Oplossingen voor luchtdicht bouwen
Cruciaal voor een gezonde en energiezuinige woning is een gebouwschil met een ononderbroken, volledige isolatielaag die aan de binnenzijde ononderbroken luchtdicht is. Er zijn heel wat oplossingen om alle bouwkundige aansluitingen en doorvoeringen luchtdicht te maken.
Binnenbepleisteringen
Bepleistering kan de luchtdichtheid van binnenmetselwanden sterk ten goede komen. Dat lukt met de meeste bepleisteringen, alleen mogelijk niet als ze dunner dan 8 mm aan te brengen zijn. Die zijn immers gevoeliger voor temperatuur- en vochtschommelingen, waardoor zich eventueel microscheurtjes en barsten vormen.
Ook belangrijk om te weten is dat pleister luchtdicht, maar slechts heel licht dampremmend is. Bovendien is pleisterwerk niet elastisch. Indien er geen flexibel materiaal wordt gebruikt voor de aansluiting met de aangrenzende bouwelementen, zal deze na verloop van tijd niet meer luchtdicht zijn. Hetzelfde geldt trouwens voor de aansluiting van de isolatie met deze elementen (bv. buitenschrijnwerk).
Wordt er gekozen voor zichtbaar metselwerk, dan kunt u voor de luchtdichtheid een cementering, (zelfklevende) folie of vloeibaar membraan aanbrengen langs de spouwzijde. Hiervoor is een luchtdichte coating met waterafstotende eigenschappen op de markt, aan te brengen aan de buitenkant van het binnenspouwblad. Daarmee werden ook al passiefwoningen gerealiseerd.
U mag de binnenbepleistering niet over de waterkering aanbrengen. Zonder bijkomende maatregelen ontstaat daardoor onderaan de muur een luchtlek ter grootte van de omtrek van de kamer. Ook de vloer-muuraansluiting moet u dus extra luchtdicht afwerken met folie, kleefband of vloeibaar membraan.
Soepele folies
In lichte constructies zoals daken gebruikt u normaal gezien soepele folies om de luchtdichtheid te verzekeren. Zo’n membraan vervult meestal ook meteen de rol van een dampscherm. Dat membraan moet u luchtdicht aansluiten op de aangrenzende bouwdelen, zoals het pleister- en schrijnwerk.
Platen op basis van hout
Houtskeletwanden maakt u luchtdicht met platen die tegelijk de structuur verstijven. Tegenwoordig worden hiervoor vooral OSB-, spaan- of vezelcementplaten ingezet. Het is erg belangrijk dat alle naden en aansluitingen luchtdicht worden afgewerkt.
AANSLUITEN VAN LUCHTSCHERMEN
DROOG-DROOG
Bij een droog-droogsluiting waarborgt u de continuïteit van de luchtdichtheid tussen bouwelementen door middel van een soepel membraan, een houten beplating en een droge binnenbepleistering. Om de overlappingen van een luchtscherm te verkleven, wordt heel vaak luchtdichtingstape gebruikt. Door de verkleving op de folie behoudt u visueel een goede controle. Daarnaast kunt u luchtdichte lijm gebruiken. Bij een houten ondergrond worden de stroken vaak geniet, maar dan brengt u daar het best ook een kleefband over aan, om de luchtdichtheid op peil te houden. Bij een onderbroken ondergrond brengt u waarschijnlijk langs de achterzijde van het scherm soepel isolatiemateriaal aan. Bovendien brengt u het luchtscherm zonder plooien aan. Wanneer de ondergrond niet egaal is (bv. bij metselwerk), wordt de aansluiting van het scherm met de muur het best met een luchtdichte lijm uitgevoerd.
Het dampscherm mag ook niet te strak aangebracht worden, want alle bouwdelen bewegen afzonderlijk van mekaar en het scherm moet die bewegingen kunnen opvangen. Breng ook ondersteuningslatten aan, ter ondersteuning van de isolatie en de luchtdichte overlappingen. Zo garandeert u de luchtdichtheid van de aansluitingen en voorkomt u dat de isolatie uitzakt of dat er een luchtlaag ontstaat tussen een onderdak en het isolatiemateriaal.Dat laatste heeft een negatieve invloed op de prestatie van de isolatie en verhoogt het risico op gebouwschade door vochttoename.
DROOG-NAT
Bij een droog-nataansluiting waarborgt u de continuïteit van de luchtdichtheid tussen bouwelementen door middel van een soepel membraan of houten beplating en verse bepleistering. Hier wordt vaak te weinig aandacht besteed aan de aansluitingen van een hellend dak met de muuropstand en tipgevels. Om de prestaties en duurzaamheid van droog-natverbindingen te verzekeren, hebt u twee soorten producten nodig.
Producten die u kunt bepleisteren
U hebt een product nodig dat u aan de ondergrond kunt bevestigen en dat bepleisterd kan worden. Ofwel is dit product zelfklevend, ofwel bevestigt u het met een lijm. U brengt het zowel aan op het ‘droge’ en luchtdichte element (bv. het membraan), als op de te bepleisteren ondergrond. De stukadoor bepleistert dan tot over het product, om de luchtdichtheid te garanderen.
Stroken die u in het pleisterwerk kunt inbedden
Een deel van deze stroken verlijmt u op de ‘droge’ en luchtdichte ondergrond, bijvoorbeeld het membraan. Het nog vrij liggende gedeelte wordt dan tot op halve dikte in de bepleistering ingebed.
NAT-NAT
Een nat-natsluiting realiseert u bij twee bepleisterde oppervlakken, waarbij de bepleistering instaat voor de luchtdichtheid. Belangrijk is dat het pleisteren volgens de regels van de kunst verloopt. Ook de eerder vermelde combinatie van een vloeibaar membraan met bepleistering valt onder dit type aansluitingen.