Hoe kiest u de perfecte dieplader?

Waarop letten bij de aankoop van een (semi-)dieplader

Een bouwmachine veilig op de werf krijgen, vraagt aangepast materieel. Als de afstand te groot is, dan zit er niets anders op dan uw kraan, hoogtewerker of graafmachine op een (semi-)dieplader te laden en deze te vervoeren naar de bouwplaats. Maar welke soort (semi-)dieplader is nu de perfecte voor uw activiteiten? Uw vakblad schijnt het licht op 3-assige diepladers en semi-diepladers.

Waarvoor dient een dieplader?

Een dieplader wordt door aannemers gebruikt om materieel te vervoeren dat niet uit elkaar gehaald kan worden of niet geschikt is om mee op de openbare weg te rijden. Denk maar aan graafmachines, hoogtewerkers, mobiele kranen, etc. Diepladers zijn een stuk lager dan andere opleggers, omdat het vaak om hoge ladingen gaat.

Om de maximale hoogte van 4 meter niet te overschrijden - een regel die in de volledige Europese Unie geldt - moet de lading met andere woorden zo laag mogelijk gebracht worden. 

Dieplader versus semi-dieplader

Er zijn verschillen tussen soorten diepladers. Langs de ene kant zijn er de semi-diepladers, die een platform hebben dat om en bij 90 centimeter boven de grond ligt. Anderzijds zijn er ook de effectieve diepladers. Het platform tussen de assen en de trekker zit bij deze zo dicht mogelijk bij de grond, zo'n 35 centimeter. Daarover later meer.

Keuzebepalende factoren

Aantal assen

De eerste vraag die u zich moet stellen bij het aankopen van een (semi-)dieplader, is het aantal assen die de oplegger moet hebben. Voor een doorsnee aannemer volstaat een 3-asser. Uiteraard kunt u opschalen, indien nodig en het aantal assen uitbreiden. De regel is: hoe meer assen de dieplader heeft, hoe hoger het laadvolume. Belangrijk hierbij om weten is dat bepaalde types assen meer gewicht kunnen dragen dan andere.

Als er meerdere of zwaardere machines vervoerd moeten worden, is het belangrijk om te kijken naar het laadvermogen van de (semi-)dieplader.

Maar hoe weet u wat het maximale laadvermogen is van een dieplader? Daarvoor moet u kijken naar het laadvermogen van twee onderdelen van de dieplader: de trekkerlast, ofwel hoeveel last de king-pin kan dragen en de aslast, het gewicht dat de assen aankunnen. Het gewicht van de dieplader zelf moet u er ook nog bijrekenen. 

Vindt u geen 3-assige diepladers die uw machines kunnen dragen, of wilt u meer speling? Dan is het wellicht interessant om te kijken richting een 4-asser. Die zal meer wegen dan een 3-asser, maar dat wil niet meteen zeggen dat u een vergunning voor 'Uitzonderlijk vervoer' moet aanvragen. 

Daarenboven bestaan er lichte 3-assige opleggers (8.000 - 8500 kg), waarmee ook machines van het middelzware gamma wettelijk vervoerd kunnen worden. 

Voorbeeld: de trekkerlast bedraagt 18 ton, de aslast heeft een capaciteit van 30 ton. Samen 48 ton. De dieplader zelf weegt 8,5 ton, dus het maximale laadvermogen bedraagt in het totaal 39,5 ton.

Opgelet, de trekker waaraan de (semi-)dieplader gekoppeld zal worden, speelt ook mee. Als u een trekker heeft met een lange wielbasis om bijvoorbeeld grotere dieseltanks mee te kunnen vervoeren, kunt u geen standaard lengte trailer achter de vrachtwagen hangen zonder de maximale lengte van 16,50 meter te overschrijden.

Ook de capaciteit van de trekker kan een invloed hebben op de maximale last van de (semi-)dieplader. Een voorbeeld: als een (semi-)dieplader een trekkerlast heeft van 18 ton, maar achter een 4x2-trekker komt te hangen, dan beperkt de maximale aslast van de trekker het geheel tot 12 ton. Bij een 6x2-trekker is dit 16 ton, bij een 6x4-trekker 23 ton.

Hydraulische sturing versus naloopgestuurde as

Bij een dieplader kunt u ervoor kiezen of de sturing al dan niet hydraulisch gebeurt. Bij een hydraulische sturing draaien de wielen van de dieplader mee met die van de vrachtwagen.

Dit maakt de dieplader wendbaarder, wat handig is bij smallere doorgangen, scherpe bochten of tijdens het achteruitrijden. Tegenover dit voordeel staat echter wel een grote meerprijs die gemiddeld tussen de 10.000 en 12.000 euro per as ligt.

De andere optie is een naloopgestuurde semi-dieplader. Bij dit type semi-dieplader staan de wielen 'los' van de assen en draaien ze vanzelf mee met de bocht.

Tijdens het achteruitrijden worden de wielen weliswaar geblokkeerd, anders zoeken ze de weg van de minste weerstand en zijn ze geneigd om de verkeerde kant op te sturen. 

