NIEUWE KAPITEIN AAN HET ROER VAN HET OCW

DUBBELINTERVIEW ANNICK DE SWAEF EN CLAUDE VAN ROOTEN
Sinds 1 mei 2018 volgde Annick De Swaef Claude Van Rooten officieel op als directeur-generaal van het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW). Claude Van Rooten neemt echter nog geen afscheid van de weg. Als directeur Internationale Relaties zal hij zich concentreren op internationale contacten. Dat sluit volledig aan op zijn voorzitterschap van de World Road Association (PIARC). Tijd voor een dubbelinterview met beiden over het verleden, het heden en vooral de toekomst van het Centrum en de wegenbouw.
WIE IS CLAUDE VAN ROOTEN?
Na een loopbaan van drieëntwintig jaar als ingenieur burgerlijke bouwkunde in de private sector werd Claude Van Rooten in 2000 directeur-generaal van het OCW. Op 1 mei 2018 gaf hij de fakkel door aan Annick De Swaef en werd hij directeur Internationale Relaties. Hij is ook actief in PIARC, waarvan hij sinds een jaar voorzitter is. De Wereldwegenvereniging bestaat al sinds 1908, maar Claude Van Rooten is de eerste Belg die deze eer te beurt valt. Daarnaast is hij ook lector aan de ULB, waar hij zijn kennis over vervoersinfrastructuur overdraagt naar de volgende generatie.
WIE IS ANNICK DE SWAEF?
“Als kind was ik al gefascineerd telkens we vanuit Antwerpen Brussel binnenreden en ik al die kriskras gelegde bruggen en wegen op de ring zag. Het was dan ook geen verrassing dat ik jaren later als burgerlijk ingenieur Bouwkunde afstudeerde. Na een loopbaan bij de universiteit, in een financiële instelling en Brussel Mobiliteit startte ik een adviesbureau op, gespecialiseerd in het opzetten van allianties en partnerships. In die hoedanigheid kwam ik ook in contact met het OCW en Claude Van Rooten. Toen de functie vacant werd, heb ik geen moment geaarzeld en gesolliciteerd. Dit is mijn biotoop, ik voel me hier thuis."
BOEIENDE UITDAGINGEN VOOR HET OCW
Annick De Swaef (nieuwe directeur-generaal): "Met overtuiging, gedrevenheid en persoonlijke inzet heeft Claude Van Rooten de voorbije achttien jaar het Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW) geleid. De komende jaren zal ik het OCW geestdriftig en resoluut naar de toekomst leiden, zodat het Centrum meer dan ooit mee aan de weg van morgen kan bouwen. Het blijft natuurlijk onze opdracht om met én voor aannemers, wegbeheerders en alle andere actoren in de wegenbouw in te zetten op veilige, duurzame en voor iedereen toegankelijke wegen en openbare ruimten. Innovatie door middel van onderzoek en ontwikkeling, bijstand op het terrein en kennisdeling door middel van publicaties en opleiding blijven de pijlers van onze activiteiten. We moeten echter mee-evolueren en anticiperen op nieuwe technologische ontwikkelingen, maatschappelijke inzichten, eisen en behoeften van wegenactoren en weggebruikers, zodat we een klantgericht en toonaangevend onderzoeks- en kenniscentrum in de spits van de technologie blijven en een echte meerwaarde voor de sector betekenen. We beschikken over een enorme hoeveelheid zeer waardevolle informatie uit onze onderzoeken, ontwikkelingen, proeven enz. Hoe kunnen we die kennis op lange termijn beheren en optimaal inzetten in een snel digitaliserende wereld? Dat wordt de uitdagende oefening die we moeten maken. We zullen sterk inzetten op meer en hedendaagse communicatie zoals sociale media en een vernieuwde website."
MARKANTE ONTWIKKELINGEN EN TENDENSEN IN DE WEGENBOUW

InfraStructure: hoe zullen onze wegen er in 2040 uitzien?
