Imposant familiebedrijf bestaat halve eeuw
carrosserie Lasseel: brothers in bodyshop

In het industriepark van Gavere bevindt zich het bijna 4.000 m² grote carrosseriebedrijf Lasseel, gesticht door vader Remi. Vandaag is de leiding er in handen van broers Geert, Dirk en Kurt. “Wij zijn een familiebedrijf in hart en nieren. Dat dragen wij – zelfs na een fikse expansie – ook nog uit naar onze klanten; hier ben je nooit slechts een nummer.” CarFix ging langs op de Legen Heirweg en sprak er met de gebroeders Lasseel over het bedrijf, opleidingen, de coronaperikelen en de toekomst van hen én de sector.
Van eenmanszaak tot 70 voertuigen per week
Aan de bakermat van Carrosserie Lasseel stond Remi Lasseel. In Ouwegem (Kruisem) begon die eind 1969 in zijn eentje een bedrijf voor voertuigherstel en -onderhoud. Zijn eenmansbedrijf werd enkele jaren later versterkt met zijn vrouw Rita. De zaken gingen goed, ook al omdat Lasseel één van de eersten was om de nadruk te leggen op carrosserie terwijl toentertijd de meesten voornamelijk garageactiviteiten deden met koetswerkherstel als extraatje. Er kwamen dan ook al snel een aantal werknemers bij om te kunnen volgen met de groeiende vraag. Die vraag werd vooral gevoed door andere garages die ten rade kwamen bij de gespecialiseerde Lasseel. Het werkvolume was toen voor 70% in opdracht van andere garages, en 30% voor particulieren. Sinds 2010 is die verdeling voor Carroserie Lasseel omgedraaid: 70% particulier werk en 30% voor andere opdrachtgevers.

Vader, moeder én zonen
Begin jaren 90 traden ook de drie zonen van Remi en Rita toe tot de zaak. “Wij brachten al van kleinsaf aan veel tijd door in de werkplek”, herinnert Geert Lasseel zich. “Vanaf het moment dat we erin pasten, trokken we een overall aan en verkenden alle uithoeken van het atelier, de spuitcabine én de voertuigen. Ook onze opleidingen sloten aan bij het familiebedrijf: Dirk en ik studeerden automechaniek, Kurt koos voor elektronica. In 1988 was ik de eerste om in het bedrijf aan de slag te gaan, Dirk en Kurt (6 en 7 jaar jonger) volgden na hun legerdienst.”
Organisch gegroeide taakverdeling
Het organigram van het huidige carrosseriebedrijf – taken netjes verdeeld tussen administratie (Kurt), automechnica (Dirk) en carrosserie (Geert) – kwam op een natuurlijke manier tot stand. “Toen ik startte, was er net een mecanicien vertrokken waardoor ik die vacature opvulde”, weet Geert Lasseel nog. “Daarna ging ik ook mijn vader helpen in de spuitcabine. Daarbij leerde ik spuiten en ging ik ook helpen bij de voorbereidingen. Zo werd de carrosserie mijn terrein. Na hun legerdienst kwamen Dirk en Kurt erbij. Dirk heeft een tijdje het koetswerkrichten gedaan en evolueerde dan vooral richting mechanische werkzaamheden. Kurt was eerst actief in de spuitcabine, maar combineerde dat met de administratieve ondersteuning. Vandaag beheert hij de volledige administratie en bemant hij het bureau.”
Naar het industrieterrein
Carrosserie Lasseel heeft steeds een gestage groei gekend. Met als gevolg dat het oorspronkelijke pand van de eenmanszaak in Ouwegem uiteindelijk op zijn uitbreidingslimieten botste … Waarop er werd beslist om uit te kijken naar een nieuwe locatie, en die werd gevonden op het industriepark van Gavere. “De huidige locatie was een voormalig vleesverwerkingsbedrijf”, vertelt Kurt Lasseel. “Het perceel heeft een oppervlakte van 3.800 m² waarvan wij nu beschikken over 2.300 m² werkplek, een opslagloods van 600 m², burelen, en een appartement op de verdieping.”
“Dat in het gebouw voor 2008 geen carrosseriefirma gevestigd was, had het nadeel – maar ineens ook het voordeel – dat alles nog moest aangepast worden. Wij hebben in de bestaande gebouwen dus onze eigen workflow kunnen ontwerpen en meteen ook de nodige moderne werkplaatsuitrusting kunnen inplannen. Een efficiënte werkorganisatie is ook levensnoodzakelijk met ons team van circa 20 personen. Op die manier slagen wij erin om wekelijks ruim 70 voertuigen over de werkvloer te laten rollen. En er is nog ruimte voor uitbreiding.”
werkplaatsuitrusting
De uitgebreide crew van Carrosserie Lasseel kan bogen op een uitgekiende workflow, maar ook op een breed gamma van actuele uitrusting en gereedschap. “Wij beschikken o.a. over een 15-tal hefbruggen, verdeeld over carrosserie- en onderhoudsatelier”, somt Geert op. “Daarnaast hebben wij een 10-tal voorbereidingszones, drie spuitcabines én twee smartboxen.” Bovenop de atelierinrichting beschikt Lasseel ook over een eigen takeldienst voor het ophalen van wagens die niet meer op eigen kracht de werkplaats kunnen halen. Voor een piekfijne oplevering heeft het familiebedrijf ook een eigen carwashinstallatie tussen de voorbereidings- en nabewerkingszones.