Let op: deze keuze kan enkel gemaakt worden bij semi-diepladers. Diepladers zijn altijd hydraulisch gestuurd.

  

  

Aan naloopgestuurde opleggers zijn wettelijke beperkingen opgelegd. Zo moeten minstens de helft van de assen vast zijn. Om die reden heeft een 3-assige semi-dieplader maximaal één naloopgestuurde as. De afstand tussen de king-pin en het midden van de vaste assen mag maximaal 8,15 meter bedragen.
Bij een semi-dieplader staan de assen halverwege het platform en vormt dit geen probleem. Bij diepladers bevinden de assen zich helemaal achteraan, en voldoet u zo niet meer aan de wettelijk maximale wielbasis. Daarom zijn diepladers altijd hydraulisch gestuurd.

Wanneer kiest u best voor een hydraulische sturing? Als u het materiaal naar werven moet brengen waar veel bewegingsruimte is, zoals industriezones of wegenwerken, is een hydraulische sturing geen noodzaak en is een naloopgestuurde (semi-)dieplader voldoende toereikend. Als u vooral actief bent op werven in kleine verkavelingen of locaties waar de straten korter en smaller zijn, dan is een hydraulische sturing aangewezen.

Zorgt een zware lading dat de assen minder makkelijk meebewegen, dan biedt een hydraulische sturing een oplossing. In dergelijke gevallen kan een hydraulische sturing zorgen voor een langere levensduur van uw semi-dieplader. Wees u er wel van bewust dat deze keuze een impact heeft op de aanschafprijs en de onderhoudskosten gedurende de hele levensduur van de semi-dieplader. 

Uitschuifbaar of niet?

Heeft u soms ladingen die langer zijn dan de lengte van een gewone semi-dieplader? Dan bestaan er ook de uitschuifbare semi-diepladers. Deze kunnen met enkele meters verlengd worden, tot wel zeven meter, zodat ook grotere ladingen veilig getransporteerd kunnen worden. Het verschil met niet-uitschuifbare diepladers is verder miniem: een relatief klein prijsverschil en een iets hoger gewicht. Bij uitschuifbare semi-diepladers kunt u ook kiezen voor een hydraulische sturing of een naloopgestuurde as.

Rampen

Het laden van de machines op de dieplader gebeurt normaliter met hellingen aan de achterkant van de oplegger. Daarbij zijn er verschillende opties. U kunt kiezen voor losse, manuele of hydraulische rampen. Bij laatstgenoemde heeft u nog de keuze tussen open en gesloten rampen. De losse rampen zijn niet aanbevolen als u regelmatig moet laden en lossen. U verliest meer tijd en het laden en lossen is een pak arbeidsintensiever. Hydraulische rampen zijn makkelijk te bedienen met behulp van knoppen of hendels.

Daarnaast kan er gekozen worden voor open of gesloten rampen. Als er bijvoorbeeld een graafmachine geladen moet worden, is het beter om voor open rampen te kiezen. Zeker in het geval van graafmachines is het de betere keuze. Open rampen laten namelijk toe om de arm van een graafmachine tussen de rampen te laten rusten.

Let ook op de lengte van de rampen. Hoe langer, hoe kleiner de oprijhoek. En dat is een belangrijke factor voor bepaalde machines. Een elektrische schaarlift kan bijvoorbeeld niet tegen een ramp van 3 meter omhoog, omdat de bodem te laag is om over de knik tussen de rampen en de laadvloer te raken. Rampen worden daardoor meestal verkocht in lengtes van 3, 4 of 5 meter.

Optioneel kunnen de rampen met een hydraulisch schuifsysteem uitgerust worden, waardoor de afstand tussen de rampen voor het laden breder of juist smaller kan gemaakt worden. Hierdoor zijn de open rampen enerzijds geschikt om de arm van een graafmachine tussen te laten uitsteken, maar kunt u eveneens in de smalle stand kleinere machines over de rampen laten rijden.

Bij rampen heeft u de keuze tussen verschillende materialen. Een metalen rooster biedt meer grip bij nat weer, maar kan schade aan rupsbanden veroorzaken. Hard hout zorgt dan weer voor betere grip bij rupsbanden, maar kan te glad zijn voor gewone banden. Een metalen rooster bij gesloten rampen laat meer lucht door dan hard hout. Dat betekent op zijn beurt minder weerstand, waardoor er een lager dieselverbruik gerealiseerd kan worden. 

Ook voor de vloer van de dieplader zelf kan er gekozen worden tussen een metalen rooster of hard hout.

Zwanenhals

Omdat een dieplader zo laag mogelijk gebouwd wordt om niet-deelbare machines op te kunnen laden, heeft de voorkant een zogenaamde 'zwanenhals' om de oplegger aan de trekker te kunnen koppelen. Let hier zeker op de koppelhoogte. 

De hoogte van de trekker bepaalt namelijk hoe hoog de zwanenhals moet zijn. Bij een te lage koppelhoogte gaat de voorkant van de dieplader naar beneden hellen en gaat deze 'hangen' op het trekkende voertuig, waardoor een onnatuurlijke koppeling ontstaat met alle gevolgen van dien. 