Annick De Swaef: “De digitalisering heeft niet alleen impact op onze organisatie, ook de wegenbouw digitaliseert. Bovendien versnelt die tendens en brengt tal van ontwikkelingen mee zoals drones, robotisering, sensoren, Internet of Things, elektrische wagens, zelfrijdende wagens enz. We moeten echter realistisch zijn: de basisfunctie van een wegennet blijft onveranderd, namelijk personen en goederen van punt A naar punt B brengen. De grootste uitdaging is een stapsgewijze aanpassing aan de evolutie op het vlak van vervoermiddelen en verkeersvolume, mee gestuurd door digitalisering. De weg moet evolueren naar een geïntegreerd systeem, dat steunt op een 'slimme' combinatie van hardware (de weg, bouwmaterialen en -processen) en voertuigsoftware (informatietechnologie met voertuig/infrastructuur- en voertuig/voertuigcommunicatie) en dat rekening houdt met de noden van alle weggebruikers. Zo komt asset management centraal te staan en kan er een ongezien maturiteitsniveau bereikt worden."
Claude Van Rooten: "Ook de rol van stakeholders verandert. Wie zal binnen twintig jaar baas zijn van onze wegen? Google?? Als onderzoekscentrum moeten we nadenken en ons gezond verstand blijven gebruiken. Denk bijvoorbeeld aan het Millauviaduct. Dat is berekend op honderdtwintig jaar stabiliteit. Wie kan echter voorspellen hoeveel en welke voertuigen er binnen honderdtwintig jaar over zullen rijden? Men kan allerlei snufjes zoals sensoren of energieopwekkende systemen inbouwen, maar de hoofdzaak blijft dezelfde, namelijk voertuigen op een kostenefficiënte manier dragen. Het is moeilijker om in te schatten wat de technologie van morgen brengt. We moeten dan ook aan technologiebewaking doen, om op de hoogte te blijven van tendensen en ontwikkelingen, en erop in te spelen. Ook Oosterweel is een goed voorbeeld. Wie nu de plannen tekent, kan onmogelijk weten hoe Oosterweel moet worden uitgerust, zelfs niet binnen vijf jaar."
InfraStructure: u hebt het OCW van 2000 tot nu geleid. Wat zijn voor u de markantste ontwikkelingen in de wegenbouw de voorbije twee decennia?
Claude Van Rooten: “Achttien jaar geleden was er nauwelijks e-mail. Nu is digitalisering alomtegenwoordig. Dat is ontegensprekelijk de belangrijkste evolutie. Een tweede belangrijke evolutie is het milieubewustzijn en duurzame ontwikkeling. Vroeger had men enkel oog voor de economische aspecten. Duurzame ontwikkeling steunt op de drie P's - People, Planet and Profit - en houdt ook rekening met milieutechnische en sociale aspecten. Deze actuele maatschappelijke stromingen zijn ook van toepassing op onze sector en vereisen een grote multidisciplinariteit. De thema's die we behandelen, zijn in de loop der jaren dan ook veel breder geworden. Dat noopt tot meer samenwerking. Neem bijvoorbeeld recycling. De bouwtechnische eigenschappen kunnen we in onze eigen laboratoria perfect analyseren. Milieuhygiënische testen vragen een volledig andere uitrusting, waardoor we ook andere laboratoria moeten aanspreken. Verkeersveiligheid is een ander fundamenteel aandachtspunt in ons werk. Daarnaast doet zich - vooral in het buitenland - ook een evolutie naar concessies voor, waarbij de uitbating van wegen wordt geprivatiseerd. Dat is in België nog niet veel aan de orde."
Annick De Swaef: “Duurzame ontwikkeling (sustainability) wordt een onderdeel van het DNA van wegenbouw. Het is niet langer enkel de pure infrastructuur die telt, maar ook kijken naar nieuwe en duurzame materialen, uitvoeringstechnieken en onderhoudsmethoden."
