteerd: er zijn constructeurs die - nadat ze de ICE hebben afgezworen - die technologie terug in de armen sluiten. Die zelfs stiekem aan de verdere ontwikkeling van diesels werken. En dan zijn er constructeurs die - eerst door groene utopie misleid - de downsizehymne meezongen en vandaag opnieuw ICE’s aanbieden met meer longinhoud. Ook zien we constructeurs die een als EV in de markt gezet model nu ook aanbieden met een klassieke verbrandingsmotor. Oprispingen van technologisch gezond verstand? Ze zijn er. Zie de constructeurs die hun toevlucht zochten tot de seriële hybride of seriële PHEV. Altijd elektrisch aangedreven modellen die hun elektrische energie aan boord produceren met behulp van verbrandingsmotoren.
Helaas is het niet alleen de dealer die in dit antifossielgevecht met de rug tegen de muur staat. Voor zover die dealer het enkel van de particuliere verkoop moet hebben weliswaar. Dealers zonder vlootklanten zien zwarte sneeuw. Vlootrijders zijn niet op zoek naar CO2-neutraliteit, ze jagen op fiscaal voordeel, enkel mogelijk met peperdure elektrificatie. De particuliere autokoper twijfelt, is slecht, niet of (bewust) verkeerd geïnformeerd. Een veel te dure EV is geen spek voor zijn bek en bovendien jaagt hij als niet-professioneel autogebruiker ook met die EV tevergeefs op fiscale snoepjes.
Fanatiek CO2-beleid en ... China maken het de complete Europese auto-industrie alsmaar moeilijker. EV’s zijn duur, Chinese EV’s zijn minder duur. Ruim 20% van de in Europa verkochte EV’s komen vandaag al uit China. De statistieken van Jato Dynamics tonen dat China al de tweede grootste EV-leverancier in Europa is. Na Duitsland, maar vóór Korea, Tsjechië en Frankrijk. Verwonderlijk is dat niet, nu Europa de rode loper uitrolde voor bedreven Chinese EV-bouwers. Want de nieuwverkoop van thermische auto’s wordt vanaf 2035 verboden.
De Europese industrie ten dode opgeschreven? Dood nog niet, maar wel stervende. Wat doet de EU? Dwingende maatregelen dringen zich immers op om de competitiviteit van de Europese auto-industrie te sterken. Of kan dat ridicule antifossielbesluit van 2035 niet snel overboord gekieperd worden? Trouwens, de Chinese constructeurs smeden plannen om de voor Europa bestemde EV’s hier te assembleren. Kwestie van de invoerbelastingen te omzeilen. De Europese autonijverheid, een sector die honderdduizenden Europeanen het brood op de plank laat verdienen, lijkt inderdaad een zwalpend schip dat averij opliep en water maakt ...