Verblind door groene verontwaardiging
Column – Ferre Beyens, automotive-analist/journalist
Ook mainstreammedia publiceren nu (eindelijk) dat de wereldwijde verkoop van EV’s in het slop zit. Aarzelend weliswaar, maar beter laat dan nooit. Laat inderdaad, want zoals een helaas (te) beperkt aantal, in de gespecialiseerde autovakpers bezige collega’s, werd ook in deze lijnen al veel eerder gewezen op die haperende EV-verkoop. Dat de algemene media zo lang hebben gezwegen, bewijst nog maar eens dat hun ‘verslaggevers’ de pen veel te lang door groen sentimentalisme lieten drijven. Waarbij voorafgaand aan dat lange zwijgen, bewust de juiste cijfers werden gecamoufleerd of zelfs achtergehouden. En waarbij de algemene media het zelfs klakkeloos vertikte om op erudiete basis berustende EV-nuances te tolereren. Kan het nog toeval zijn dat vandaag juist dit soort – behorend tot de enclaves van de groene dogmatiek – MSM-'nieuwsgaarders' als onvolprezen auto-experts worden opgevoerd?
"Journalisten, die hun pen door groen sentimentalisme lieten drijven, hebben de harde EV-realiteit te lang onder de mediaradar gehouden"
Die zelfbenoemde deskundologen hoor je uiteraard niet vertellen dat de EV-verkoop de afgelopen maanden is gekrompen tot ongeveer 10 procent of minder dan 150.000 batterijwagens op een totale Europese markt van 1,09 miljoen voertuigen. Een inkrimpend marktaandeel dat zich manifesteert in periodes waarvoor de Europese ambities een zo hoopvolle exponentiële groei deden voorspellen. Dat de algemene media weinig of geen aandacht aan deze feiten besteden en er zelfs geen vragen over stellen, toont aan dat de auto-experts in dit vakgebied verblind waren door groene verontwaardiging. Dit duidt op een absoluut gebrek aan enig economisch, laat staan technologisch, besef. Dit soort deskundigen – die alles wat fossiele brandstof en interne verbrandingstechnologie aangaat, behandelen als dodelijk vergif – toonde zich ook lang zwijgzaam bij de € 60 miljard die VW wil investeren in de ontwikkeling van nieuwe verbrandingsmotoren. Stilletjes bleef het ook rond de samenwerking tussen Toyota, Mazda en Subaru om met de ontwikkeling van nieuwe verbrandingsmotoren een gezamenlijke aanval op de batterij-auto in te luiden.
Benevens enkele tot de gespecialiseerde vakliteratuur behorende media, veroorzaakte een recentelijk McKinsey-onderzoek ook al niet de minste rimpeling op het wateroppervlak van de mainstreammedia. Nochtans leverde dit onderzoek – zoals er trouwens al talloze studies ter inzage liggen – voldoende schrijfstof op om de daadwerkelijke EV-problematiek haarscherp te kunnen duiden. McKinsey voerde immers een enquête uit bij 31.000 EV-rijders uit 15 landen. Dit zowel in de VS als op de Europese markten waar de elektrische auto aanvankelijk enthousiast werd ontvangen. Uit het onderzoek bleek dat ongeveer 30% van de huidige EV-rijders nog weinig 'batterij-enthousiasme' toont en bij een volgende aankoop van een auto resoluut voor een brandstofmotor zal kiezen. Het percentage van die beschadigde EV-geestdrift varieert weliswaar per land. Lager in Europa, maar wel met een uitschieter van dik 40% in de USA.
Autonomie blijft een belemmering voor een aanzienlijk aantal hedendaagse EV-rijders die overwegen terug te gaan naar een verbrandingsmotor. Waarbij het te begrijpen is dat de collectieve EV-verblinding vooral in de USA door die factor autonomie wordt tegengewerkt. Een aspect dat in onze contreien minder speelt. Symbolisch echter voor de partijdigheid van EV-aanbidders blijft dat ze dat gebrek aan rijafstand wat makkelijk willen wegwimpelen en proclameren dat “armoede” aan rijafstand makkelijk te compenseren valt met een hogere batterijcapaciteit. Zodat daarmee volledig aan de initieel ecologische (en economische) dimensie van het aangemoedigde EV-rijden wordt voorbijgegaan. Grotere batterijen? Zwaarder in gewicht, nog meer verslinding van aardse mineralen en dus een nog grotere ecologische voetafdruk. Met daarbij, zoals we dat hier al jaren duiden – en waarover het in de meeste media oorverdovend stil blijft – nog meer energieverspilling. Want het herladen van een grote batterij vraagt in verhouding meer omvormingsvermogen en leidt tot extra laadverlies dan bij het chargeren van een kleinere batterij. Of hoe de media-desinteresse in de technologische feitelijkheden godgeklaagde vormen heeft aangenomen.
Ook al behoort de antidieselindoctrinatie nog niet tot de geschiedenis, er laten zich al de eerste bemoedigende (technologische) symptomen van relativering detecteren. Het eerherstel van de “zelfontbranders” lijkt dichter dan gedacht. Maar zelfs als vooraanstaande constructeurs – geplaagd door zure economische EV-oprispingen – opnieuw dieselmotoren monteren, is het nog te vroeg om van een dieselrevival te spreken. Toch hebben constructeurs die teruggrijpen naar de dieseltechnologie al ingezien dat de Groenen met hun waanzinnige maatregelen de autonijverheid in de vernieling kunnen doen rijden. Nieuwe dieselhoop werd recent ook gedetecteerd op het 2024 World Congress van de interne verbrandingsmotoren in Tianjin (China). Het Chinese bedrijf Weichai Power confronteerde er de congresgangers met zelfontbranders gezegend met een spectaculair energierendement tot 53%.
Een beetje inzicht in thermodynamica – een discipline die nooit de meningen van de eerder genoemde experts zal verstoren – is voldoende om de impact van die 53% verbrandingsefficiëntie te begrijpen. Zeker als men weet dat diesels in hun huidige hoedanigheid (42% rendement) vandaag al minder vervuilen dan benzinemotoren. Dit betreft niet alleen de emissie van stikstofoxide en CO2-effectiviteit. Weichai Power lukte er vier jaar geleden al in om de thermische efficiëntie van een zelfontbrander te verhogen tot dik 50%. Vervolgens tot 52,28% en tot 53% zowaar tijdens de presentatie in Tianjin. Resultaat: een 14% lager brandstofverbruik en een andermaal gereduceerde NOx-uitstoot. Niet dat de algemene media, of de zelfverklaarde auto-experts er de nodige aandacht aan zullen besteden. Dat de Duitse TÜV-certificering en het Chinese Automotive Technology & Research Center deze spectaculair evoluerende dieselefficiëntie hebben geverifieerd, zal de redactionele geneigdheid tot publicatie van het goede dieselnieuws evenmin weten te stimuleren.