Claude Van Rooten: "We zijn volop bezig om met allerlei verbeteringen het verbruik te reduceren. Als we morgen echter alle wegen vernieuwen, verminderen we sowieso het totale verbruik met 5%. Binnen een paar jaar is dat terugbetaald. Als we de totale levenscyclus analyseren, zullen we naar alle aspecten moeten kijken om tot een rechtlijnig beleid te komen. De versnippering van de overheid kan zorgen voor een beleid dat te weinig rekening houdt met toekomstige noden. Het blijft verbazen dat de federale minister van Mobiliteit niks te zeggen heeft over de wegen en omgekeerd de gewestelijke wegenadministraties weinig over mobiliteit voor heel het land. Verkeersveiligheid is bv. een probleem dat zelfs internationaal moet worden aangepakt in het licht van ontwikkelingen als zelfrijdende wagens."
InfraStructure: zijn onze wegenbouwers hierop voldoende voorbereid?
Annick De Swaef: “De grote aannemers investeren sterk in digitalisering en innovatie. Partnerschap met wederzijdse informatie- en kennisdeling is essentieel om onze sector te versterken. Voor kmo's is het een hele uitdaging om competitief te blijven in een snel veranderende omgeving. Het is onze taak om ook hen met onze praktijkgerichte expertise daarin bij te staan."
Claude Van Rooten: "Het is tegelijk een uitdaging en een opportuniteit. We moeten inderdaad ten dienste staan van alle aannemers - van klein tot groot -, maar als OCW moeten we ook beseffen dat we voor een heel diverse groep stakeholders werken, van grote groepen die het totaalpakket aanbieden tot kleine aannemers die kleinere en/of plaatselijke wegenwerken uitvoeren. Die diversiteit vinden we ook terug bij de overheden. We werken evengoed voor een grote stad met een eigen wegenbouwafdeling als voor kleine dorpen waar één ingenieur alles doet. Dat vergt een gediversifieerde benadering."
InfraStructure: kunt u de werking van het OCW toelichten?
Claude Van Rooten: “Aannemers betalen een bijdrage van 0,8% op uitgevoerde werken aan het OCW. Onder meer met die inkomsten financieren we collectief onderzoek, technische bijstand en opleidingen. Wij verrichten tegen betaling ook specifiek onderzoek, dat enkel de aanvrager ten goede komt. Elke aannemer - van klein tot groot -- kan van onze diensten genieten. Sommige projecten zijn na een week beëindigd, andere projecten lopen jaren."
Annick De Swaef: “De komende jaren zal het OCW sterk inzetten op de professionalisering van intern projectbeheer. Ik wil grotere onderzoeksprojecten meer en systematisch inbedden in partnerships. Op langere termijn willen wij ons zo positioneren als een betrouwbare en evidente partner voor innovatie in wegenbouw."
Claude Van Rooten: “Uit ons onderzoek kwamen al prachtige zaken voort. Wereldwijd worden door ons ontwikkelde toestellen gebruikt, zoals een meetsonde waarmee in de spoorwegensector de grondevolutie wordt gemeten. Voorts hebben we een toestel ontwikkeld om de veroudering van asfalt te simuleren. Ook spoorvorming hebben we grondig bekeken en onder andere dankzij ons werk is een oplossing aangereikt. Ten slotte lopen op het vlak van de reductie van verkeerslawaai een aantal markante projecten.“
InfraStructure: zijn er nog andere voorbeelden van onderzoek over actuele onderwerpen?
Claude Van Rooten: “Er zijn tal van interessante onderzoeksonderwerpen, maar ik kies er twee uit, uit een verschillend vakgebied. Het eerste is het onderzoek naar waterdoorlatende verhardingen, een oplossing waarmee wateroverlast en een daling van het grondwaterpeil worden tegengegaan. Het tweede is asfaltproductie bij verlaagde temperatuur. Dat heeft een positief effect op het energieverbruik en draagt bij aan de veiligheid van wegenwerkers.“