VEILIG GEDRAG IS INGEWIKKELDER DAN HET LIJKT
Dr. Frank Guldenmund schreef een boek over gedrag en veiligheid
Gedrag en Veiligheid is de titel van de bundel die de Delftse psycholoog, dr. Frank Guldenmund, dit jaar heeft uitgebracht. Een onderwerp dat al aardig uitgemolken lijkt door allerhande trainers en coaches, maar waar de wetenschap beslist nog behartigenswaardige zaken over te melden heeft. Total Industrial Maintenance vroeg het bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde om tekst en uitleg.
DR. FRANK GULDENMUND
Frank Guldenmund is een assistent-professor bij de Safety Science & Security Group van de Technische Universiteit Delft. Hij werkt voornamelijk op het gebied van veiligheid op het werk. Tot zijn research behoort onder andere het modelleren en evalueren van (de kwaliteit van) safetymanagementsystemen. Binnen deze context werd zijn interesse gewekt door het thema veiligheidscultuur.
Guldenmund geeft al enkele jaren training en presentaties over veiligheidscultuur, zowel nationaal als internationaal. Hij werkt o.a. als trainer voor het International Atomic Energy Agency (IAEA) in zijn veiligheidscultuurself-assessmentprogramma.
Hij is auteur van diverse boeken over veiligheid op de werkplek en de veiligheidscultuur.
GEDRAG EN VEILIGHEID
"Voor de goede orde: het boek is samen met diverse andere auteurs (onder meer met Marius Rietdijk en Jop Groeneweg) tot stand gebracht", verduidelijkt Guldenmund. “Ik heb er drie hoofdstukken in geschreven en de redactie op me genomen. Het is in eerste instantie gericht op veiligheidskundigen: de professionals die in bedrijven als aanjager en verantwoordelijke voor het veiligheidsbeleid fungeren. Veel van hen worstelen nogal met gedrag: er is een overstelpend aanbod aan trainingen en protocollen voor gedragsverandering, maar het ontbreekt aan de achtergrond ervan. Vanuit welke (psychologische) ideeën worden zulke trainingen ontwikkeld? Dat maakt nogal wat uit.“
"Het lijkt erop dat veilig gedrag alleen duurzaam kan worden bereikt als er werkelijk iets in de denkwereld van de mensen verandert'
NIET OP EEN PAARD WEDDEN
Guldenmund geeft aan dat er in het boek niet echt een keuze wordt gemaakt, maar dat het de noodzaak benadrukt om gedrag vanuit verschillende invalshoeken te benaderen. Psychologische, sociologische en organisatorische facetten van het gedrag komen dan ook achtereenvolgens aan bod in Gedrag en Veiligheid.
“Het boek zoomt als het ware uit: we beginnen bij het brein en eindigen bij de organisatie. En een van de belangrijkste conclusies is: als je iets aan gedrag wilt veranderen, zul je het probleem vanuit verschillende hoeken moeten aanvliegen.“
VIER BENADERINGEN
In het op een na laatste hoofdstuk komen vier verschillende benaderingen aan de orde. “Je kunt zeggen: ik ga iets aan de vaardigheden doen. Dan werk je als het ware aan de buitenkant van de mens; je leert iemand iets, stuurt hem naar trainingen enzovoort. Je kunt ook iets in de omgeving van die persoon veranderen. Die lokt tenslotte ook allerlei gedrag uit. En dan zijn er twee echt psychologische benaderingen, die ik transactie en transformatie noem. Een transactie vindt plaats tussen degene die het gedrag wil beïnvloeden en de ander die moet veranderen en daarvoor beloond wil worden. Bij transformatie kijk je meer naar de innerlijke drijfveren, naar de waarden en normen die je probeert te veranderen.“
MAINTENANCE EN VEILIGHEID
Frank Guldenmund laat zien dat heel veel verschillende veranderstrategieën in zo'n model kunnen worden ondergebracht. Ook als de specifieke veiligheidsproblematiek van de onderhoudsbranche aan de orde komt. “Daar speelt de wisseling van veiligheidsculturen vaak een belangrijke rol. Ingehuurde onderhoudsteams moeten snel te weten komen hoe de hazen lopen, als ze een bedrijf binnenkomen. Niet alleen wat de regels zijn, maar ook hoe ze geïnterpreteerd worden. Dat kan gemoedelijk, maar ook uiterst strikt zijn. Ze moeten die mindset snel zien op te pikken en hun gedrag eraan aanpassen. Dat is niet alleen voor hun functioneren, maar ook voor hun eigen veiligheid van belang.“
EXTERNEN ZIJN DE KLOS
“Het is tragisch dat het vaak aannemers van buiten zijn die bij bedrijfsongevallen zijn betrokken. Om dat te voorkomen, moet er meer systemisch over veiligheid worden gedacht. Niet zozeer in termen van een individuele werknemer of een groep die bepaalde taken moet volbrengen, maar om in kaart te brengen wat de gevaren zijn die een systeem als geheel kan opleveren. Wat de gevolgen zijn van een ingreep aan de ene kant voor een proces aan de andere kant.“
Volgens Guldenmund is dergelijke kennis vaak wel aanwezig in een bedrijf, maar wordt die niet of gebrekkig overgebracht aan bezoekende (onderhouds)werknemers, met alle gevolgen van dien.

