Hoe beperk je het verbruik van een warmtepomp?
Met een warmtepomp verwarm je op een ecologische manier, maar deels ook elektrisch. Gezien het capaciteitstarief dat van kracht is en de stijgende nettarieven voor elektriciteit, is het – in Vlaanderen althans – belangrijk om je verbruik zo goed mogelijk in de gaten te houden en te beperken. Hoewel het verbruik over het algemeen lager ligt dan dat van een condensatieketel, gaat het hier nog steeds over woningverwarming, een van de grootste kostenposten op de energiefactuur. Daarom geven we enkele tips om het verbruik binnen de perken te houden.
Hoe wordt het verbruik beïnvloed?
Een warmtepomp heeft sowieso een laag energieverbruik, gezien er over het algemeen enkel voor de compressor elektriciteit nodig is. De overige energie wordt uit de omgeving gehaald. Hoe groot de elektriciteitsvraag van de warmtepompinstallatie precies is, hangt af van verschillende factoren, zowel intern als extern. We focussen ons hier hoofdzakelijk op de lucht-waterwarmtepomp en de bodem-waterwarmtepomp, oftewel de geothermische warmtepomp.
In de installatie zelf
De compressor en het temperatuurverschil
De compressor is de grootste verbruiker in een warmtepomp. Deze perst de dampen van de koelvloeistof samen, waardoor de druk stijgt en de temperatuur stijgt. Hoe groter het temperatuurverschil is tussen de bron en de afgiftetemperatuur, hoe harder de compressor moet werken en hoe meer elektriciteit de warmtepomp verbruikt.
Een warmtepomp met een stabiele brontemperatuur, zoals een geothermische warmtepomp, heeft een beter rendement. Voor warmtepompen met een variabele brontemperatuur, zoals lucht-waterwarmtepompen, is het rendement uiteraard afhankelijk van de buitentemperatuur.
De circulatiepomp
Daarnaast heeft ook de circulatiepomp een impact op het totale energieverbruik. Ingebouwde circulatiepompen moeten, conform EU-richtlijnen, een bepaald rendement halen.
De elektrische weerstand
Veel warmtepompen hebben een extra back-up, namelijk de elektrische weerstand. Die zorgt ervoor dat de warmtepomp toch voldoende warmte kan voorzien op momenten dat het kwik buiten onder de ontwerptemperatuur (bijvoorbeeld -5 °C) duikt. Deze wordt ook ingezet om de temperatuur van het sanitair warm water te verhogen tot 58 à 60 °C. Het is duidelijk dat de elektrische weerstand een aanzienlijke invloed kan hebben op de algehele efficiëntie.
Daarom is het belangrijk om de warmtepomp zorgvuldig te laten dimensioneren en programmeren, om zo min mogelijk gebruik te moeten maken van de weerstand.
Afstand tussen binnen- en buitenunit
De efficiëntie van een lucht-waterwarmtepomp wordt ook beïnvloed door de afstand tussen de binnen- en buitenunit. Hoe dichter ze bij elkaar staan, hoe minder leidingafstand en hoe minder warmte er verloren gaat. Tot zo’n 5 m leidinglengte is dat warmteverlies verwaarloosbaar. Daarna stijgt het wel snel. Een aanbevolen maximumafstand tussen beide units is 30 m, rekening houdend met een rendementsverlies van ongeveer 10%.
De COP-waarde
Het rendement van een warmtepomp wordt uitgedrukt met de COP, de Coefficient Of Performance. Dit wordt berekend door de energie die de warmtepomp onttrekt uit lucht, bodem of grondwater te delen door de elektriciteit die deze gebruikt om te functioneren. Hoe kleiner het temperatuurverschil tussen de bron en de gewenste cv-temperatuur, hoe hoger het COP, en dus ook het rendement.
Een goede warmtepomp heeft over het hele jaar gezien een gemiddelde COP van 4. Dit betekent dat de warmtepomp voor elke verbruikte kW energie gemiddeld 4 kW nuttige warmte oplevert. Bij een warmtepomp geven fabrikanten vaak verschillende COP's op, afhankelijk van de gewenste cv-temperatuur.
Het seizoensrendement
De COP is een momentopname en houdt geen rekening met fluctuerende buitentemperaturen. Daarom wordt doorgaans de SCOP - de Seasonal Coefficient of Performance of het seizoensrendement - gebruikt als betere maatstaf voor het rendement van een warmtepomp. De SCOP berekent het rendement van de warmtepomp op jaarbasis, door rekening te houden met de variërende buitentemperaturen gedurende de verschillende seizoenen. De SCOP houdt rekening met zowel elektrische als thermische verliezen, wat het een betere maatstaf maakt voor het beoordelen van het rendement van een warmtepomp.
Externe factoren
De isolatiegraad
Een warmtepomp heeft enkel nut in een woning waar er zo weinig mogelijk warmteverliezen zijn. Logisch dus dat er in goed geïsoleerde woningen (dak, vloer, muur, hoogrendementsglas) een beter rendement wordt behaald en het verbruik dus lager zal liggen.
