AIRCOSERVICE IS NOODZAKELIJK

- Enerzijds moet de hoeveelheid koudemiddel op punt blijven. Door het rijden en het verstrijken van de tijd ontsnapt er wel eens wat koudemiddel uit het systeem, waardoor de koeling niet langer optimaal gebeurt. Bovendien kunnen invloeden van buitenaf (partikels in de lucht) zorgen voor een vervuiling in het systeem.
- Anderzijds moet men het vocht in het systeem verwijderen. Omdat er gas kan ontsnappen, kan er ook vocht binnendringen, zeker omdat een aircosysteem uit zichzelf hygroscopisch (vochtaanzuigend) is. Dat vocht komt uit de luchtvochtigheid en is schadelijk voor het systeem. Dat vocht veroorzaakt corrosie binnen het systeem, vooral op het inspuitventiel, dat koudemiddel in het aircosysteem brengt. Als dat ventiel dus niet goed functioneert, dan kan er al snel schade in het systeem optreden.
Een aircoservice dringt zich dus op, en hoewel er zich geen lampje in het dashboard bevindt die de chauffeur waarschuwt, is een aircoservice echt noodzakelijk: schade aan het aircosysteem is vrij snel ernstig en bijgevolg kunnen de kosten oplopen.
CONTROLES
Bij een aircoservice zijn er diverse zaken die gecontroleerd dienen te worden.
- De hoge druk en de lage druk. Door het aircotoestel aan te sluiten en het voertuig zijn gang te laten gaan, worden beide drukken meteen gemeten en is direct bekend of die waarden correct zijn. De lage druk is in principe overal hetzelfde (zo'n 2 bar) en wordt bepaald door het inspuitventiel
vandaar ook dat dat ventiel maar beter goed functioneert. De hoge druk is variabel en hangt af van o.a. de motortemperatuur en uiteraard ook de omgevingstemperatuur. Door oververhitting (bv. als men op zomerreis is met de caravan in de bergen) kan de druk ook vrij hoog oplopen.
- Wat heel vaak vergeten wordt, is de controle op de ventilatoren. Door de hoge temperaturen moeten die immers ook goed werken. Dat gebeurt door een overdruk te creëren in het systeem om te zien of de ventilator op een hogere snelheid draait. Indien dat niet het geval is, is het risico groot dat de motor en de compressor oververhitten en er zo schade optreedt.
- Er zit een extra beveiliging in het aircosysteem tegen overdruk: de overdrukschakelaar. Die zorgt ervoor dat de compressor uitgeschakeld wordt bij een te hoge (of te lage) druk, om zo schade te voorkomen. Bij het creëren van die overdruk kan de vakman meteen weten of die schakelaar goed werkt en die overdruk dus aanvankelijk tegenhoudt.
- De uitstroomtemperatuur in het voertuig zelf moet vast en zeker gemeten worden. Dat gebeurt door in de inblaasmonden in het interieur een thermometer te plaatsen die de gekoelde temperatuur meet. Is die tussen de 4 en 7 °C, dan werkt het systeem naar behoren. Tevens moet men de luchtsnelheid meten, om zo te weten te komen of het luchtdebiet op een normaal peil ligt. Indien die snelheid te laag is, dan kan de vakman meteen concluderen dat de binnenfilters (de luchtfilter en/of pollenfilter) dringend aan vervanging toe zijn.
- De afvoer van het condenswater is ten slotte ook een snel vergeten aspect van de aircoservice. De controle is nochtans eenvoudig door het afvoerpijpje van de vergaarbak (in het kachelhuis) onderaan bij de auto te controleren. Dat pijpje kan immers verstopt raken, waardoor er een vochtophoping kan ontstaan en, erger, schimmel of bacteriën zich kunnen ontwikkelen. Dit probleem is te merken aan een geurprobleem bij het blazen van de lucht in het interieur.
AUTOMATISCH
De aircotoestellen van vandaag werken zowat allemaal automatisch; de vakman dient het toestel bijgevolg enkel nog aan te sluiten en in te schakelen.
De toestellen zullen drie taken uitvoeren:
- het koudemiddel wordt uit het aircosysteem gehaald, gefilterd en opgeslagen, om daarna opnieuw in het systeem te worden gepompt. De milieunorm stelt daarbij dat de uitstoot van gas zo minimaal mogelijk moet zijn.
- Het toestel creëert een vacuüm in het systeem. Dat gebeurt door een onderdruk te creëren van -1 bar, wat gelijkstaat aan het kookpunt van vocht in een vacuümomgeving. Het aanwezige vocht in het systeem zal verdampen, waardoor het eenvoudig uit het systeem gezogen kan worden.
- Er moet ook olie ververst worden in het systeem. Die olie zorgt voor een goede smering van de compressor, mocht er een olietekort voorkomen. Eventueel wordt er ook nog uv-vloeistof toegevoegd, maar dat is slechts optioneel.
Hoewel een toestel uitgerust kan worden met tal van functionaliteiten die het gebruiksgemak verhogen, dient een aircoservicetoestel in de eerste plaats koeltechnisch uit te blinken. Dat wil onder andere zeggen dat er gestreefd moet worden naar een recuperatie van 100% van het koudemiddel; er mag dus geen enkele uitstoot of verlies van koudemiddel gebeuren. Dat is echter niet enkel interessant op milieutechnisch vlak de wet is nu eenmaal de wet maar tevens op financieel vlak: een koudemiddel is nog steeds vrij duur: de trend wijst op een prijsstijging van R134a, terwijl R1234-yf licht zal zakken al is die prijsdaling relatief, aangezien het nieuwe koudemiddel nog steeds veel duurder is. Vanwege die kost is het belangrijk om een aircoservice goed uit te voeren ook naar de klant toe.
Juiste hoeveelheid
Bij de aircoservice is het belangrijk om met de correcte hoeveelheden te werken, zowel met de hoeveelheid koudemiddel als met die van olie. Vroeger kon er zo'n 900 à 1.400 g koudemiddel in een systeem, maar dat gaat bij de nieuwe modellen niet meer: nu bevat een airconditioningssysteem tussen 300 en 650 g aan koudemiddel. Een afwijking op die hoeveelheid heeft dus grotere gevolgen.