Beperk gevaar tijdens werken met ‘gevaarlijke’ bouwmaterialen
Wat u moet weten over beschermmaatregelen en grenswaarden

Bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen is het adagium duidelijk: voorkomen is beter dan genezen. Toch is volledige afscherming zelden haalbaar, zeker in renovatieprojecten met onvoorspelbare omstandigheden. Daarom combineert een doordacht veiligheidsbeleid collectieve maatregelen met persoonlijke bescherming. In dit vervolgartikel geeft Lode Godderis, hoogleraar arbeidsgeneeskunde aan de KU Leuven en CEO bij IDEWE, tekst en uitleg bij recente grenswaarde-aanpassingen, de Europese wetgeving en wijst op het belang van risicobeheersing op maat van elke situatie.
Preventie gebeurt op maat
Collectieve beschermingsmaatregelen
Op welke manier kunnen werknemers zich het best beschermen tegen gevaarlijke stoffen?
"Bij renovaties moet er gewerkt worden op maat van de situatie of omstandigheden, wat betekent dat u vaak werkt in een bestaande structuur met oncontroleerbare omstandigheden. Volledige vrijheid van blootstelling is dan zelden haalbaar. Toch zijn er verschillende manieren waarop u de inademing van of blootstelling aan stoffen kunt inperken."
"Een voorbeeld daarvan is het bevochtigen van zones, zoals bij asbestverwijdering. Door oppervlakken vochtig te maken, dalen de stofdeeltjes naar beneden en worden ze minder snel ingeademd. Een andere maatregel die vaak wordt toegepast bij asbestverwijdering, is het creëren van onderdruk in de ruimte. Zo wordt vermeden dat vezels zich verspreiden in de lucht."
"Dergelijke methodes vallen onder de collectieve preventiemaatregelen. Deze zorgen ervoor dat de werknemer zelf minder of geen blootstelling ondervindt."

Raadpleeg de bijsluiter
Bestaan er ook persoonlijke beschermingsmiddelen?
"Inderdaad. Collectieve maatregelen worden vaak gecombineerd met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM's), zoals het dragen van een masker en handschoenen."
"Wat daarbij essentieel is, zeker bij chemische stoffen, is het besef dat niet elk masker of elke handschoen geschikt is voor elk product. Er bestaan verschillende types PBM’s, afhankelijk van de aard van de stof. Een masker dat beschermt tegen formaldehyde is bijvoorbeeld niet noodzakelijk geschikt voor tolueen (het belangrijkste bestanddeel van thinner). Hetzelfde geldt voor handschoenen."
"De belangrijkste tip hierbij is: raadpleeg altijd de Safety Data Sheet (SDS) van het product waarmee u werkt. Die fungeert als een soort bijsluiter en vermeldt welk type masker en handschoen vereist is."
Grenswaarden
Cruciaal voor risicoanalyses
Is de grenswaarde voor alle stoffen gelijk?
"Neen, elke stof heeft een ander effect. Voor veel chemische stoffen is er een veilige grenswaarde vastgelegd: een drempel waaronder blootstelling normaal geen schade veroorzaakt. Deze waarden zijn cruciaal voor risicoanalyses, maar gelden niet voor alle stoffen. Sensitiserende stoffen, zoals epoxyharsen of nikkel, vormen een uitzondering. Ze kunnen al bij lage blootstelling een allergie veroorzaken en blijven klachten geven, zelfs onder de grenswaarde."

Hoe vast zijn grenswaarden echt?
Is er een kans dat de grenswaarde voor bepaalde stoffen verlaagd wordt?
"Ja. Wanneer blijkt dat blootstelling onder de bestaande grenswaarde toch gezondheidsproblemen veroorzaakt, wordt de waarde verlaagd. Zo werd recent de grenswaarde voor lood op Europees niveau aangepast."
"Ook voor asbest wordt de grenswaarde tegen 2029 verlaagd van 100.000 naar 2.000 vezels/m³. In België gebeurt dat stapsgewijs, met een eerste verlaging naar 10.000 vezels/m³ in december 2025."
Grenswaarde lood
De Europese Unie heeft de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan lood verlaagd om de gezondheid van werknemers beter te beschermen. De nieuwe grenswaarde voor lood is verlaagd van 0,15 mg/m³ naar 0,03 mg/m³. Daarnaast is de biologische grenswaarde voor lood in het bloed verlaagd van 70 µg/100 ml naar 15 µg/100 ml, met een overgangsperiode tot 2029 waarin een waarde van 30 µg/100 ml geldt.

Richtlijnen in Europa
Is er een verschil in richtlijnen tussen landen?
"Er bestaan verschillende instanties die zich bezighouden met het uitwerken van grenswaarden. Op Europees niveau is er de REACH-wetgeving, die wordt opgezet door het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). REACH staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen. Het moet onze kennis over de inherente risico’s van chemische stoffen aanscherpen zodat we ze in alle veiligheid kunnen gebruiken. Dat betekent dat als stoffen gebruikt worden, die eerst goedgekeurd moet worden door REACH."
"Belangrijk om weten is dat er momenteel wel meer stoffen op de werkplek aanwezig zijn en gebruikt worden, dan dat er stoffen in (her)evaluatie zitten. ECHA heeft de opdracht gekregen om samen met de verschillende instanties de grenswaarden in de toekomst te begeleiden en harmonisatievoorstellen te doen, wat momenteel nog niet het geval is. Die verantwoordelijkheid ligt momenteel bij de landen zelf. De kans is dus reëel dat de grenswaarde van een bepaalde stof in België anders is dan die in Frankrijk, Polen of Noorwegen."

Gevolgen voor werkgever
In België is het systeem rond beroepsziektes zo opgezet dat er in principe geen directe gevolgen zijn voor de werkgever. De afhandeling van dergelijke gevallen gebeurt hoofdzakelijk via de bevoegde instanties, zonder dat de werkgever automatisch sancties opgelegd krijgt. Toch kunnen er bij ernstige of flagrante inbreuken sancties zijn. "In het geval van een inbreuk, wordt een onderzoek opgezet tussen Fedris (het Federaal agentschap voor beroepsrisico's) en de FOD WASO (Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg). Hierbij zal de arbeidsinspectie een controle uitvoeren. Indien hierbij inbreuken worden vastgesteld, kan dit leiden tot boetes tussen de €80 en €28.000 of andere sancties voor de werkgever", klinkt het bij Joeri Luts.