Het platform op de zwanenhals hoeft trouwens geen verloren ruimte te zijn. Er bestaan hydraulische hefbedden die de vloer van de dieplader in een helling zetten, waardoor machines tot op de zwanenhals geladen kunnen worden. Dat is handig als er bijvoorbeeld meerdere machines geladen moeten worden. Naast het hydraulische hefbed bestaan er ook losse rampen die aan de hals gehaakt kunnen worden.

Diepladers

Zoals eerder vermeld, is er een verschil tussen semi-diepladers en diepladers. Diepladers zitten dichter bij de grond, zodat heel hoge machines ook verplaatst kunnen worden. De manier waarom machines geladen worden, verloopt anders dan bij semi-diepladers. Bij verschillende merken en modellen kan de zwanenhals van de dieplader gehaald worden, en kan de machine langs de voorkant geladen worden. Als dat niet het geval is, wordt de machine door middel van een kraan op de dieplader gehesen.

De dieplader kan aan de achterzijde voorzien worden van losse of hydraulische rampen, waarmee de lading via de achterkant geladen kan worden.

In tegenstelling tot semi-diepladers, die een rijhoogte hebben van ongeveer 90 centimeter, hebben diepladers 'slechts' een rijhoogte van 35 centimeter. Dat kan dus voor moeilijkheden zorgen op sommige wegen. In dat geval kan er gebruik gemaakt worden van lucht- of hydraulische veringen om over mogelijke obstakels, zoals verkeersdrempels, te kunnen rijden.

Andere opties en details

Naast de verschillende keuzes die al zijn aangeboden, zijn er nog tal van extra's die bij de aankoop van een (semi-)dieplader gekozen kunnen worden.

Verbreding platform

U kunt kiezen voor een systeem dat het platform kan verbreden tot wel 30 centimeter aan weerszijden van de dieplader. Dit kan van pas komen in het geval u machines heeft die breder zijn dan de standaardbreedte van (semi-)diepladers, namelijk 2,55 meter.

Sommige producenten bieden ook een hydraulisch verbreedbaar laadvlak, waardoor de chauffeur niet zelf balken hoeft te plaatsen aan de zijkanten van de (semi-)dieplader.

Afgeschuinde zwanenhals

Wilt u nóg makkelijker door bochten rijden? Misschien is een (semi-)dieplader met een afgeschuinde zwanenhals iets voor u. De hoeken van de zwanenhals worden hierbij aangepast zodat de trekker meer bewegingsruimte heeft zonder het risico om schade op te lopen.

Wielkuil

Blijkt de machine die u op de semi-dieplader wilt plaatsen te hoog, dan kan een wielkuil uitkomst bieden. Een wielkuil is een uitsparing links en rechts in de laadvloer of een verlaging van de laadvloer waar de wielen van een machine in kunnen zakken. De kuilen worden zo gemaakt dat er een hoek ontstaat die het eenvoudig maakt om in en uit de wielkuil te rijden. U kunt ook zelf een (extra) wielkuil creëren met een uitschuifbare dieplader. Naast het verlagen van de lading is een wielkuil ook een goede vorm van ladingzekering. Al moet u de wielen hoe dan ook nog zekeren met spanbanden of kettingen.

Gieksleuf

Als een graafmachine met de arm te hoog wordt, kan er in het laadvlak van een semi-dieplader nog een extra uitsparing of gieksleuf in het midden van het laadvlak tussen de wielen gemaakt worden. Daar kan de arm van de graafmachine in zakken. Ook de combinatie van wielkuilen en een gieksleuf is mogelijk. Hou er rekening mee dat deze extra's de semi-dieplader wel zwaarder en duurder maken.

Zekeren van lading

Daarnaast bestaan er ook verschillende opties om uw lading beter te zekeren. Denk maar aan twistlocks voor containers, palen om de lading vast te zetten, of ringen voor spanbanden en kettingen met verschillende tonnagecapaciteiten. Die kunnen gemakkelijk variëren tussen de 6 en 15 ton. De verschillende voorzieningen op een (semi-)dieplader moeten weliswaar voorzien zijn van certificaten door de fabrikant. Net als de zwanenhals, die een certificaat en bijgevoerde krachtsberekening nodig heeft.

Op het onjuist vastmaken van uw lading staan overigens hoge boetes. U leest er alles over in het artikel: vermijd monsterboetes door correcte ladingzekering.

Hou rekening met maximale afmetingen en massa's, zodat u niet onder de categorie 'Uitzonderlijk vervoer' valt. U heeft een vergunning nodig van zodra minstens één van deze parameters overschreden wordt:
     • Lengte trekker + oplegger: 16,50 m
     • Breedte: 2,55 m
     • Hoogte: 4,00 m
     • Massa: 44 ton
     • Oversteek achteraan: 3,00 m bij een niet-deelbare lading, anders 1,00 m

Met dank aan Broshuis BV, Mol Cy, Nooteboom Trailers B.V. en TheTruckCompany