SMART avant la lettre
Opvallend is ook dat de carrosserie met roots in Ouwegem een van de eersten was om SMART (small & medium area repair techniques) toe te passen. Daarom heeft de firma vandaag ook twee smartboxen in bedrijf. “Uitdeuken zonder spuiten op een beperkte oppervlakte – want dit is in grote lijnen wat vandaag SMART is – pasten wij al toe sinds begin jaren 90”, vertelt Geert. “Zo konden wij in die periode al kleine defecten aan het koetswerk van nieuwe wagens herstellen. Dat deden we voor dealers van Honda en Mazda. Dat werk werd vroeger gewoon gedaan in de spuitcabine, maar sinds de komst van de smartbox investeerden wij ook in twee exemplaren, waarin er heel efficiënt en snel kan gewerkt worden.” Qua lakken en dergelijke toebehoren rekent Carrosserie Lasseel als Five Star-carrosserie op Cromax.
Familiaal familiebedrijf
Met vandaag zes ‘Lasseels’ in het koetswerkherstelbedrijf is de term familiebedrijf heel toepasselijk. Maar naast hecht familiebedrijf wil Carrosserie Lasseel ook vooral een familiaal bedrijf zijn.
Klant ≠ nummer
“Wij kenden de laaste jaren een niet geringe expansie”, weet Kurt Lasseel. “Maar dat betekent niet dat de vertrouwde aanpak veranderd is. Wij stellen nog steeds de klant centraal. Het is niet omdat wij nu meer volume draaien dat klanten daardoor enkel een nummer worden. Het gaat erom dat een vertrouwd gezicht de klant kan begroeten, hem/haar correct kan informeren en bij aflevering exact kan uitleggen wat er met het voertuig werd gedaan. Samen met kwaliteitsvol werk is die service een van de belangrijkste zaken om klanten tevreden te stellen. Wij merken dat ook vandaag nog steeds aan nieuwe klanten die komen dankzij mond-tot-mondreclame. Dat is steeds onze belangrijkste vorm van reclame, ook al gebeurt die conversatie tussen mensen vandaag de dag via Facebook”, lacht Kurt.

Stagiairs met toekomst
Het familiale karakter van het bedrijf trekt zich ook door op vlak van personeelszaken. “De gemiddelde anciënniteit binnen onze firma is een 7-tal jaar. Er zijn mensen die hier al 20 jaar werkzaam zijn. Ook zijn er veel werknemers die hier beginnen als stagiair en na hun schooltijd verder hier aan de slag kunnen blijven. Wij verkiezen die aanpak ook. Onze samenwerkingen met de technische scholen in Zottegem, Deinze en Oudenaarde resulteerden al in een aantal vaste medewerkers. Daardoor zijn wij ook een gegeerde stageplek en kunnen wij vandaag zelfs kiezen uit vele goede stage-aanvragen. In 2020 zijn er nu een 5-tal stagiairs opgestart; voor het eerst ook iemand via duaal leren. Volgens mij is dat nog een extra meerwaarde. Wat men in de praktijk – op de werkplek – meemaakt, kan in de theorie nog bijgestuurd worden op school. Zo ontstaat een win-winsituatie.”
”Wij zien nu terug heel veel meer schadegevallen waarbij men nog vraagt om reparatie waar ze normaliter het voertuig ‘perte totale’ verklaren”
geen windeieren door corona
“Het is misschien geen populaire mening, maar corona heeft ons niet per se windeieren gelegd”, begint Kurt Lasseel het interviewgedeelte rond de wereldwijde pandemie en de impact ervan op de economie. “Net zoals tijdens de financiële crisis van 2008 zien wij heel veel meer schadegevallen waarbij men nog vraagt om reparatie waar ze normaliter het voertuig ‘perte totale’ verklaren. Ook ons orderboekje bewijst dat de werkzaamheden toenemen. In periodes waarin traditioneel de activiteiten wat stilvallen zitten er nu nog opdrachten klaar voor weken ver.”
Heeft de carrosseriefirma uit Gavere dan niet geleden onder de lockdown? “Akkoord, wij zijn een aantal weken dicht geweest met onze werknemers thuis, maar gelukkig konden we als familiale bubbel aan de slag blijven. Bij het hervatten van de werkzaamheden met de helft van het personeel in april bleef het werk binnenstromen voor prioritaire voertuigen. Midden april contacteerden we ook onze klanten om dan hun bandenwissel door te voeren, waardoor er ook weer voldoende werkvolume was. Sinds mei zijn we terug op volle kracht, en met de nodige voorzorgsmaatregelen hebben wij goede hoop op de toekomst. Het is alleen vervelend dat het 50-jarig bestaan door de hele toestand wat ondergesneeuwd is. Dat zullen we moeten goedmaken met de eeuwviering, denk ik.”

koffiedik kijken
De drie broers vragen om in een glazen bol te staren in de hoop de toekomst te voorspellen, is nooit gemakkelijk. “Voor ons is het ook koffiedik kijken om te weten welke richting het opgaat. Wij merken wel de snelle veranderingen zoals de vele overnames door grote groeperingen in de sector en de opkomende onlinebusiness, maar een echte pijl valt daar nog niet op te trekken. Velen spreken over de ‘nieuwe mobiliteit’ maar de combinatie van e-mobility, autodelen en openbaar vervoer lijkt ons toch vooral iets voor de stedelijke regio’s. Buiten de grootsteden en hun onmiddellijke omgeving merken wij toch vooral dat het hebben van een eigen vervoermiddel toch nog een groot goed is. De vraag is hoelang de particuliere voertuigen nog een betaalbare oplossing blijven en of dat op termijn geen extreem duur luxeproduct zal worden. De toekomst zal het uitwijzen.”