LOTO
Een oplossing voor dit probleem is het LOTO- of LOTOTO-systeem (Lockout/Tagout/Tryout), dat door de Amerikaanse veiligheidsinstantie OHSA bij alle werkzaamheden aan highenergysystemen verplicht wordt gesteld. LOTO is een protocol waaraan een complex systeem van labels, sloten en persoonlijke verantwoordelijkheden is gekoppeld. In Europa is het (nog) niet echt ingeburgerd - en bij de vraag of dat zou moeten, aarzelt Guldenmund. “Bij zulke overdadige fysieke maatregelen krijg je toch het fenomeen dat mensen er zelf in gaan snijden en omwegen gaan verzinnen.“
Of toch maar niet?
“Bovendien,“ zegt Frank Guldenmund, “is zo'n oplossing ook wel gekoppeld aan de 'litigation society' die de VS is. Iedereen kan daar financieel verantwoordelijk worden gesteld voor zijn gedrag. Maar dat heeft allerlei neveneffecten: mensen gaan dingen verbergen, verzwijgen en afschuiven, en je kunt je afvragen of de voordelen dan opwegen tegen de nadelen. Het is ook de vraag wat het rendement van zo'n systeem is. Dat is trouwens een algemeen probleem: het is erg lastig om wetenschappelijk vast te stellen hoe effectief veiligheidsmaatregelen zijn.“
MOEILIJK TE CONTROLEREN
Guldenmund legt uit hoe dat komt: “Het is om te beginnen al bijna onmogelijk om het aantal 'vermeden incidenten' te meten. En van de plaatsgevonden veiligheidsincidenten zijn er altijd wel een aantal die niet worden gemeld. Maar daar komt nog iets bij. We hebben een paar jaar geleden het project 'Versterking Arbeidsveiligheid' van het ministerie van Sociale Zaken geëvalueerd. En een van onze conclusies was dat het echt belangrijk was wie dat project in de deelnemende bedrijven had getrokken. Sommige veiligheidsfunctionarissen waren veel effectiever dan anderen. Het was dus niet alleen de systematiek van de interventie, maar vooral persoonlijke eigenschappen van de trekker van het traject - doorzettingsvermogen, enthousiasme enzovoort - die de doorslag gaven.“

NIET BIJ HARDWARE ALLEEN
Maar uiteindelijk, aldus Guldenmund, is het wel mogelijk om een zekere hiërarchie op te stellen. “Om te beginnen, is hardwarematige beveiliging - hekken, sloten en dus ook LOTO - vaak het meest effectief. Maar je moet ook kijken naar wat die fysieke barrières teweegbrengen: vaak beschouwen werknemers ze alleen maar als belemmeringen, zeker als binnen de bedrijfscultuur productiviteit bovenaan staat en de werknemers onder druk staan. Dan krijg je ongeoorloofd gedrag, zoals het overbruggen van beveiligingen.“
EEN EIGEN VERHAAL
“Veilig gedrag belonen werkt ook, maar dat is zolang het duurt. Als de beloning gestaakt wordt, zal de veiligheid daar vaak weer onder lijden. Het lijkt erop dat veilig gedrag alleen duurzaam kan worden bereikt als er werkelijk iets in de denkwereld van de mensen verandert. Iedereen heeft zo'n beetje zijn eigen verhaal bij alles wat hij doet: voor zichzelf formuleren vrijwel alle mensen redenen, uitvluchten en excuses, rechtvaardigingen dus, voor hun handelingen. Het is dat verhaal waar je als veiligheidskundige op in zou moeten haken.“