Het gebruik
Een voor de hand liggende, maar toch vaak onderschatte factor in de energie-efficiëntie van een warmtepomp is hoe je die gebruikt. Het systeem mag nog zo efficiënt zijn als maar kan, als je jouw thermostaat instelt op 25 °C in plaats van 20 °C, of bij wijze van spreken vijf douches per dag neemt, dan zal het energieverbruik logischerwijs hoger liggen.
Hoe kan je het verbruik beperken?
Sinds de invoering van het capaciteitstarief in het begin van 2023 worden in Vlaanderen de netkosten grotendeels berekend op basis van het piekverbruik, en niet meer op basis van de afgenomen kWh. De nettarieven voor elektriciteit zullen ook in 2025 stijgen. Het is dus nuttig om eens stil te staan bij hoe je je piekverbruik zoveel mogelijk kan afvlakken. Hoe je je warmtepomp gebruikt, maakt daar hoe dan ook deel van uit.
Afgiftesysteem afstemmen op warmtepomp
Wanneer er over warmtepompen wordt gesproken, spreken we in de meeste gevallen over lagetemperatuurwarmtepompen, die cv-water opwarmen tot 50 °C. Deze werken het best in combinatie met een afgiftesysteem dat eveneens werkt op lage temperatuur.
Vloerverwarming is hier een van de meest populaire opties. Bij vloerverwarming wordt het cv-water immers ook op lage temperatuur (tot 40 °C) verdeeld, in tegenstelling tot klassieke radiatoren, waar het water op 80 °C doorstroomt.
Ventiloconvectoren zijn echter een goed alternatief: doordat de ventilator aanslaat en die de lucht door de convector forceert, kan een ruimte ook met een lagere watertemperatuur worden opgewarmd. Je kunt bij dit systeem gewoon gebruikmaken van het bestaande leidingsysteem voor radiatoren. Verder zijn lagetemperatuurradiatoren of overgedimensioneerde radiatoren, waar het water toestroomt aan een temperatuur van 35 tot 55 °C, eveneens een goede optie.
Slimme sturing voor je warmtepomp
Een warmtepomp kan ook slim worden aangestuurd, hetzij via de warmtepomp zelf of binnen een smarthomesysteem. Dit betekent dat een warmtepomp automatisch op de juiste momenten kan worden in- en uitgeschakeld, dat je de werking kunt afstemmen op momenten met goedkope energieprijzen (in het kader van dynamische energietarieven) of dat je bijvoorbeeld bij een overschot aan zelf opgewekte zonne-energie je sanitair water kunt laten verwarmen.
Combineren met zonnepanelen
Eigen pv-stroom verbruiken via fotovoltaïsche zonnepanelen om de warmtepomp aan te drijven, zal sowieso voordeel opleveren. Moderne, slimme warmtepompen zijn overigens in staat om te communiceren met zonnepanelen, waardoor de warmtepomp een signaal ontvangt wanneer de zonnepanelen energie produceren. Op die manier kan de warmtepomp direct gebruik maken van de zonnepanelen.
Je gebruikt de opgewekte pv-stroom, die anders naar het net zou stromen, om je woning overdag extra te verwarmen of juist af te koelen. Zo kan je ’s avonds genieten van een aangename temperatuur zonder extra netstroom.
Warmtepomp met buffervat
Een andere optie om extra te besparen is om – indien praktisch en budgettair mogelijk – een warmtepomp met een buffervat te laten installeren, zodat een deel van de energie kan worden opgeslagen voor later gebruik. Bij het gebruik van een boiler voor sanitair warm water is het overigens beter om een sanitair opslagvat met een groter volume op een lagere temperatuur (300 of 400 liter) te voorzien.
Constante temperatuur
Het helpt naar verbruik toe ook om temperatuurverschillen tot een minimum te beperken. Ga niet te veel handmatig aanpassen aan de instellingen van je thermostaat. Warmtepompen verbruiken minder energie bij een constante temperatuur. Bij vloerverwarming wordt sowieso aangeraden om het verschil tussen dag- en nachttemperatuur te beperken tot ongeveer 2 °C. Wanneer het vriest, wordt doorgaans aangeraden om de temperatuur constant te houden.
Weerstand manueel bedienen
We haalden al eerder aan dat een warmtepomp meestal is uitgerust met een elektrische weerstand die automatisch bijspringt als back-up, wanneer de omgeving niet genoeg in warmte kan voorzien. Je kan dit instellen zodanig dat die inschakeling niet automatisch gebeurt, maar dat je die handmatig kan activeren wanneer je dat zelf nodig acht. Zo behoud je maximale controle.
Regelmatig onderhoud
Hoewel een technisch onderhoud van een warmtepomp vooralsnog niet verplicht is, is het wel aangeraden. Want net zoals dat voor elke installatie geldt, zorgt een degelijk onderhoud van de warmtepomp voor een efficiëntere werking en een langere levensduur. Dit onderhoud kan jaarlijks of halfjaarlijks plaatsvinden. Er zijn fabrikanten die hiervoor onderhoudscontracten afsluiten.